Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

7 DECEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Vlaamse beleidsprioriteiten in het kader van het lokaal sociaal beleid en de subsidiëring van samenwerkingsverbanden geïntegreerd breed onthaal



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Vlaamse beleidsprioriteiten in het kader van het lokaal sociaal beleid
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Subsidies aan de lokale besturen voor het realiseren van de functies en werkingsprincipes van een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal
Art. 3-7
HOOFDSTUK 4. - Ondersteuning van lokale besturen voor uitvoeren van de Vlaamse beleidsprioriteiten in het kader van lokaal sociaal beleid
Art. 8
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° decreet van 9 februari 2018: het decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid;
  2° Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin: het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, van het Vlaams Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
  3° initiatiefnemer: een lokaal bestuur of een lokaal bestuur dat optreedt als penhouder voor verschillende lokale besturen;
  4° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen.

HOOFDSTUK 2. - Vlaamse beleidsprioriteiten in het kader van het lokaal sociaal beleid
Art.2. Voor de lokale beleidscyclus van het jaar 2020 tot en met het jaar 2025 worden de volgende Vlaamse beleidsprioriteiten in het kader van het lokaal sociaal beleid bepaald:
  1° het realiseren van de functies en werkingsprincipes van een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal, bepaald in artikels 9 tot en met 11, § 1, van het decreet van 9 februari 2018 en in artikels 4 en 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid;
  2° het opnemen van de regierol, bepaald in artikels 4 en 7 van het decreet van 9 februari 2018;
  3° het nemen van maatregelen die de vermaatschappelijking van de lokale sociale hulp- en dienstverlening stimuleren, bepaald in artikel 13 tot en met 15 van het decreet van 9 februari 2018.

HOOFDSTUK 3. - Subsidies aan de lokale besturen voor het realiseren van de functies en werkingsprincipes van een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal
Art.3. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de minister een subsidie verlenen aan de initiatiefnemer voor de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteit, vermeld in artikel 2, 1°.

Art.4. Om in aanmerking te komen voor de subsidie, vermeld in artikel 3, realiseert de initiatiefnemer de functies en werkingsprincipes van een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal en voldoet aan al de volgende voorwaarden:
  1° aangeven tot welke doelgroep en welk werkingsgebied het samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal zich richt;
  2° minstens een score van 60 op 100 punten behalen op de volgende beoordelingscriteria:
  a) 15 punten voor de wijze waarop wordt gewerkt op basis van een gezamenlijke visie, gezamenlijke doelstellingen en een gezamenlijk kader voor de werkingsprincipes van een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal;
  b) 20 punten voor de wijze waarop basiswerkers worden gefaciliteerd in hun samenwerking en eenduidig worden aangestuurd om gemeenschappelijke werkingsprincipes te realiseren;
  c) 15 punten voor de participatie van de doelgroep en basiswerkers bij de uitwerking van de concrete werkzaamheden van het samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal;
  d) 15 punten voor de wijze waarop expertise wordt gedeeld;
  e) 35 punten voor de wijze waarop concrete outreachende en proactieve acties worden opgezet om welomschreven kwetsbare doelgroepen te bereiken.
  Een werkingsgebied, vermeld in het eerste lid, 1°, kan een van de volgende zijn:
  a) een of meer gemeenten binnen dezelfde eerstelijnszone;
  b) een bredere regio van verschillende aan elkaar grenzende eerstelijnszones;
  c) een wijk in de grootsteden Antwerpen of Gent.
  Overlappingen van een werkingsgebied zijn niet mogelijk.

Art.5. Het subsidiebedrag per werkingsjaar wordt, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, als volgt bepaald:
  1° 25.000 euro voor een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal in een werkingsgebied van 30.000 tot 100.000 inwoners;
  2° 50.000 euro voor een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal in een werkingsgebied van 100.001 tot 200.000 inwoners;
  3° 75.000 euro voor een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal in een werkingsgebied van meer dan 200.000 inwoners.

Art.6. Als het maximale beschikbare begrotingskrediet bereikt is, krijgen de best beoordeelde aanvragen voorrang. Op basis van de score op de beoordelingscriteria, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, wordt een rangorde van te subsidiëren initiatiefnemers opgesteld, waarbij de initiatiefnemer met een hogere score op 100 voorrang krijgt op de initiatiefnemers met een lagere score op 100.

Art.7. Overeenkomstig artikel 18 van het decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid gebeurt de indiening en beoordeling van de subsidieaanvraag en de rapportering conform de bepalingen van het decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd.

HOOFDSTUK 4. - Ondersteuning van lokale besturen voor uitvoeren van de Vlaamse beleidsprioriteiten in het kader van lokaal sociaal beleid
Art.8. Voor de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten, vermeld in artikel 2, kunnen lokale besturen een beroep doen op:
  1° het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin dat de lokale besturen begeleidt en ondersteunt bij de uitwerking van een lokaal sociaal beleid, overeenkomstig artikel 20 van het decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid;
  2° de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw.
  De minister kan een convenant sluiten met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw voor de ondersteuning van lokale besturen bij de realisatie van de Vlaamse beleidsprioriteiten, vermeld in artikel 2. Het convenant beschrijft de doelstellingen en acties die de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten in dit kader opneemt, en de subsidies die daarvoor ter beschikking worden gesteld.

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.

Art. 10. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.