8 JULI 2018. - Koninklijk besluit betreffende de benaming en de kenmerken van de gasolie-diesel en van de benzines(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-07-2018 en tekstbijwerking tot 13-09-2021)
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit heeft als doel:
1° de gedeeltelijke omzetting in Belgisch recht van het artikel 7 van Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van de benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van de richtlijn 93/12/EEG van de Raad;
2° de gedeeltelijke omzetting in Belgisch recht van het artikel 1, 3), 4) en 8) van de Richtlijn 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG met betrekking tot de specificatie van benzine, dieselbrandstof en gasolie en tot invoering van een mechanisme om de emissies van broeikasgassen te monitoren en te verminderen, tot wijziging van Richtlijn 1999/32/EG van de Raad met betrekking tot de specificatie van door binnenschepen gebruikte brandstoffen en tot intrekking van Richtlijn 93/12/EEG;
3° de gedeeltelijke omzetting in Belgisch recht van het artikel 1, 1), 2) en 3) van de Richtlijn 2011/63/EU van de Commissie van 1 juni 2011 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof, met het oog op de aanpassing ervan aan de technische vooruitgang.
Art.2.De gasolie-diesel gebruikt voor de wegentoepassingen en de niet voor de weg bestemde toepassingen, hierna gasolie-diesel genoemd, dient te beantwoorden aan één van de volgende normen:
1° de norm NBN EN 590 - Brandstoffen voor wegvoertuigen - Diesel - Eisen en proefmethoden;
2° de norm NBN EN 15940 - Paraffinische diesel verkregen door synthese en/of hydrobehandeling;
3° de norm NBN EN 16709 - Diesel bevattende verhoogde FAME-waarden (B20-B30), voor bedrijfswagenparken;
4° [2 de norm NBN EN 16734, met uitzondering van het FAME-gehalte - Diesel bevattende minimaal 7,5 en maximaal 10 volumeprocent FAME.]2
De benzines gebruikt in het wegvervoer en in niet voor de weg bestemde toepassingen moeten conform zijn met de norm NBN EN 228 - Brandstoffen voor wegvoertuigen - Ongelode benzines - Eisen en proefmethoden.
[1 Omwille van de COVID-19-pandemie en de beperkende maatregelen opgelegd door de federale regering, wordt de overgangsperiode betreffende de vluchtigheid van de benzines uitsluitend voor het jaar 2020 uitgesteld zoals volgt :
de overgangsperiode waarin mengsels van klassen A en E1 toegelaten worden, zoals gedefinieerd in de norm NBN EN 228, wordt verlengd met één maand tot en met 31 mei 2020. De zomerperiode wanneer alleen benzines van klasse A worden toegelaten, begint op 1 juni 2020.
Indien nodig, als gevolg van de mogelijke gevolgen van de COVID-19-crisis, kunnen de ministers bevoegd voor Energie en Economie uiterlijk op 1 juni 2020 de overgangsperiode éénmalig met één extra maand verlengen van 1 juni tot 30 juni 2020, de zomerperiode begint dan op 1 juli 2020. Deze laatste verlenging is alleen van toepassing op benzines die verkrijgbaar zijn bij openbare tankstations.
De marktdeelnemers die verantwoordelijk zijn voor de verkoop van benzine aan de eindverbruiker, zijn verplicht de nodige maatregelen te nemen om deze laatste te informeren over de kwaliteit van de aan hem verkochte benzine.]1
----------
(1)<KB 2020-04-30/02, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-05-2020>
(2)<KB 2021-08-14/17, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 13-09-2021>
Art.3. Het is verboden een product op de markt te brengen onder de benaming gasolie-diesel, indien het niet de kenmerken bezit bedoeld in artikel 2, eerste lid.
Het is verboden een product op de markt te brengen onder de benaming benzine, indien het niet de kenmerken bezit bedoeld in artikel 2, tweede lid.
Art.4.[1 Zonder afbreuk te doen aan het facultatief gelijktijdig gebruik van merken of alle andere commerciële benamingen, wordt één van de volgende benamingen aangeduid op alle documenten bestemd voor de verkoop en de levering, conform de merktekens voorzien in de norm NBN EN 16942 en vermeld als volgt:
1° gasolie-diesel B7 gebruikt voor de wegentoepassingen;
2° gasolie-diesel B7 gebruikt voor de niet voor de weg bestemde toepassingen;
3° gasolie-diesel B10 gebruikt voor de wegentoepassingen;
4° gasolie-diesel B20 gebruikt voor de wegentoepassingen;
5° gasolie-diesel B30 gebruikt voor de wegentoepassingen;
6° gasolie-diesel XTL gebruikt voor de wegentoepassingen;
7° benzine E5 gebruikt in het wegvervoer;
8° benzine E5 gebruikt in niet voor de weg bestemde toepassingen;
9° benzine E10 gebruikt in het wegvervoer;
10° benzine E10 gebruikt in niet voor de weg bestemde toepassingen.]1
Iedere pomp bestemd voor de verkoop van gasolie-diesel of benzine draagt zichtbaar en leesbaar het merkteken voorzien in de norm NBN EN 16942.
Elk tankstation waar de in dit besluit vermelde producten worden verkocht, moet, op een duidelijk zichtbare plaats, voorzien zijn van een bord met ten minste de volgende onuitwisbare opschriften:
1° de naam of de bedrijfsnaam van de contactpersoon voor de vragen over de conformiteit van de verkochte producten;
2° het adres van de maatschappelijke zetel en het ondernemingsnummer van deze contactpersoon.
----------
(1)<KB 2021-08-14/17, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 13-09-2021>
Art.5. Indien, als gevolg van uitzonderlijke gebeurtenissen, een plotselinge verandering in het aanbod van ruwe olie of olieproducten het moeilijk wordt de in het artikel 3 bedoelde kwaliteitseisen in acht te nemen, dient de betrokken raffinaderij, bij een ter post aangetekend schrijven, een verzoekschrift in bij de minister bevoegd voor Energie. Dit verzoekschrift bevat minstens de volgende elementen:
1° de omstandige beschrijving van de uitzonderlijke gebeurtenissen;
2° de brandstofspecificaties die niet meer in acht kunnen worden genomen;
3° de identificatie van de plotse verandering in het aanbod van ruwe olie of olieproducten.
De minister kan, na de Europese Commissie te hebben ingelicht, voor een of meer brandstofcomponenten van deze brandstof voor een tijdvak van ten hoogste zes maanden hogere grenswaarden toestaan.
Art.6. Opgeheven worden:
1° het koninklijk besluit van 19 september 2013 betreffende de benaming en de kenmerken van de gasolie-diesel voor wegvoertuigen;
2° het koninklijk besluit van 19 september 2013 betreffende de benamingen en de kenmerken van benzines voor benzinemotoren.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op de tiende dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 4, tweede lid, dat in werking treedt op 12 oktober 2018.
Art. 8. De minister bevoegd voor Economie, de minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd voor Middenstand en de minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.