11 OKTOBER 2018. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de vaststelling van praktische modaliteiten inzake de overmaking van begrotingen, rekeningen en statistische gegevens door openbare centra voor maatschappelijk welzijn en alle andere Waalse lokale instellingen die deel uitmaken van de omtrek S1313 van de lokale openbare besturen
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128 ervan.
De openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de Franstalige gemeenten van het Waalse Gewest, de verenigingen bedoeld in hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en elke lokale instelling die actief is rond de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en die onder de perimeter S1313 van de Belgische openbar ebesturen valt, worden betrokken bij dit besluit.
Art.2. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de Administratie : het Directoraat-generaal van de Waalse Overheidsdienst belast met het toezicht op de plaatselijke besturen;
2° het "SIC"-bestand : het bestand van synthese van de boekhoudkundige inlichtingen, uitsluitend gegenereerd door de toepassing "eComptes", ter beschikking gesteld van de plaatselijke besturen door de Administratie;
3° het O.C.M.W. : het openbare centrum voor maatschappelijke welzijn.
Art.3. § 1. De voorlopige begroting van het volgende boekjaar bedoeld in artikel 88bis van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt ten laatste op 30 september van het jaar n door het vast Bureau vastgesteld en wordt uiterlijk 1 oktober van het jaar n aan de Administratie overgemaakt onder de vorm van een "SIC" bestand.
§ 2. De definitieve begroting van het volgende boekjaar bedoeld in artikel 88bis van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt ten laatste op 31 december van het jaar n door de raad van sociale actie vastgesteld en onderzocht door de toezichthoudende overheid. Het O.C.M.W. zendt de Administratie, in de vorm van een SIC-bestand, uiterlijk 15 januari van het jaar n+1, de definitieve begroting die door de toezichthoudende overheid is goedgekeurd of hervormd.
Art.4. § 1.De voorlopige begroting van het vorige boekjaar bedoeld in artikel 89ter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt ten laatste op 14 februari van het jaar n door het vast Bureau vastgesteld en wordt uiterlijk 15 februari van het jaar n aan de Administratie overgemaakt onder de vorm van een "SIC" bestand.
§ 2. De jaarrekeningen van het vorige boekjaar bedoeld in artikel 89ter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt ten laatste op 1 juni van het jaar n door de raad van sociale actie vastgesteld en onderzocht door de toezichthoudende overheid. Het O.C.M.W. zendt de Administratie, in de vorm van een SIC-bestand, uiterlijk 15 juni van het jaar n, de definitieve begroting die door de toezichthoudende overheid is goedgekeurd of hervormd.
Art.5. In geval van een hervorming of gedeeltelijke goedkeuring door de toezichthoudende overheid van de budgettaire of boekhoudkundige documenten, sturen de O.C.M.W's. hun verbeterde begrotingswijziging of hun verbeterde jaarrekeningen aan de Administratie onder de vorm van een "SIC" bestand.
Art.6. § 1. De Administratie wordt door de Minister van Plaatselijke besturen belast met het beheer, voor de instellingen bedoeld in artikel 1, van elk verzoek om statistieken van het Instituut voor Nationale Rekeningen en de Federale Overheidsdienst Budget & Beheerscontrole in het kader van de Europese verplichtingen waaraan de Belgische overheidsdiensten moeten voldoen.
§ 2. De Administratie voert alle acties uit die haar in staat stellen om in te gaan op de verzoeken om statistieken van het Instituut voor de Nationale Rekeningen en de Federale Overheidsdienst Budget & Beheerscontrole in het kader van de reportings met betrekking tot de voorlopige en definitieve rekeningen, de driemaandelijkse uitvoering van de begroting, de toegekende waarborgen, de publiek-private partnerschappen en de energieprestatiecontracten afgesloten met een private partner en de omvang van de lokale openbare besturen.
§ 3. De Administratie zendt jaarlijks een jaarverslag aan de Minister van Plaatselijke besturen met betrekking tot de reportings die in de loop van het jaar worden uitgevoerd en tot het financieringssaldo van het Europees systeem van rekeningen, ESR, van de in artikel 1 bedoelde instellingen.
§ 4. De administratie maakt jaarlijks de in artikel 1 bedoelde instellingen over een tijdschema met alle verzoeken om reportings waarop zij moeten antwoorden.
Art. 7. De Minister van Plaatselijke Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.