Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 MAART 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 25, 31bis, 31ter, 32, 32bis, 49, 54ter en 62bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1969112813 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 25 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2016, worden de paragrafen 2, 3 en 4 opgeheven.

Art.2. In artikel 31bis, § 1 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2016, wordt de bepaling van het derde lid vervangen als volgt : "Dit forfaitair dagloon wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 32bis, §§ 1 en 2.".

Art.3. In artikel 31ter van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° Het derde lid wordt vervangen als volgt : "Het bedrag in het vorige lid wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 32bis, §§ 1 en 2";
  2° In het vijfde lid worden de woorden "geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 32, § 4, en" geschrapt en worden de woorden "artikel 32bis, § 1" vervangen door de woorden "artikel 32bis, §§ 1 en 2".

Art.4. In artikel 32 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2016, worden de paragrafen 2, 3 en 4 opgeheven.

Art.5. In artikel 32bis van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° Paragraaf 1, eerste lid wordt vervangen als volgt : "Op de eerste dag van elk kwartaal worden de forfaitaire daglonen, waarop de socialezekerheidsbijdragen worden berekend, aangepast aan de evolutie van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen in de zin van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 gesloten op 2 mei 1988 in de Nationale Arbeidsraad houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 juli 1988.";
  2° Paragraaf 1, tweede lid wordt vervangen als volgt : "Wanneer een verhoging van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen in de loop van een kwartaal wordt vastgesteld, worden de forfaitaire daglonen aangepast met ingang van de eerste dag van het kwartaal dat volgt op deze verhoging; indien de verhoging van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen samenvalt met het begin van een kwartaal, worden de forfaitaire daglonen aangepast met ingang van dat kwartaal.";
  3° Paragraaf 2, opgeheven bij het koninklijk besluit van 15 juli 2016, wordt hersteld als volgt : "Op 1 januari van alle oneven jaren vergelijkt de minister bevoegd voor Sociale Zaken de evolutie van de forfaitaire daglonen, zoals aangepast overeenkomstig de bepaling van § 1, met de evolutie van de conventionele lonen van toepassing in de sector waartoe de werkgever behoort en past hij de forfaitaire daglonen aan, rekening houdend met de evolutie van deze conventionele lonen, evenwel zonder dat de forfaitaire daglonen kunnen dalen. De aanpassing wordt gedaan bij ministeriëel besluit dat een tabel bevat met de forfaitaire daglonen per functie en per leeftijdscategorie. De aldus herberekende en kenbaar gemaakte forfaits gelden vanaf de eerste dag van het kwartaal dat volgt op de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
  De lonen die van toepassing waren op 1 januari 2017, gelden als basis voor de vergelijking en aanpassing bedoeld in het vorige lid."
  4° In paragraaf 3 worden de woorden " § 1 heeft" vervangen door de woorden "De §§ 1 en 2 hebben".

Art.6. In artikel 49 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 februari 2017, worden de woorden "Rijksdienst voor Sociale Zekerheid stuurt, alsook aan de Sociale Inspectie van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid" vervangen door de woorden "inspectiediensten van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid stuurt".

Art.7. In artikel 54ter, § 2 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 21 februari 2010, wordt het tweede lid opgeheven.

Art.8. In artikel 62bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 januari 1971 en vervangen bij het koninklijk besluit van 2 juni 1993, worden de woorden "van het Ministerie van Sociale Voorzorg, alsmede de inspecteurs en adjunct-inspecteurs" geschrapt.

Art.9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018, met uitzondering van artikel 7 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2016 en de artikelen 6 en 8 die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2017.

Art. 10. De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.