23 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het vakantiegeld en de eindejaarstoelage toegekend aan sommige militairen
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1980 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige personeelsleden van de Krijgsmacht, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 november 1999, worden de woorden "of trainingsprestaties van korte duur verrichten" vervangen door de woorden "of bijkomende prestaties in het kader van de vervolmaking of als bevorderingsprestaties verrichten".
Art.2. Artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 2. De personeelsleden bedoeld in artikel 1 genieten een eindejaarstoelage tegen de bedragen en onder de voorwaarden vastgesteld voor de toekenning van een eindejaarstoelage overeenkomstig het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.
Onder bezoldiging wordt verstaan de basiswedde bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier vermeerderd met de eventuele haard- en standplaatstoelage.
De eindejaarstoelage wordt op evenredige wijze verminderd als de bezoldiging niet voltijds of tijdens de referentieperiode werd betaald.
Onder deeltijds werk wordt verstaan de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de halftijds vervroegde uitstap.".
Art.3. In artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1984 houdende toekenning van een vakantiegeld aan sommige personeelsleden van de Krijgsmacht, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 november 1999, worden de woorden "of trainingsprestaties van korte duur verrichten" vervangen door de woorden "of bijkomende prestaties in het kader van de vervolmaking of als bevorderingsprestaties verrichten".
Art.4. Artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 2. De personeelsleden bedoeld in artikel 1 genieten een vakantiegeld tegen de bedragen en onder de voorwaarden vastgesteld voor de toekenning van een vakantiegeld overeenkomstig het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.
Onder bezoldiging wordt verstaan de basiswedde bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier vermeerderd met de eventuele haard- en standplaatstoelage.
Het vakantiegeld wordt op evenredige wijze verminderd als de bezoldiging niet voltijds of tijdens het hele referentiejaar werd betaald.
Onder ziekteverlof wordt verstaan de afwezigheid om gezondheidsredenen van de militairen.
Onder deeltijds werk wordt verstaan de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de halftijds vervroegde uitstap.".
Art.5. Het koninklijk besluit van 10 juli 2002 tot toekenning van een herstructureringspremie aan sommige militairen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 april 2003 en 14 juli 2006, wordt opgeheven.
Art. 6. De minister bevoegd voor Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit.