15 APRIL 2018. - Koninklijk besluit tot overdracht van personeelsleden van de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, tot verlenging van de mandaten van de voorzitter en de regeringscommissarissen van het beheerscomité van de zeevarenden en tot aanpassing van het koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoedingen en de presentiegelden toegekend aan de voorzitters en leden van de instellingen van openbaar nut die onder de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ressorteren
Art. 1-7
Artikel 1. - De volgende personeelsleden van de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, worden vanaf 1 januari 2018 ambtshalve benoemd bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid :
Bert Strobbe, adviseur-generaal
Ellen Van der Velde, administratief assistent
Godelieve Scheirlinck, attaché
Hilde De Goignies, administratief medewerker
Karl Van Heupen, administratief assistent
Liesbet Merckx, administratief assistent
Philip Bauwelinck, administratief assistent
Art.2. - De volgende personeelsleden van de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, worden vanaf 1 januari 2018 ambtshalve benoemd bij de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering overgedragen :
Sven Verlinden, attaché
Ann Kerremans, administratief assistent
Anne-Catherine De Ridder, attaché
Ann Jonkers, administratief deskundige
Linda Van Beurden, administratief assistent
Nancy Santy, administratief assistent
Karine Firlefyn, administratief assistent
Steve Clarys, administratief assistent
Sabine Bossue, administratief assistent
Art.3. - De volgende contractuele personeelsleden van de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden treden, via een addendum aan hun arbeidsovereenkomst, vanaf 1 januari 2018 in dienst van de Rijksdienst voor sociale zekerheid.
Yolande Gybels, contractueel medewerker onderhoud
Andrée Gybels, contractueel medewerker onderhoud
Art.4. - De personen die op 31 december 2017 benoemd waren in de hoedanigheid van voorzitter en regeringscommissarissen van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Werk van het Beheerscomité van het Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, oefenen hun respectievelijke mandaten verder uit in de hoedanigheid van voorzitter en regeringscommissarissen van het Beheerscomité van de zeevarenden, bedoeld in artikel 4quinquies van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, tot het voorziene einde van de op 31 december 2017 lopende mandaten, tenzij de bevoegde minister er anders over beslist.
Art.5. - In artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 januari 2003 tot vaststelling van de vergoedingen en de presentiegelden toegekend aan de voorzitters en leden van de beheersorganen van de openbare instellingen van sociale zekerheid en van de instellingen van openbaar nut die onder de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ressorteren, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 2013 en 14 december 2015, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de tabel onder het eerste lid worden de woorden "Rijksdienst voor sociale zekerheid " vervangen door de woorden "Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid";
2° in de tabel onder het tweede lid worden de woorden "Dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels (Algemeen Beheerscomité van de Dienst of Beheerscomité van de sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke besturen of Beheerscomité van de Overzeese Sociale Zekerheid of Beheerscomité van de Gemeenschappelijke Sociale Dienst) : 2.677,26 EUR", de woorden "Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders gebezigd door de ladings- en lossingsondernemingen en door de stuwadoors in de havens, losplaatsen, stapelplaatsen en stations : 594,95 EUR" en de woorden "Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders der ondernemingen voor binnenscheepvaart : 594,95 EUR" opgeheven en worden de woorden "Hulp- en Voorzorgkas voor zeevarenden" vervangen door de woorden "Beheerscomité van de zeevarenden in de schoot van de Rijksdienst voor sociale zekerheid".
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.
Art. 7. De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.