Details

Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf

Titel:

4 MAART 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende besluiten in het raam van de rechtspositie van de beveiligingsassistenten van politie en de beveiligingsagenten van politie

Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten
Art. 1-15
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2001 tot uitvoering van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten
Art. 16
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 14 november 2006 betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie
Art. 17-18
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie
Art. 19-21
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 22
BIJLAGE.
Art. N

Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001000327  2001001148  2001A00327  2006000888  2007000532 

Uitvoeringsbesluit(en):

Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten
Artikel 1. In artikel I.I.1, 24°, RPPol, worden de woorden "één van de vier kaders" vervangen door de woorden "één van de kaders".

Art.2. Titel II van deel I, RPPol, wordt aangevuld met de artikelen I.II.2 en I.II.3, luidende :
  "Art. I.II.2. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, zijn de bepalingen van dit besluit die van toepassing zijn op de agenten van politie eveneens van toepassing op de beveiligingsagenten van politie.
  Art. I.II.3. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, zijn de bepalingen van dit besluit die van toepassing zijn op de inspecteurs van politie eveneens van toepassing op de beveiligingsassistenten van politie.".

Art.3. In artikel II.II.7, tweede lid, RPPol, vervangen door het koninklijk besluit van 11 februari 2013, worden de woorden "of uit het kader van beveiligingsassistenten van politie of uit het kader van beveiligingsagenten van politie" ingevoegd tussen de woorden "agenten van politie" en de woorden "in het raam".

Art.4. In afdeling 2 van hoofdstuk I van titel II van deel II, RPPol, worden de artikelen II.II.7bis en II.II.8bis ingevoegd, luidende :
  "Art. II.II.7bis. De graad van beveiligingsassistent van politie bevat de loonschalen BASP1, BASP2, BASP3 en BASP4.
  Art. II.II.8bis. De graad van beveiligingsagent van politie bevat de loonschalen HAU1, HAU2 en HAU3.
  De aspirant-beveiligingsagent van politie geniet de loonschaal HAU1.".

Art.5. In artikel IV.I.3, eerste lid, RPPol, in de Franse tekst, wordt het woord "de" ingevoegd tussen de woorden "Sans préjudice" en de woorden "l'article 98".

Art.6. In artikel IV.II.47 RPPol, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, worden de woorden "aspirant-hulpagent van politie" vervangen door de woorden "aspirant-beveiligingsassistent van politie, aspirant-agent van politie, aspirant-beveiligingsagent van politie";
  2° in het tweede lid, wordt het woord "hulpagent" vervangen door het woord "agent".

Art.7. Artikel VI.II.2 RPPol wordt aangevuld met een derde en een vierde lid, luidende :
  "De eerste aanwijzing van een beveiligingsagent van politie geschiedt steeds in een betrekking van het kader van beveiligingsagenten van politie.
  De eerste aanwijzing van een beveiligingsassistent van politie geschiedt steeds in een betrekking van het kader van beveiligingsassistenten van politie.".

Art.8. In het opschrift van onderafdeling 2 van afdeling 1 van hoofdstuk I van titel II van deel VI, RPPol, worden de woorden "het kader van beveiligingassistenten van politie, het kader van beveiligingsagenten van politie," ingevoegd tussen de woorden "eerste aanwijzing binnen" en de woorden "het kader van agenten van politie".

Art.9. In artikel VI.II.4sexies RPPol, worden de woorden "aspirant-beveiligingsagenten van politie, aspirant-beveiligingsassistenten van politie, de" ingevoegd tussen het woord "De" en de woorden "aspiranten-agent van politie.".

Art.10. Artikel VI.II.77, 1°, RPPol, vervangen door het koninklijk besluit van 24 oktober 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 maart 2007, wordt aangevuld met een zin, luidende :
  "Dit is evenwel niet van toepassing op de beveiligingsassistenten van politie en op de beveiligingsagenten van politie.".

Art.11. Artikel VII.II.9 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2004, wordt vervangen als volgt :
  "Art. VII.II.9. Een beveiligingsassistent van politie, een agent van politie en een beveiligingsagent van politie kunnen worden toegelaten tot de selectie voor overgang naar het basiskader mits zij ten minste twee jaar anciënniteit tellen in respectievelijk het kader van beveiligingsassistenten van politie, het kader van agenten van politie of het kader van beveiligingsagenten van politie.".

Art.12. Artikel VII.II.19bis RPPol, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 september 2016, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "De bepalingen van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op de beveiligingsassistenten van politie en op de beveiligingsagenten van politie.".

Art.13. In het opschrift van afdeling 1 van hoofdstuk IV van titel II van deel VII, RPPol, worden de woorden "van de hulpagenten van politie" vervangen door de woorden "van de agenten van politie en in het kader van beveiligingsagenten van politie".

Art.14. In hoofdstuk IV van titel II van deel VII, RPPol, wordt de afdeling 1bis, die het artikel VII.II.21bis bevat, ingevoegd, luidende :
  "AFDELING 1bis. - DE BAREMISCHE LOOPBAAN IN HET KADER VAN BEVEILIGINGSASSISTENTEN VAN POLITIE
  Art. VII.II.21bis. Er wordt een baremische loopbaan ingesteld voor overgang tussen de hieronder opgesomde loonschalen en na het aantal jaren loonschaalanciënniteit dat ernaast wordt vermeld :
  1° van de loonschaal BASP1 naar de loonschaal BASP2 na zes jaar in de loonschaal BASP1;
  2° van de loonschaal BASP2 naar de loonschaal BASP3 na zes jaar in de loonschaal BASP2;
  3° van de loonschaal BASP3 naar de loonschaal BASP4 na zes jaar in de loonschaal BASP3.
  De hogere loonschaal in de baremische loopbaan wordt niet toegekend indien de evaluatie de eindvermelding "onvoldoende" draagt.
  De toekenning van de loonschalen BASP2, BASP3 en BASP4 is eveneens afhankelijk van het volgen van de door Ons bepaalde voortgezette opleiding.".

Art.15. In de loonschalen in EUR van bijlage 1, RPPol wordt een bijlage Tabel 1bis " Kader van beveiligingsassistenten van politie " ingevoegd die als bijlage is gevoegd bij dit besluit.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2001 tot uitvoering van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten
Art.16. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 26 november 2001 tot uitvoering van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten worden de woorden "van het basis- of middenkader" opgeheven.

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 14 november 2006 betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie
Art.17. Artikel 8, 3°, van het koninklijk besluit van 14 november 2006 betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie wordt aangevuld met de bepalingen onder g) tot i), luidende :
  "g) de bijzondere opdrachten inzake beveiliging;
  h) de in artikel 23 van de wet op het politieambt voorziene opdrachten;
  i) sommige in artikel 25, vierde lid van de wet op het politieambt bedoelde begeleidingen.".

Art.18. Artikel 9, 3°, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepalingen onder e), luidende :
  "e) van beveiliging.".

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie
Art.19. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
  "De bewapening van de beveiligingsagenten en -assistenten van politie bevat de individuele, de collectieve en de bijzondere bewapening.".

Art.20. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de eerste zin van het eerste lid worden de woorden ", de beveiligingsagenten van politie en de beveiligingsassistenten van politie" ingevoegd tussen de woorden "De politieambtenaren'' en het woord "kunnen";
  2° in de tweede zin van het eerste lid worden de woorden ", de beveiligingsagent van politie of de beveiligingsassistent van politie" ingevoegd tussen de woorden "de betrokken politieambtenaar'' en het woord "afhangt ";
  3° in de eerste zin van het vierde lid worden de woorden ", de beveiligingsagent van politie of de beveiligingsassistent van politie" ingevoegd tussen de woorden "de politieambtenaar'' en de woorden " van dienst ".

Art.21. In hetzelfde besluit wordt een artikel 25/2 ingevoegd, luidende :
  "Art. 25/2. De bewapening van de beveiligingsassistenten van politie, afkomstig van het veiligheidskorps van de FOD Justitie, die de door Ons bepaalde opleiding niet met vrucht hebben gevolgd, bestaat, in afwijking van artikel 3, derde lid, uitsluitend uit een slagwapen en een neutraliserend middel.
  De in het eerste lid bedoelde opleiding wordt gevolgd met toestemming van het betrokken personeelslid.".

HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art.22. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten
  De loonschalen in EUR
  Tabel 1bis. Kader van beveiligingsassistenten van politie -