Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 SEPTEMBER 2018. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de tarieven en de nadere regels betreffende de aanvragen en de betalingen van door de federale politie uitgevoerde uitzonderlijke opdrachten van bestuurlijke politie



Inhoudstafel:


Art. 1-8
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001001339  2010000430 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de uitzonderlijke opdrachten van bestuurlijke politie bedoeld in artikel 115, § 4, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
  Worden gelijkgesteld met de opdrachten bedoeld in het eerste lid, de opleidingen en getuigschriften die enkel door de federale politie kunnen worden gegeven.

Art.2. § 1. De bij artikel 115, § 8, van dezelfde wet bepaalde berekening van de kosten en valorisaties gekoppeld aan de aanvragen en de betalingen bedoeld in artikel 115, § 4, van dezelfde wet, wordt uitgevoerd op basis van volgende kosten:
  1° de personeelskosten bestaande uit:
  a) de gepresteerde manuren aan een gemiddelde kost per manuur "all-ranks" bij de federale politie;
  b) in voorkomend geval, een toeslag voor de gepresteerde weekend- en/of nachturen;
  c) een vast percentage van 3 % overuren op de gepresteerde uren;
  d) in voorkomend geval, een toeslag voor de maaltijden;
  2° de werkingskosten bestaande uit:
  a) de werkingskosten verbonden aan de uitrusting van het personeel;
  b) de communicatiekosten;
  c) de onderhoudskost;
  d) de brandstofkost gerekend per afgelegde kilometer per voertuig;
  3° de investerings- en afschrijvingskosten, zijnde:
  a) deze inzake de communicatiemiddelen;
  b) deze inzake de bewapening;
  c) de kost van de afschrijving van de voertuigen gerekend per dag per voertuig;
  d) deze inzake de bijzondere uitrusting en materiaal;
  4° de kosten verbonden aan de inzet van een luchtsteunmiddel;
  5° de kosten betreffende de inzet van de vaartuigen van de scheepvaartpolitie;
  6° de kosten betreffende de beveiliging van de nucleaire sites.
  § 2. De werkingskosten bedoeld in § 1, 2°, a, b en c evenals de investerings- en afschrijvingskosten bedoeld in § 1, 3°, a, b en d, worden berekend per dag en per man.
  § 3. Een beheerskost van 15% die de indirecte kosten dekt, wordt bijgerekend bij de personeelskosten bedoeld in § 1, 1°, de werkingskosten bedoeld in § 1, 2° evenals bij de investerings- en afschrijvingskosten bedoeld in § 1, 3°.
  § 4. De kosten verbonden aan de inzet van een luchtsteunmiddel bedoeld in § 1, 4°, worden berekend op basis van een "all-in"-kost per vlieguur en per type ingezet toestel.
  § 5. De kosten verbonden aan de inzet van de scheepvaartpolitie bedoeld in § 1, 5°, worden berekend op basis van een "all-in"-kost, naar gelang van het geval met of zonder bemanning, per vaaruur en per type ingezet vaartuig.
  § 6. De kosten verbonden aan de beveiliging van de nucleaire sites bedoeld in § 1, 6°, worden berekend op basis van een "all in" kost per dag en per site.

Art.3. De tarieven vastgesteld op basis van de berekening bepaald in artikel 2 zijn opgenomen in de bijlage van dit besluit.
  De bedragen die voorkomen in die bijlage worden gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de regels voorgeschreven door de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Ze zijn verbonden aan de spilindex 138,01.

Art.4. De verzoeken van rechtspersonen met betrekking tot opdrachten bedoeld in artikel 1 worden aan mijn ambt gericht.
  Die verzoeken kunnen betrekking hebben op eenmalige opdrachten of opdrachten van terugkerende aard.
  Indien de Minister van Binnenlandse Zaken meent op dergelijk verzoek te kunnen ingaan, stuurt hij het door naar de commissaris-generaal van de federale politie die de omvang en de aard vaststelt van het personeel en de middelen die zullen worden ingezet.

Art.5. Een protocolakkoord wordt gesloten tussen de commissaris-generaal en de gedelegeerd bestuurder bevoegd voor de verzoekende rechtspersoon.
  In dat protocolakkoord wordt inzonderheid op concrete wijze bepaald:
  1° de beschrijving van de prestaties, van de toegewezen effectieven en van het materiaal en de eventueel voor de uitvoering van deze prestaties aangewende onroerende goederen;
  2° de periodiciteit en de kostberekening voor de gevraagde opdrachten;
  3° de betalingsmodaliteiten;
  4° de duur van het protocol;
  5° de opzegtermijnen.

Art.6. Indien de prestaties geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden uitgevoerd omwille van redenen die niet aan de federale politie kunnen worden toegerekend, worden de werkelijke gedragen kosten in het raam van de voorbereiding van de prestaties gefactureerd.

Art.7. In geval van wanbetaling kan de uitvoering van de prestaties worden opgeschort zolang de schulden niet vereffend zijn.

Art.8. Opgeheven worden:
  1° het ministerieel besluit van 19 december 2001 tot bepaling van de tarieven voor uitzonderlijke opdrachten van bestuurlijke politie in het kader van het beveiligd waardevervoer, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 10 mei 2007 en 24 juli 2013;
  2° het ministerieel besluit van 14 juli 2010 tot vaststelling van de tarieven voor uitzonderlijke opdrachten van bestuurlijke politie in het raam van de transporten te water voor de constructie van windmolenparken in de zeegebieden onder de Belgische rechtsbevoegdheid.

BIJLAGE.
Art. N.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 10-10-2018, p. 76746)