5 SEPTEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 over de inhouding en de vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 26 mei 1994, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "in artikel 2, §§ 1 en 2 bedoelde effecten die niet in artikel 2, § 4 worden bedoeld" vervangen door de woorden "in artikel 2, §§ 1, 2 en 3, 1° bedoelde effecten";
2° het tweede lid wordt opgeheven;
3° in het derde lid worden de woorden "die niet bedoeld zijn in artikel 2, § 4" opgeheven.
Art.2. Het artikel 12 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende:
"5° de terugtrekking van effecten, tenzij deze terugtrekking aanleiding geeft tot een beweging van deze niet-vrijgestelde rekening, als gevolg van een overschrijving naar een vrijgestelde rekening.".
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4. De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.