Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

16 NOVEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot ontwikkeling van de onderwijskwalificatie graduaat in de werforganisatie



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2020010134 



Artikels:

Artikel 1. De onderwijskwalificatie graduaat in de werforganisatie wordt ontwikkeld als opleiding van het hoger beroepsonderwijs conform de procedure, vermeld in artikel 15/2 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur. De onderwijskwalificatie heeft de volgende twee afstudeerrichtingen:
  1° Wegenbouw;
  2° Woningbouw.
  De onderwijskwalificatie, vermeld in het eerste lid, is ondergebracht in het studiegebied industriële wetenschappen en technologie van het hoger beroepsonderwijs. De studieomvang van de onderwijskwalificatie bedraagt 120 studiepunten.

Art.2. De competenties van de onderwijskwalificatie graduaat in de werforganisatie zijn opgenomen in de volgende beroepskwalificaties:
  1° de beroepskwalificatie werfleider - wegenbouw, die erkend is bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2018 tot erkenning van de beroepskwalificatie werfleider - wegenbouw;
  2° de beroepskwalificatie werfleider - woningbouw, die erkend is bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2018 tot erkenning van de beroepskwalificatie werfleider - woningbouw.
  De onderscheiden competenties van de beroepskwalificaties, vermeld in het eerste lid, vormen de volgende afstudeerrichtingen:
  1° de afstudeerrichting Wegenbouw, die de onderscheiden competenties van de beroepskwalificatie, vermeld in het eerste lid, 1°, omvat;
  2° de afstudeerrichting Woningbouw, die de onderscheiden competenties van de beroepskwalificatie, vermeld in het eerste lid, 2°, omvat.

Art.3. De onderwijskwalificatie graduaat in de werforganisatie is inhoudelijk verwant met de volgende graduaatsopleidingen:
  1° Bouw- en Houtconstructie;
  2° Openbare Werken;
  3° Topograaf.

Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.