26 OKTOBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering over de bijdrage van de gemeenten in de uitgaven die verbonden zijn aan de gewestelijke ontvangers
Art. 1-7
Artikel 1. Elk kalenderjaar krijgen de gemeenten die gebruikmaken van een gewestelijke ontvanger, een afrekening van het voorgaande kalenderjaar voor het gebruik van die gewestelijke ontvanger.
Art.2. De bijdrage die elke gemeente betaalt, is afhankelijk van de prestatiebreuk van de gewestelijke ontvanger in dat bestuur.
Art.3. Elk jaar worden de totale kosten die het Agentschap Binnenlands Bestuur tijdens het voorgaande jaar gemaakt heeft voor de gewestelijke ontvangers, samengeteld. Het totaalbedrag dat op die manier verkregen wordt, wordt gedeeld door het aantal gewestelijke ontvangers, uitgedrukt in voltijdsequivalenten, dat in dat jaar in dienst geweest is. Het quotiënt daarvan vormt de gemiddelde kostprijs per gewestelijke ontvanger.
De bijdrage van elke gemeente wordt berekend door de gemiddelde kostprijs per gewestelijke ontvanger, vermeld in het eerste lid, te vermenigvuldigen met de prestatiebreuk van de gewestelijke ontvanger, vermeld in artikel 2, in dat bestuur, uitgedrukt in achtendertigsten.
Voor de berekening van de totale kosten voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 juli 2018 worden ook de prestaties van de gewestelijke ontvangers voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn meegenomen in de berekening, vermeld in het eerste lid.
Art.4. In afwijking van artikel 3, tweede lid, wordt voor de gemeenten tot 1500 inwoners het product, verkregen door de vermenigvuldiging, vermeld in artikel 3, tweede lid, gedeeld door twee.
Voor de toepassing van dit artikel gelden de bevolkingsaantallen van de gemeenten, vermeld in artikel 4, § 3, eerste lid, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Art.5. Dit besluit wordt de eerste keer toegepast in 2019 bij de afrekening van de kosten van de prestaties door de gewestelijke ontvangers in het kalenderjaar 2018.
Art.6. Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2008 betreffende de bijdrage van de besturen in de uitgaven die verbonden zijn aan de gewestelijk ontvangers, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009, wordt opgeheven.
Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.