Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

27 SEPTEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het Reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de nationale orden aan de voorzitters, rechters, referendarissen, griffiers en aan de personeelsleden van het grondwettelijk hof



Inhoudstafel:


Art. 1-4
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Het reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de voorzitters, rechters, referendarissen en griffiers van het Grondwettelijk Hof dat bijlage A van dit besluit vormt, wordt goedgekeurd.

Art.2. Het reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de personeelsleden van het Grondwettelijk Hof dat bijlage B van dit besluit vormt, wordt goedgekeurd.

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking vanaf de beweging van 8 april 2015.

Art.4. De minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage A. - Reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de voorzitters, rechters, referendarissen en griffiers van het Grondwettelijk Hof.
  1. Het onderhavig reglement is van toepassing op de voorzitters, rechters, referendarissen en griffiers van het Grondwettelijk Hof.
  De toegekende onderscheidingen en de voornaamste termijnvoorwaarden worden aangegeven in de bij dit reglement gevoegde tabellen.
  2. Elke toekenning die onderworpen is aan een termijn, vindt plaats bij de beweging die het ogenblik voorafgaat waarop de betrokken persoon werkelijk aan de voorwaarden zou voldoen om gedecoreerd te worden.
  3. Aan de voorzitters, rechters, referendarissen en griffiers van het Grondwettelijk Hof mogen in geen andere hoedanigheid eretekens in de Nationale Orden toegekend worden.
  Er wordt enkel een uitzondering gemaakt wat betreft:
  1° de eretekens wegens oorlogsfeiten;
  2° de reserveofficieren, die mogen kiezen tussen het administratief reglement en het militair reglement; deze keuze is bindend voor heel de duur van de inschrijving van de betrokkenen in het reservekader van het Leger;
  4. Niemand mag worden gedecoreerd wanneer aan zijn functie een einde wordt gesteld in toepassing van artikelen 49 en 50, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof.
  5. De in bijgevoegde tabellen vermelde jaren betreffen termijnen tijdens welke de functie ononderbroken werd uitgeoefend.
  De benodigde termijn van 6 of 8 jaar om de eretekens als rechter, referendaris of griffier te bekomen, kan worden teruggebracht tot 3 jaar voor de rechters, referendarissen en griffiers bij hen opruststelling, op voorwaarde dat zij gedurende ten minste 25 jaar de functie van rechter, referendaris of griffier bij het Grondwettelijk Hof hebben uitgeoefend.
  Voor de berekening van deze 25 jaar worden eveneens in aanmerking genomen:
  a) Voor de rechters: de periodes van uitoefening van de in artikel 34, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof bedoelde functies en mandaten;
  b) Voor de griffiers: de periodes van uitoefening van de in artikel 41 van dezelfde bijzondere wet bedoelde functies.
  De rechters, referendarissen en griffiers die bij hun opruststelling niet voldoende dienstjaren hebben bereikt om aanspraak te maken op het in hun tabel vermelde ereteken, kunnen het onmiddellijk lagere ereteken in de gecombineerde hiërarchie van de drie Orden ontvangen voor zover er tenminste twee jaar verstreken is sinds het vorige ereteken.
  6. De voorzitters, rechters, referendarissen en griffiers die voor oorlogsfeiten een ereteken hebben ontvangen dat hun kan worden toegekend krachtens onderhavig reglement, kunnen het onmiddellijk hogere ereteken in de gecombineerde hiërarchie van de drie Orden ontvangen.
  Tabel betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de voorzitters van het Grondwettelijk Hof


 Bij de benoeming tot voorzitter Bij oppensioenstelling, voor zover de betrokkene voorzitter van het Hof is geweest gedurende ten minste twee jaar
Voorzitter Grootkruis in de Kroonorde Grootlint in de Leopoldsorde
Tabel betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de rechters van het Grondwettelijk Hof


 Na 2 jaar ambtsuitoefening 6 jaar na het de toekenning van het vorige ereteken 8 jaar na het de toekenning van het vorige ereteken
Rechter Commandeur in de Leopoldsorde Grootofficier in de Kroonorde Grootkruis in de Orde van Leopold II
(1) De rechter die bij zijn benoeming in het Hof reeds houder is van het ereteken van Commandeur in de Leopoldsorde kan aanspraak maken op het ereteken van Grootofficier in de Orde van Leopold II na 2 jaar ambtsuitoefening
  (2) De rechter die bij zijn benoeming in het Hof reeds houder is van het ereteken van Grootofficier in de Orde van Leopold II kan aanspraak maken op het ereteken van Grootofficier in de Kroonorde na 4 jaar ambtsuitoefening
  (3) De rechter die bij zijn benoeming in het Hof reeds houder is van het ereteken van Grootofficier in de Kroonorde of in de Leopoldsorde kan aanspraak maken op het Grootkruis in de Orde van Leopold II na 6 jaar ambtsuitoefening
  Tabel betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de referendarissen en de griffiers van het Grondwettelijk Hof


 Na 4 jaar ambtsuitoefening en minstens 40 jaar oud zijn 8 jaar na het de toekenning van het vorige ereteken 8 jaar na het de toekenning van het vorige ereteken
Referendaris
  Griffier
Commandeur in de Kroonorde Grootofficier in de Orde van Leopold II Grootofficier in de Leopoldsorde
(1) De referendaris of griffier die bij zijn benoeming bij het Hof reeds houder is van de onderscheiding Commandeur in de Kroonorde, kan die van Commandeur in de Leopoldsorde ontvangen na vier jaar in functie.
  (2) De referendaris of griffier die bij zijn benoeming bij het Hof reeds houder is van de onderscheiding Commandeur in de Leopoldsorde, kan die van Grootofficier in de Orde van Leopold II ontvangen na zes jaar in functie.

Art. N2. Bijlage B. - Reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de leden van het personeel van het Grondwettelijk Hof.
  1. Het onderhavig reglement is van toepassing aan de leden van het personeel van het Grondwettelijk Hof.
  2. In onderhavig reglement wordt de minimumleeftijd voor de opname in de Nationale Orden vastgesteld op 40 jaar.
  3. Een tijdspanne van 10 jaar geldt tussen twee onderscheidingen in de Nationale Orden ten gunste van eenzelfde persoon, behalve wanneer het gaat om eretekens die toegekend worden voor oorlogsfeiten.
  Deze termijn kan zo nodig ingekort worden, zonder evenwel te kunnen worden teruggebracht tot minder dan 5 jaar, wanneer de vorige onderscheiding later toegekend werd dan op de minimumleeftijd die in die leeftijdsklasse voorzien is.
  4. In elke leeftijdsklasse, van 40 tot 50, van 50 tot 60 en van 60 tot 65 jaar, mag niemand meer dan eenmaal onderscheiden worden, onverminderd de uitzondering die in het eerste lid van het voorgaande artikel voorzien is.
  5. De ambtenaren met de graad van eerstaanwezend secretaris of van niveau A of niveau B, moeten beschikken over 10 jaar dienstanciënniteit en gedurende minstens 2 jaar hun functie uitgeoefend hebben om aanspraak te kunnen maken op de voorziene onderscheiding. Bovendien is voor het toekennen van de laatste in de tabel voorkomende onderscheiding aan de personeelsleden van niveau A, een niveauanciënniteit van 25 jaar vereist. Wanneer die anciënniteit niet zou bereikt zijn, kan een lagere onderscheiding van een graad in de gezamenlijke rangorde van de Orden toegekend worden.
  6. De ambtenaren met de graad van eerste secretaris, secretaris en adjunct-secretaris en van niveau D, moeten een administratieve loopbaan van minstens 20 jaar doorlopen hebben om aanspraak te kunnen maken op de eerste onderscheiding.
  7. Er wordt voor de toepassing van de onderhavige gelijkstelling, geen rekening gehouden met de tijdelijke waarneming van functies die tot een hoger hiërarchische rang behoren dan de rang van het werkelijk beklede ambt.
  De onderscheiding voorzien tussen de leeftijd van 60 jaar en de wettelijke pensioenleeftijd voor personeelsleden die houder zijn van de graad van eerste adviseur kan ook worden toegekend aan de personeelsleden die houder zijn van de graad van adviseur en die sinds ten minste twee jaar de functie van diensthoofd of adjunct-revisor uitoefenen, alsook aan hen die al houder zijn van de graad van adviseur in het jaar van de bekendmaking van dit reglement in het Belgische Staatsblad.
  8. De leden van het personeel van het Grondwettelijk Hof mogen in geen andere hoedanigheid eretekens in de Nationale Orden toegekend worden.
  Er wordt enkel uitzondering gemaakt wat betreft:
  1° de eretekens wegens oorlogsfeiten;
  2° reserveofficieren, die mogen kiezen tussen het administratief reglement en het militair reglement; deze keuze is bindend voor de hele duur van de inschrijving van de betrokkenen in het reservekader van het Leger.
  9. De toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden valt onder de bevoegdheid van de Eerste Minister. Van deze regel wordt slechts afgeweken ingeval een belanghebbende zich, in oorlogstijd, eventueel bij het Leger bevindt.
  10. Niet-statutaire ambtenaren worden niet onderscheiden. Nadat zij benoemd zijn, wordt echter de tijd die zij aldus hebben doorgebracht, aangerekend als tijd doorgebracht in een definitieve betrekking.
  11. De tijd die gedurende de administratieve loopbaan onder de wapens wordt doorgebracht, wordt er niet van afgetrokken.
  12. Indien iemand in toepassing van artikel 7, § 1, van de wet van 1 mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden ten minste het ereteken bezit dat voor zijn toestand is voorzien, wordt hem geen ereteken toegekend.
  Van deze regel wordt slechts afgeweken indien het gaat om eretekens verworven voor oorlogsfeiten. In dit geval mag de betrokken persoon de onderscheiding ontvangen die, in de gezamenlijke rangorde van de Orden, onmiddellijk hoger is dan die welke hem (haar) werd toegekend. Iedere eventualiteit buiten dit geval geeft aanleiding tot toepassing van punt 18 van de onderhavig reglement.
  13. Niemand mag worden gedecoreerd indien hij een negatieve vermelding heeft gekregen. In dat geval gebeurt de toekenning van een onderscheiding tijdens de eerstvolgende beweging na een evaluatie waarvan de vermelding niet negatief is.
  14. Elke toekenning vindt plaats bij de beweging die het ogenblijk voorafgaat waarop de betrokken persoon werkelijk aan de voorwaarden zou voldoen om gedecoreerd te worden.
  15. Geen enkele termijn is vereist tussen de toekenning van een onderscheiding in de Nationale Orden en de toekenning van een ereteken van een andere aard.
  16. a) Dienst- en niveauanciënniteit worden berekend volgens de principes van het personeelsstatuut van het administratief personeel van het Grondwettelijk Hof.
  b) Afwezigheidsperioden die gelijkgesteld worden met de administratieve stand non-activiteit komen niet in aanmerking voor de toekenning van een onderscheiding.
  17. Tuchtstraffen.
  Vertragingen van de hieronder aangeduide duur volgen uit de navolgende beslissingen die worden genomen jegens de personeelsleden van de diensten van het Grondwettelijk Hof:
  - waarschuwing: 6 maanden
  - berisping: 9 maanden
  - inhouding van wedde: 12 maanden
  - schorsing: 24 maanden
  Deze termijnen nemen een aanvang op de dag dat de straf uitgesproken wordt. In die gevallen gebeurt de toekenning van een onderscheiding tijdens de eerstvolgende beweging na de bovenvermelde termijn.
  18. Elke afwijking van deze gelijkstelling dient het voorwerp uit te maken van de procedure voorzien in artikelen 6 en 13 van de wet van 1 mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden.
  Tabel betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de leden van het personeel van het Grondwettelijk Hof



  Niveau

  Graad Grondwettelijk Hof

  40 tot 50 jaar

  50 tot 60 jaar

  60 tot 65 jaar
A Eerste adviseur Officier in de Kroonorde Commandeur in de Orde van Leopold II Commandeur in de Leopoldsorde
 Adviseur
  Officier in de Kroonorde

  Commandeur in de Orde
  van Leopold II

  Commandeur in de
  Kroonorde
  
 Eerste attaché
  Attaché

  Ridder in de Leopoldsorde

  Officier in de Kroonorde

  Commandeur in de Orde
  van Leopold II
B Eerstaanwezend deskundige
  Ridder in de Kroonorde

  Ridder in de Leopoldsorde

  Officier in de Orde van
  Leopold II
 Eerste deskundige
  Deskundige
  Adjunct-deskundige

  Ridder in de Orde van
  Leopold II

  Ridder in de Kroonorde

  Ridder in de Leopoldsorde
C Eerstaanwezend secretaris
  Ridder in de Orde van
  Leopold II

  Ridder in de Kroonorde

  Ridder in de Leopoldsorde
 Eerste secretaris
  Secretaris
  Adjunct-secretaris

  -

  Ridder in de Orde van
  Leopold II

  Ridder in de Kroonorde
D Eerstaanwezend medewerker - Ridder in de Orde van
  Leopold II
Ridder in de Kroonorde
 Eerste medewerker
  Medewerker
  Adjunct-medewerker

  -

  Gouden Palmen in de
  Kroonorde

  Ridder in de Orde van
  Leopold II