Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 DECEMBER 2018. - Ministerieel besluit houdende een oproep tot indiening van steunaanvragen als vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2015 betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector tot verhoging van de toegevoegde waarde, de kwaliteit en de voedselveiligheid van landbouwproducten



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder besluit van 24 april 2015: het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2015 betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector tot verhoging van de toegevoegde waarde, de kwaliteit en de voedselveiligheid van landbouwproducten.

Art.2. Het budget, vermeld in artikel 7, eerste lid, 1°, van het besluit van 24 april 2015, wordt voor de oproep 2019 vastgelegd op 4.000.000 euro (vier miljoen euro).

Art.3. De periode waarin de steunaanvragen ingediend worden, vermeld in artikel 7, eerste lid, 2°, van het besluit van 24 april 2015, loopt van 2 januari 2019 tot en met 15 maart 2019. Overeenkomstig artikel 8 van het voormelde besluit worden de steunaanvragen ingediend via het e-loket.

Art.4. Ter uitvoering van artikel 7, eerste lid, 2°, van het besluit van 24 april 2015 geeft de aanvrager bij de steunaanvraag de volgende informatie door via het e-loket:
  1° een beschrijving van de achtergrond en de probleemstelling of uitdaging;
  2° een beschrijving van het doel van het project;
  3° een plan van aanpak;
  4° de gegevens over de kennis en de expertise van de aanvrager en de projectpartners;
  5° een beschrijving van de bijdrage van het project aan de economische duurzaamheid van het bedrijf of de sector;
  6° een beschrijving van de bijdrage van het project aan de ecologische duurzaamheid van het bedrijf of de sector;
  7° een beschrijving van de bijdrage van het project aan de sociale duurzaamheid van het bedrijf of de sector;
  8° in voorkomend geval, een beschrijving van de bijdrage van het project, of van de mogelijke resultaten ervan, aan de samenwerking in de keten of aan de ketenoverschrijdende samenwerking;
  9° een inschatting van de projectkosten, ingedeeld volgens de rubrieken, vermeld in artikel 4, eerste lid, van het voormelde besluit.
  De inschatting, vermeld in het eerste lid, 9°, wordt gestaafd met minstens drie offerten. Als het niet mogelijk is drie offerten voor te leggen, wordt dat gemotiveerd in de aanvraag.

Art.5. De periode waarin de uitgaven gedaan worden, vermeld in artikel 7, eerste lid, 3°, van het besluit van 24 april 2015, duurt drie jaar vanaf de kennisgeving van de selectie van het project.

Art.6. De investeringsfocus, vermeld in artikel 7, tweede lid, 1°, van het besluit van 24 april 2015, ligt op duurzaam waterbeheer en op mitigerende investeringen in het kader van de km-heffing.
  Van het beschikbare budget, vermeld in artikel 2, wordt 2.000.000 euro voorbehouden voor projecten aangaande duurzaam waterbeheer, als voldoende aanvragen de minimumscore behalen.
  Van het beschikbare budget, vermeld in artikel 2, wordt 500.000 euro voorbehouden voor projecten aangaande mitigerende investeringen in het kader van de km-heffing.
  Het overige deel van het beschikbare budget, vermeld in artikel 2, is beschikbaar buiten de investeringsfocussen, vermeld in het eerste lid. Als onvoldoende aanvragen de minimumscore behalen om dat budget volledig te benutten, wordt het niet-benutte deel van dat budget bijkomend beschikbaar binnen de investeringsfocus duurzaam waterbeheer.

Art.7. De maximale subsidie per aanvraag, vermeld in artikel 7, tweede lid, 2°, van het besluit van 24 april 2015, bedraagt 300.000 euro.
  De minimale investeringsuitgaven per aanvraag, vermeld in artikel 7, tweede lid, 2°, van het voormelde besluit, bedragen 50.000 euro.

Art.8. De uitgaven, vermeld in artikel 4, eerste lid, 4°, van het besluit van 24 april 2015, kunnen maximaal 20 % bedragen van de totale uitgaven, vermeld in artikel 4, eerste lid, van het voormelde besluit.

Art.9. De aanvrager voegt een aparte projectboekhouding en administratie, die hij heeft bijgehouden tijdens de looptijd van het project, bij de aanvraag tot uitbetaling, vermeld in artikel 10 van het besluit van 24 april 2015.
  De aanvraag tot uitbetaling wordt ingediend via het e-loket.

Art. 10. Het beoordelingscollege, vermeld in artikel 9, derde lid, van het besluit van 24 april 2015, wordt samengesteld door het hoofd van de bevoegde entiteit en bestaat uit experten van het beleidsdomein Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.
  Het beoordelingscollege kent scores toe aan de verschillende selectiecriteria en legt een minimumscore vast. Alleen projecten die de minimumscore behalen, komen in aanmerking voor steun.