19 DECEMBER 2018. - Ministerieel besluit betreffende de registratie van ouderinitiatieven in het kader van de persoonsvolgende financiering
Art. 1-5
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° agentschap: het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;
2° ouderinitiatief: een rechtspersoon die zorg en ondersteuning organiseert voor hoogstens vijftien personen met een handicap, die al of niet beschikken over een budget als vermeld in artikel 7, eerste lid, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders.
Art.2. De registratie, vermeld in artikel 7, eerste lid, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders, omvat de volgende gegevens:
1° de identificatiegegevens van de rechtspersoon van het ouderinitiatief;
2° het adres van de plaats waar de ondersteuning hoofdzakelijk zal aangeboden worden;
3° een beschrijving van de ondersteuning die wordt aangeboden, en van de beoogde doelgroep van het ouderinitiatief;
4° het aantal personen waarvoor men ondersteuning wil aanbieden;
5° de samenstelling van de organen van de rechtspersoon, met vermelding van de leden die familie tot tweede graad zijn van de personen met een handicap die worden ondersteund.
Art.3. De registratie, vermeld in artikel 2, geldt voor een periode van vijf jaar vanaf de datum waarop het agentschap de registratie goedkeurt.
Als de gegevens, vermeld in artikel 2, wijzigen, registreert de verantwoordelijke van het ouderinitiatief de voormelde wijzigingen binnen een maand nadat de wijzigingen zich hebben voorgedaan.
Art.4. Het agentschap bepaalt de wijze waarop de registratie, vermeld in artikel 2, gedaan moet worden, en de wijze waarop de wijzigingen van de registratie, vermeld in artikel 3, doorgevoerd moeten worden.
Het agentschap keurt de registratie, vermeld in artikel 2, goed als de registratie conform artikel 2 is gebeurd.
Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.