Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 NOVEMBER 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de voorwaarden tot exploitatie van de koelinstallaties



Inhoudstafel:

Doelstellingen
Art. 1
Definities
Art. 2
Gemeenschappelijke voorwaarden
Art. 3
Relatieve verliezen aan koelvloeistof van het type HFK
Art. 4
Controles
Art. 5
Herstelling van lekken
Art. 6
Register
Art. 7
Recuperatie van koelvloeistoffen
Art. 8
Ingedeelde inrichtingen
Art. 9
Opheffingsbepaling en inwerkingtreding
Art. 10
Uitvoering
Art. 11
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2012031301 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Doelstellingen
Artikel 1. Onderhavig besluit bepaalt de voorwaarden tot exploitatie van de koelinstallaties beoogd door rubriek 132 van de lijst van de ingedeelde inrichtingen die voorkomen in de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.
  Onderhavig besluit wijzigt de genoemde rubriek 132.

Definities
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Verordening (EU) nr. 517/2014: verordening (EU) nr. 517/2014 van het Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en de intrekking van verordening (EG) nr. 842/2006;
  2° Bevoegde overheid: de overheid die gemachtigd is een milieuattest of -vergunning uit te reiken of een verklaring te ontvangen in de zin van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;
  3° Leefmilieu Brussel: Leefmilieu Brussel opgericht door het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van Leefmilieu Brussel;
  4° Koelvloeistof: Vloeistof die in een koelcircuit wordt gebruikt voor warmtetransport, die warmte absorbeert bij een lage temperatuur en druk en die warmte afstaat bij een hogere temperatuur en druk waarbij de aggregatietoestand van de vloeistof doorgaans verandert;
  5° Bevoegd koeltechnicus: koeltechnicus zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2012 inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici, de registratie van koeltechnische bedrijven en de erkenning van de examencentra;
  6° Koelcircuit (inclusief de circuits van klimaatregelings- en warmtepompinstallaties): geheel van delen die koelvloeistof bevatten en die met elkaar verbonden zijn in een gesloten systeem waarin de koelvloeistof circuleert met als oogmerk het onttrekken of het toevoegen van warmte;
  7° Nominale koelvloeistofinhoud: hoeveelheid koelvloeistof die in een koelcircuit wordt gebruikt zodat dit kan functioneren onder de voorwaarden waarvoor het ontworpen is;
  8° Relatief koelvloeistofverlies: fractie van de nominale HFK-koelvloeistofcapaciteit, verloren over een kalenderjaar ten gevolge van emissies;
  9° GWP of aardopwarmingsvermogen: klimaatopwarmingsvermogen zoals bedoeld in artikel 2, punt 6 van verordening nr. 517/2014;
  10° HFK's of fluorkoolwaterstoffen: de stoffen opgesomd in deel 1 van bijlage I van verordening nr. 517/2014 of mengsels die een van deze stoffen bevatten;
  11° Algemene verordening inzake de bescherming van persoonsgegevens: de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en het vrije verkeer van die gegevens, en de intrekking van Richtlijn 95/46/EG.

Gemeenschappelijke voorwaarden
Art.3. § 1. Het gebruik in koelinstallaties van de producten beoogd door bijlage I van verordening (EG) nr. 1005/2009, namelijk de koelvloeistoffen CFK en HCFK, is verboden.
  § 2. Koelinstallaties moeten beantwoorden aan de norm NBN EN 378 die van kracht is op het ogenblik van hun installatie of aan elke andere gelijkwaardige norm, of aan elke andere gelijkwaardige code van goede praktijken.
  § 3. Onverminderd artikel 12, §§ 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 517/2014, een identificatieplaat en/of een etiket moet op de koelinstallaties worden aangebracht en minstens de volgende vermeldingen bevatten:
  1° De naam en het adres van de installateur of de fabrikant;
  2° Het model- of serienummer;
  3° Het bouwjaar of installatiejaar;
  4° Het type koelvloeistof (code ISO 817 of code ASHRAE);
  5° De nominale inhoud koelvloeistof uitgedrukt in kg;
  6° Het maximale elektrische vermogen dat geabsorbeerd wordt door de compressor(en) gelegen op eenzelfde koelcircuit uitgedrukt in kW.
  § 4. In de nabijheid van de koelinstallaties beoogd door rubriek 132 B moet een zichtbaar, leesbaar en gemakkelijk toegankelijk informatiepaneel of instructiefiche worden geplaatst, en de volgende vermeldingen bevat:
  1° de naam, adres en telefoonnummer van de onderhoudsdienst;
  2° instructies over de wijze waarop de koelinstallaties in of buiten bedrijf kunnen worden gesteld.

Relatieve verliezen aan koelvloeistof van het type HFK
Art.4. § 1. Alle maatregelen die technisch en economisch mogelijk zijn worden genomen om lekkage van gefluoreerde broeikasgassen tot een minimum te beperken en de relatieve verliezen aan HFK-type koelvloeistoffen te beperken tot maximaal 5 % per kalenderjaar.
  Het relatieve verlies wordt berekend op basis van de hoeveelheden koelvloeistof die worden toegevoegd of verwijderd van een koelcircuit, en die geregistreerd worden in het register bedoeld in artikel 7.
  § 2. Indien de relatieve verliezen meer bedragen dan 10 % gedurende twee opeenvolgende jaren, wordt de installatie buiten bedrijf gesteld en ontmanteld binnen een termijn van 12 maanden. Er kan evenwel een afwijkingsaanvraag worden ingediend bij Leefmilieu Brussel. In dat geval moet een verslag van een bevoegd koeltechnicus worden voorgelegd, dat aantoont dat de oorsprong van de lekken niet te wijten is aan de ouderdom of aan de slechte werking van de installatie.

Controles
Art.5. Elke koelinstallatie vereist :
  1° een maandelijkse visuele controle;
  2° onverminderd artikel 4 van Verordening (EG) nr. 517/2014, een ten minste jaarlijks dichtheidscontrole;
  3° een jaarlijks onderhoud.
  De milieuvergunning kan de modaliteiten en de frequentie van deze controles en dit onderhoud nader omschrijven.
  De volgende verrichtingen moeten minimaal worden uitgevoerd na elke herstelling, evenals bij elke dichtheidscontrole:
  1° nazicht van de goede staat en correcte werking van de volledige beschermings-, regel- en bedieningsapparatuur alsook van de alarmsystemen;
  2° dichtheidscontrole van de volledige installatie;
  3° controle op de aanwezigheid van corrosie.

Herstelling van lekken
Art.6. Eventuele lekken die worden opgespoord, moeten zo snel mogelijk worden hersteld en, voor installaties die HFK-koelvloeistoffen bevatten, zorgen de exploitanten ervoor dat de koelinstallatie binnen een termijn van maximaal 14 dagen hersteld wordt.
  Een eerste dichtheidscontrole gebeurt onmiddellijk na de herstelling.
  De oorzaak van het lek wordt in de mate van het mogelijke bepaald om te vermijden dat het zich opnieuw voordoet.
  Voor installaties die HFK's bevatten of daarvoor voorzien zijn, wordt de koelinstallatie of het koelcircuit onderworpen aan een bijkomende dichtheidscontrole binnen de maand volgend op de herstelling van een lek om na te gaan of het probleem doeltreffend hersteld is, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan de delen van de installatie of van het systeem die het gevoeligst zijn voor lekkage. Deze bijkomende controle mag niet op de dag van de herstelling plaatsvinden.

Register
Art.7. Onverminderd artikel 6, § 1, van Verordening (EG) nr. 517/2014, de exploitanten van koelinstallaties dienen een register bij te houden, waarvoor zij verwerkingsverantwoordelijke zijn, in de zin van de algemene verordening inzake de bescherming van persoonsgegevens.
  Dat register moet worden ingevuld door de koeltechnicus die belast is met het onderhoud van de koelinstallatie en moet de volgende gegevens in detail vermelden:
  1° de naam, het postadres en het telefoonnummer van de exploitant;
  2° de datum van inbedrijfstelling van de koelinstallatie, met vermelding van het type koelvloeistof, de nominale koelvloeistofinhoud alsook het maximale elektrische vermogen dat bij normale werking geabsorbeerd wordt door de compressor(en) gelegen op eenzelfde circuit;
  Indien nodig zal de exploitant een beroep doen op een geregistreerde koeltechniekonderneming om het type vloeistof te bepalen evenals de nominale vloeistofinhoud;
  3° het type en de datum van de interventies: onderhoud, herstelling, controle en definitieve verwijdering van de koelinstallatie of het koelcircuit;
  4° alle defecten en alarmen betreffende de koelinstallatie, die lekkage kunnen veroorzaken en de oorzaken van de lekken als ze zijn vastgesteld;
  5° de aard (nieuw, hergebruikt, gerecycleerd of geregenereerd gas), het type en de hoeveelheden koelvloeistof die gerecupereerd of toegevoegd werden bij elke interventie;
  6° de wijzigingen en vervangingen van onderdelen van het koelcircuit;
  7° een beschrijving en de resultaten van de dichtheidscontroles en de gebruikte methodes;
  8° de naam van de koeltechnicus die aan de installatie gewerkt heeft en, voor installaties die HFK's bevatten, het certificaatnummer van de bevoegdekoeltechnicus alsook de naam en het registratienummer van de geregistreerde onderneming waartoe hij behoort;
  9° de significante periodes van buitenbedrijfstelling;
  10° de resultaten van de controle van de lekdetectoren, als deze laatste aanwezig moeten zijn.
  De verschillende tests en proeven moeten bij het register gevoegd worden, evenals de berekeningen van de relatieve verliezen.
  Om de controle van de hoeveelheden toegevoegde of verwijderde koelvloeistof mogelijk te maken, moet de exploitant de facturen betreffende de aangekochte hoeveelheden koelvloeistof en andere vermeldingen van het register gedurende 5 jaar vanaf hun inschrijving in het register bijhouden.
  Deze registers en documenten worden op aanvraag ter beschikking gesteld van de bevoegde overheid. Wanneer de Europese regelgeving specifieke rapporteermodaliteiten oplegt, kan de bevoegde overheid de exploitanten verplichten om de gevraagde gegevens te verstrekken in de opgelegde vorm, ook langs elektronische weg.

Recuperatie van koelvloeistoffen
Art.8. § 1. In geval van definitieve buitendienststelling van een koelinstallatie moet de koelvloeistof binnen de maand worden afgelaten.
  In geval van buitendienststelling of herstelling waarbij de HFK-koelvloeistof moet worden afgelaten, moet deze door een bevoegd koeltechnicus worden opgevangen in speciaal daarvoor bestemde en gemarkeerde recipiënten.
  § 2. Koelinstallaties die definitief buiten dienst worden gesteld, moeten binnen een termijn van 2 jaar worden ontmanteld.

Ingedeelde inrichtingen
Art.9. Rubriek 132 van de lijst van de ingedeelde inrichtingen die voorkomen in de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van de klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, wordt vervangen door de rubriek zoals beschreven in de bijlage van onderhavig besluit.

Opheffingsbepaling en inwerkingtreding
Art.10. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2012 betreffende koelinstallaties wordt herroepen.
  Dit besluit treedt in werking drie maanden na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

Uitvoering
Art.11. De minister die bevoegd is voor Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2018, p. 100984)