25 JANUARI 2018. - Ministerieel besluit houdende de wijziging van het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw en van het ministerieel besluit van 9 september 2016 betreffende externe warmtelevering
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 9 september 2016 betreffende externe warmtelevering
Art. 4
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 5
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw
Artikel 1. In bijlage 8 van het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 30 november 2012 en vervangen bij ministerieel besluit van 30 januari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt I.1 worden de woorden "Deze bijlage betreft de bepaling van de reductiefactoren rwater,bathi,net ( § 7.3 en § 9.3.2.2 van EPW) en rwater,bathi,gross ( § 9.3.1 van EPW) die het effect inrekenen van warmteterugwinning uit de doucheafloop." vervangen door de woorden "Deze bijlage betreft de bepaling van de reductiefactoren rwater,bathi,net ( § 7.3 en § 9.3.2.2 van EPW en § 5.10 van EPN) en rwater,bathi,gross ( § 9.3.1 van EPW en § 6.5 van EPN) die het effect inrekenen van warmteterugwinning uit de doucheafloop.";
2° In punt I.1 wordt de zin "Voor een bad zijn de reductiefactoren dus steeds gelijk aan 1. Indien een douche en een bad gecombineerd worden (badkuip doet tevens dienst als douchebak), dan wordt de combinatie in het kader van de EPW-berekeningen bij conventie louter als bad beschouwd." vervangen door "Voor een bad zijn de reductiefactoren dus steeds gelijk aan 1. Indien een douche en een bad gecombineerd worden (badkuip doet tevens dienst als douchebak), dan wordt de combinatie in het kader van de EPW- en EPN-berekeningen bij conventie louter als bad beschouwd.";
3° In punt I.4 worden de woorden "NEN 7120 :2010" vervangen door de woorden "NEN 7120+C2 :2012".
Art.2. In bijlage 9 van hetzelfde ministerieel besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 29 november 2013 en vervangen bij het ministerieel besluit van 30 januari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-02-2018, p. 14150)
2° In punt 2.1 worden de woorden "thêtai,cool, fct f de rekenwaarde van de binnentemperatuur voor de berekening van de ruimtekoeling voor functioneel deel f, bepaald volgens 5.2.3 van bijlage VI bij het Energiebesluit, in ° C." vervangen door de woorden "thêta;i,cool,zonez,m de maandelijkse rekenwaarde van de binnentemperatuur van ventilatiezone z, gedefinieerd als het minimum van de maandelijkse rekenwaarden van de binnentemperatuur voor koelberekeningen thêta;i,cool,fctf,m van alle functionele delen waaruit ventilatiezone z bestaat (ervan uitgaande dat er actieve koeling is), bepaald volgens Eq.284 van bijlage VI bij het Energiebesluit, in ° C."
Art.3. In bijlage XI van hetzelfde ministerieel besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 18 mei 2014 en vervangen bij het ministerieel besluit van 4 december 2015, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 5.1 wordt de zinsnede "zie figuren in 5.9" vervangen door de zinsnede "zie figuren in 5.10";
2° in punt 6.1.2 wordt de zin "De dauwpuntstemperatuur aan de inlaat van de afvoerlucht (positie 11) is groter dan de drogeboltemperatuur aan de inlaat van de toevoerlucht (positie 21)." vervangen door de zin "De dauwpuntstemperatuur aan de inlaat van de afvoerlucht (positie 11) is lager dan de drogeboltemperatuur aan de inlaat van de toevoerlucht (positie 21).";
3° in punt 6.1.2 wordt de zin "Er wordt expliciet in het meetrapport vermeld dat het om een werkingspunt gaat met enkel droge warmteoverdracht." vervangen door de zin "Er wordt expliciet in het meetrapport vermeld dat het om een werkingspunt gaat met enkel overdracht van voelbare warmte.".
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 9 september 2016 betreffende externe warmtelevering
Art.4. In bijlage 1 van het ministerieel besluit van 9 september 2016 betreffende externe warmtelevering en houdende de wijziging van diverse ministeriële besluiten in het kader van de energieprestatieregelgeving, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 30 januari 2017, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° In punt 3.2.2 bij de declaratie van Qheat,final,seci,m,pref,j wordt de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het preferent opwekkingstoestel voor ruimteverwarming per energiesector i van warmtevrager j, voor woongebouwen bepaald volgens 10.2 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010 en voor kantoor- en schoolgebouwen bepaald volgens 7.2.1 van bijlage VI bij het Energiebesluit van 19 november 2010;" vervangen door de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het preferent opwekkingstoestel voor ruimteverwarming per energiesector i van warmtevrager j, voor EPW-eenheden bepaald volgens 10.2 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010 en voor EPN-eenheden bepaald volgens 7.2.1 van bijlage VI bij het Energiebesluit van 19 november 2010;"
2° In punt 3.2.2 bij de declaratie van Qheat,final,seci,m,npref,j wordt de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het niet-preferent opwekkingstoestel voor ruimteverwarming per energiesector i van warmtevrager j, voor woongebouwen bepaald volgens 10.2 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010 en voor kantoor- en schoolgebouwen bepaald volgens 7.2.1 van bijlage VI bij het Energiebesluit van 19 november 2010;" vervangen door de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het niet-preferent opwekkingstoestel voor ruimteverwarming per energiesector i van warmtevrager j, voor EPW-eenheden bepaald volgens 10.2 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010 en voor EPN-eenheden bepaald volgens 7.2.1 van bijlage VI bij het Energiebesluit van 19 november 2010;"
3° In punt 3.2.2 bij de declaratie van Qwater,bathk,final,m,pref,j wordt de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het preferent opwekkingstoestel voor warm tapwater van douche of bad k van warmtevrager j, bepaald volgens 10.3 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010;" vervangen door de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het preferent opwekkingstoestel voor warm tapwater van douche of bad k van warmtevrager j, voor EPW-eenheden bepaald volgens 10.3 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010 en voor EPN-eenheden bepaald volgens 7.6 van bijlage VI bij het Energiebesluit van 19 november 2010;"
4° In punt 3.2.2 bij de declaratie van Qwater,bathk,final,m,npref,j wordt de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het niet-preferent opwekkingstoestel voor warm tapwater van douche of bad k van warmtevrager j, bepaald volgens 10.3 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010;" vervangen door de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het niet-preferent opwekkingstoestel voor warm tapwater van douche of bad k van warmtevrager j, voor EPW-eenheden bepaald volgens 10.3 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010 en voor EPN-eenheden bepaald volgens 7.6 van bijlage VI bij het Energiebesluit van 19 november 2010;"
5° In punt 3.2.2 bij de declaratie van Qwater,sinkl,final,m,pref,j wordt de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het preferent opwekkingstoestel voor warm tapwater van aanrecht l van warmtevrager j, bepaald volgens 10.3 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010;" vervangen door de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het preferent opwekkingstoestel voor warm tapwater van aanrecht l van warmtevrager j, voor EPW-eenheden bepaald volgens 10.3 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010 en voor EPN-eenheden bepaald volgens 7.6 van bijlage VI bij het Energiebesluit van 19 november 2010;"
6° In punt 3.2.2 bij de declaratie van Qwater,sinkl,final,m,npref,j wordt de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het niet-preferent opwekkingstoestel voor warm tapwater van aanrecht l van warmtevrager j, bepaald volgens 10.3 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010;" vervangen door de zin "Het maandelijks eindenergieverbruik van het niet-preferent opwekkingstoestel voor warm tapwater van aanrecht l van warmtevrager j, voor EPW-eenheden bepaald volgens 10.3 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010 en voor EPN-eenheden bepaald volgens 7.6 van bijlage VI bij het Energiebesluit van 19 november 2010;"
7° In punt 3.3.2 in de legende van de eerste formule wordt de term "
gen, heat, i, k" vervangen door de term "êtagen, heat, i, k". 8° In punt 3.3.2 bij de declaratie van fpumps worden de woorden "10.2.3.3 van Bijlage V van het Energiebesluit van 19 november 2010" vervangen door de woorden "10.2.3.3.3 van Bijlage V van het Energiebesluit van 19 november 2010". 9° In punt 3.3.2 bij de declaratie van COPtest worden de woorden "10.2.3.3 van Bijlage V van het Energiebesluit van 19 november 2010" vervangen door de woorden "10.2.3.3.3 van Bijlage V van het Energiebesluit van 19 november 2010". 10° in punt 3.3.2 boven de subtitel "Bovenliggend systeem van externe warmtelevering" wordt volgende lid toegevoegd: "Diepe geothermie Voor de toepassing van diepe geothermie wordt de waarde bij ontstentenis voor het opwekkingsrendement êtagen,heat,i,k gelijk gesteld aan 7,00." 11° In punt 3.3.2 onder subtitel "Andere opwekkers" worden de woorden "10.2.3.2 van Bijlage V van het Energiebesluit van 19 november 2010" vervangen door de woorden "10.2.3.2.3 van Bijlage V van het Energiebesluit van 19 november 2010". 12° In punt 3.3.4 in de opsomming onder de tabel wordt de term " c,netw n, m" vervangen door de term "thêta;c,netw n, m". 13° In punt 3.3.5 in de legende van de eerste formule wordt de term " l" vervangen door de term "êtal". 14° In punt 3.3.6 in de legende van de eerste formule wordt de term " gen, k" vervangen door de term "{beta}gen, k". 15° In punt 3.3.8 in de legende van de laatste formule wordt de term " cogen, el" vervangen door de term "εcogen, el". 16° In punt 4 wordt in de eerste alinea de zin "Om een stadsverwarming of -koeling mee te rekenen voor het behalen van het minimumaandeel hernieuwbare energie moet die minstens voor 45 % uit hernieuwbare bronnen worden geproduceerd." opgeheven. 17° in punt 4 wordt Tabel 5 vervangen door volgende tabel: "Tabel 5: Het hernieuwbaar aandeel van warmteopwekker k van het systeem van externe warmtelevering Type opwekker k fRE,kDe opwekker k is een warmtepomp die een seizoensprestatiefactor heeft, zoals berekend in 3.3.2, die groter is dan 4. 1De opwekker k is een warmteopwekkingsinstallatie op biomassa of een kwalitatieve WKK op biomassa (met uitzondering van afvalverbrandingsinstallaties die vallen onder 6.1.10 van het Energiebesluit), die voldoet aan de volgende voorwaarde: - de organisch-biologische brandstof voldoet aan de vereisten bedoeld in artikel 7.4.2, § 1, laatste lid met betrekking tot de herkomst van vaste biomassa van het Energiebesluit; - de vloeibare biomassa voldoet aan de duurzaamheidscriteria, vermeld in artikel 6.1.16 § 1/1 van het Energiebesluit. Het aandeel van de brandstof van de ketel of WKK uit organisch-biologische stof, zoals hieronder gedefinieerd, bepaald bij ontwerp voor nieuwe installaties, of voor een bestaande installatie tijdens de laatste drie kalenderjaren mits de brandstofmix van de installatie gedurende deze periode representatief is voor de brandstofmix.De opwekker k is een bovenliggend systeem van externe warmtelevering Het hernieuwbaar aandeel van het bovenliggend systeem van externe warmtelevering.De opwekker k is een installatie voor de verbranding van restafval die valt onder 6.1.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010. De hoeveelheid elektriciteitsproductie uit het organisch-biologische deel van restafval, volgens 6.1.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010.De opwekker k is een installatie die restwarmte produceert (met uitzondering van afvalverbrandingsinstallaties die vallen onder 6.1.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010) 0De opwekker k is een systeem van diepe geothermie 1Andere opwekkers k 018° In punt 4 wordt Tabel 5 vervangen door volgende tabel: "Tabel 5: Het hernieuwbaar aandeel van warmteopwekker k van het systeem van externe warmtelevering Type opwekker k fRE,kDe opwekker k is een warmtepomp 1 - 1/SPF met SPF zoals berekend in 3.3.2De opwekker k is een warmteopwekkingsinstallatie op biomassa of een kwalitatieve WKK op biomassa (met uitzondering van afvalverbrandingsinstallaties die vallen onder 6.1.10 van het Energiebesluit), die voldoet aan de volgende voorwaarde: - de organisch-biologische brandstof voldoet aan de vereisten bedoeld in artikel 7.4.2, § 1, laatste lid met betrekking tot de herkomst van vaste biomassa van het Energiebesluit; - de vloeibare biomassa voldoet aan de duurzaamheidscriteria, vermeld in artikel 6.1.16 § 1/1 van het Energiebesluit. Het aandeel van de brandstof van de ketel of WKK uit organisch-biologische stof, zoals hieronder gedefinieerd, bepaald bij ontwerp voor nieuwe installaties, of voor een bestaande installatie tijdens de laatste drie kalenderjaren mits de brandstofmix van de installatie gedurende deze periode representatief is voor de brandstofmix.De opwekker k is een bovenliggend systeem van externe warmtelevering Het hernieuwbaar aandeel van het bovenliggend systeem van externe warmtelevering.De opwekker k is een installatie voor de verbranding van restafval die valt onder 6.1.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010. De hoeveelheid elektriciteitsproductie uit het organisch-biologische deel van restafval, volgens 6.1.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010.De opwekker k is een installatie die restwarmte produceert (met uitzondering van afvalverbrandingsinstallaties die vallen onder 6.1.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010) 0De opwekker k is een systeem van diepe geothermie 1Andere opwekkers k 0HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen Art. 5. Dit ministerieel besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het belgisch Staatsblad. Artikel 1, artikel 2 en artikel 4, 7°, 10°, 12°, 13°, 14°, 15° en 17° zijn voor het eerst van toepassing op dossiers waarvan de EPB-aangifte wordt ingediend vanaf de bekendmaking van dit ministerieel besluit in het Belgisch Staatsblad. Artikel 3 en artikel 4, 8°, 9°, 11°, 16° en 18° zijn voor het eerst van toepassing op dossiers waarvan de melding of de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wordt ingediend vanaf de bekendmaking van dit ministerieel besluit in het Belgisch Staatsblad. Artikel 4, 1°, 2°, 3°, 4°, 5° en 6° is voor het eerst van toepassing op dossiers waarvan de EPB-aangifte wordt ingediend vanaf de bekendmaking van dit ministerieel besluit in het Belgisch Staatsblad en waarvan de melding of de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wordt ingediend vanaf 1 januari 2017.