Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 JUNI 2018. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 11 maart 2018 op het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen, wat de beperkte betalingsinstellingen en beperkte instellingen voor elektronisch geld betreft



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Beperkte betalingsinstellingen
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Beperkte instellingen voor elektronisch geld
Art. 3
HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding en slotbepaling
Art. 4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° de wet: de wet van 11 maart 2018 op het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen;
  2° beperkte betalingsinstelling: een instelling als bedoeld in artikel 2, 9°, van de wet die geregistreerd is op grond van artikel 82 van de wet;
  3° beperkte instelling voor elektronisch geld: een instelling als bedoeld in artikel 2, 74°, van de wet.

HOOFDSTUK 2. - Beperkte betalingsinstellingen
Art.2. De beperkte betalingsinstelling is vrijgesteld van de toepassing van:
  1° artikel 15 van de wet;
  2° artikel 18 van de wet;
  3° artikel 20, § 2, van de wet;
  4° artikel 21, § 1, 1°, 5°, 6°, 7° en 8°, van de wet in de mate dat deze bepalingen geen betrekking hebben op de naleving van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten;
  5° artikel 33, § 1, tweede lid, en § 2, van de wet;
  6° artikel 34, § 1, 1°, van de wet voor wat de organisatieregelingen van de instelling als bedoeld in artikel 21, § 1, 1°, 5°, 6°, 7° en 8°, van de wet betreft;
  7° artikel 36, eerste lid, van de wet voor wat de maatregelen voor de naleving en de tenuitvoerlegging van artikel 21, § 1, 1°, 5°, 6°, 7° en 8°, van de wet betreft;
  8° artikel 36, tweede en derde lid, van de wet;
  9° artikel 48 van de wet;
  10° artikelen 59 tot 70 van de wet.

HOOFDSTUK 3. - Beperkte instellingen voor elektronisch geld
Art.3. De beperkte instelling voor elektronisch geld is vrijgesteld van de toepassing van:
  1° artikel 171 van de wet
  2° artikel 173 van de wet, met dien verstande dat artikel 17 van toepassing is voor wat betreft de betalingsdiensten die door de beperkte instelling voor elektronisch geld aangeboden zijn;
  3° artikel 175, § 2, van de wet;
  4° artikel 176, § 1, van de wet voor wat betreft de verwijzing naar artikel 21, § 1, 1°, 5°, 6°, 7° en 8°, van de wet en in de mate dat het geen betrekking heeft op de naleving van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten;
  5° artikel 179, § 1, van de wet voor wat de organisatieregelingen van de instelling als bedoeld in artikel 176 van de wet voor wat de verwijzing naar artikel 21, § 1, 1°, 5°, 6°, 7° en 8°, van de wet betreft;
  6° artikel 180, eerste lid van de wet voor wat de maatregelen voor de naleving en de tenuitvoerlegging van artikel 176 van de wet voor wat de verwijzing naar artikel 21, § 1, 1°, 5°, 6°, 7° en 8°, van de wet betreft;
  7° artikel 180, tweede en derde lid, van de wet;
  8° artikel 182, § 1, eerste lid, van de wet;
  9° artikelen 186 tot 189 van de wet.

HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding en slotbepaling
Art. 4. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.