Artikels:
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder vergunninghouder: Janssen Pharmaceutica nv.
Art.2. De vergunninghouder wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend.
Art.3. De vergunning geldt voor een volumegebied in de diepe ondergrond, waarvan de verticale projectie op het aardoppervlak een veelhoek beschrijft met de hieronder opgesomde coördinaten gegeven in de Belgische Lambert projectie van 1972:
hoekpunt | X (m) | Y (m) |
1 | 182176 | 220863 |
2 | 182656 | 222760 |
3 | 184891 | 224719 |
4 | 186783 | 225045 |
5 | 188069 | 223482 |
6 | 187410 | 221712 |
7 | 185051 | 219728 |
8 | 183228 | 219576 |
Daarbij wordt het gebied langs noordwestelijke zijde begrensd door de opsporingsomtrek die werd toegekend aan Fluxys in het koninklijk besluit van 29 september 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 september 2006, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 april 2008, waarbij aan de nv Fluxys Belgium, Kunstlaan 31, 1040 Brussel, een verlenging van de vergunningen verleend wordt voor het opsporen en exploiteren van een ondergrondse bergruimte in situ bestemd voor het opslaan van gas in de streek van Loenhout, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 oktober 2013.
De begrenzing in de diepte (z-coördinaat) bevindt zich langs de bovenzijde op 200 meter boven de basis van het Namuriaan en langs de onderzijde op 500 meter onder de basis van het Dinantiaan, zoals bepaald in het 3D geologisch model G3Dv2 en gepubliceerd via de Databank Ondergrond Vlaanderen.
De verticale projectie van het volumegebied op het aardoppervlak strekt zich uit over delen van de gemeenten Beerse, Vosselaar, Turnhout en Gierle, en wordt aangeduid op de topografische kaart, opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
Art.4. § 1. De vergunning geldt voor een duur van vijf jaar.
§ 2. De vergunninghouder verricht uiterlijk twee jaar na het onherroepelijk worden van de opsporingsvergunning ten minste één boring in het geothermisch reservoir.
§ 3. De vergunninghouder bezorgt aan de minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, alle eventueel nog ontbrekende bewijsstukken dat hij over de nodige technische en financiële middelen en relevante professionele ervaring beschikt, eventueel door samenwerking met een derde partij, om de activiteiten te verrichten waarvoor de vergunning is verleend. Die verplichting geldt zowel voor de aanleg van boorgaten voor het opsporen van aardwarmte als voor de eventuele aanleg van bijkomende boorgaten voor het winnen van aardwarmte.
De vergunninghouder mag de boorgaten voor het opsporen of winnen van aardwarmte slechts aanleggen na ontvangst van de instemming van de minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, met de nodige bewijsstukken in verband met technische en financiële capaciteit, en op voorwaarde dat hij voldoet aan alle toepasselijke regelgeving en vergunningsplichten. De vergunninghouder geeft, zodra hij zijn keuze voor externe experten heeft gemaakt, inzicht in het samengestelde projectteam. Er worden in elk geval een onafhankelijke booropzichter en een well-site geoloog aangesteld en er wordt bewaakt dat er voldoende kennis is van de lokale ondergrond.
De vergunninghouder legt uiterlijk drie weken voor de start van een nieuwe boring een gedetailleerd technisch boorplan voor en, indien relevant, een geactualiseerd werkprogramma met de volgorde en het tijdsbestek van het maken van de boorgaten en het organiseren van puttesten. De vergunninghouder moet een automatische mechanische afsluiter (Blow Out Preventer, BOP) plaatsen vanaf het doorboren van het Krijt om het boorgat af te sluiten bij plotse drukverhoging. Uiterlijk twee weken voor het organiseren van puttesten legt de vergunninghouder een plan voor van de geplande activiteiten in het kader van deze puttesten.
Art.5. De vergunninghouder bestemt de put die geboord wordt in de beoogde breukzone, als productieput en kan deze bestemming slechts na grondige onderbouwing door middel van reële testresultaten en mits toestemming van de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, veranderen naar injectieput.
Art.6. De vergunninghouder dient een jaarlijks rapport in bij de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, met een overzicht van de in het voorbije jaar verrichte activiteiten en een overzicht van de in het eerstvolgende jaar geplande activiteiten. Als er in het voorbije jaar geen activiteiten verricht zijn, of in het eerstvolgende jaar geen activiteiten gepland zijn, is de vergunninghouder niet ontslagen van zijn verplichting om dat in een jaarlijks rapport aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, te melden. Het jaarlijkse rapport wordt ingediend uiterlijk voor het einde van de derde maand nadat een jaarlijkse periode verstreken is, vanaf de datum van het besluit van de Vlaamse Regering waarbij de vergunning verleend is. In het jaarlijkse rapport vermeldt de vergunninghouder in elk geval de hoeveelheid aardwarmte die aangetoond werd en de hoeveelheid aardwarmte die in het kader van opsporing onttrokken werd aan het geothermisch reservoir. De vergunninghouder vermeldt ook het voorkomen van koolwaterstoffen en andere stoffen die onvermijdelijk meekomen met het opsporen en winnen van aardwarmte en de meetresultaten in het kader van seismiciteit, van de wederzijdse interferentie tussen de geothermische activiteiten en de nabije gasopslag en van het voorkomen van natuurlijke isotopen (NORM). De vergunninghouder deelt eventueel genomen, of te nemen, milderende maatregelen in verband met de hiervoor genoemde elementen mee.
Art.7. De vergunninghouder stelt een financiële zekerheid ten bedrage van 125.000 euro bij het Fonds voor Landinrichting en Natuurlijke rijkdommen van het Vlaamse Gewest voor het veilig afsluiten van de boorgaten na het beëindigen of stopzetten van de activiteiten.
Art.8. De vergunning treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Een afschrift van de vergunning wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, per beveiligde zending verstuurd aan de aanvrager.
Art.9. De Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. Topografische kaart van de regio Beerse - Vosselaar met aanduiding van de veelhoek (paars) die de verticale projectie van het aangevraagde volumegebied op het aardoppervlak weergeeft, als vermeld in artikel 3, evenals een deel van de veelhoeken die de bestaande opsporings- en exploitatieperimeters van de gasopslag (groen) weergeven, en het geplande boortraject van de productieput (GT-01; rood) en injectieput (GT-02; blauw).
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 12-07-2018, p. 55744)