26 APRIL 2018. - Ministerieel besluit tot vaststelling van een wedstrijdreglement voor de aanwijzing van de kandidaat voor deelname aan de Landschapsprijs van de Raad van Europa
HOOFDSTUK 1. - Kwalificaties, rechten en plichten van de kandidaten
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Kandidaatstelling
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Procedure
Art. 5-9
HOOFDSTUK 4. - Beoordelingscriteria
Art. 10
HOOFDSTUK 5. - Jury en secretariaat
Art. 11-12
HOOFDSTUK 6. - Inwerkingtreding
Art. 13
HOOFDSTUK 1. - Kwalificaties, rechten en plichten van de kandidaten
Artikel 1. § 1. Overeenkomstig artikel 9.2.2 van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 wordt de Landschapsprijs toegekend aan verenigingen, groeperingen, partnerschappen, lokale overheden of autoriteiten die ofwel op individuele basis, ofwel in overleg met andere lokale of regionale actoren een beleid of maatregelen in de praktijk omgezet hebben met het oog op de bescherming, het beheer, de ontwikkeling of de inrichting van het landschap in het Vlaamse Gewest. Het beleid of de maatregelen geven blijk van duurzaamheid en kunnen zodoende als voorbeeld dienen voor andere betrokken Europese actoren.
Land- of gewestgrensoverschrijdende projecten komen in aanmerking op voorwaarde dat ze het voorwerp uitmaken van een gecoördineerd beheer.
§ 2. Door de deelname aan de Landschapsprijs accepteert de kandidaat dit wedstrijdreglement. De kandidaat mag zijn deelname aan de Landschapsprijs valoriseren.
HOOFDSTUK 2. - Kandidaatstelling
Art.2. De kandidaat dient een dossier in in het Nederlands en in één van de twee officiële talen van de Raad van Europa, namelijk het Frans of het Engels.
Art.3. § 1. Een volledige kandidatuur bestaat uit:
1° een correct ingevulde kandidaatfiche van de Raad van Europa, van maximaal tien getypte bladzijden;
2° minstens vier en hoogstens tien representatieve foto's van het project, met een minimale resolutie van 2000 x 3000 pixels;
3° een tekst van maximaal vijf bladzijden, afbeeldingen inbegrepen, die door het Vlaamse Gewest voor publicatie kan worden aangewend;
4° een verklaring op erewoord dat het project de bestaande wetgeving respecteert;
5° in voorkomend geval, het akkoord van de initiatiefnemer of opdrachtgever van het project die door een derde wordt voorgedragen.
De kandidaatfiche, vermeld in het eerste lid, 1°, is beschikbaar op de website van het agentschap Onroerend Erfgoed.
De kandidaat mag de kandidatuur bijkomend documenteren met kaarten, oude of recente afbeeldingen en andere nuttige informatie.
Het ingediende materiaal moet vrij zijn van rechten met het oog op het gebruik voor communicatie, promotie, publicatie of acties die gelinkt zijn aan het Europees Landschapsverdrag, ondertekend in Firenze op 20 oktober 2000, door zowel de Raad van Europa als door het Vlaamse Gewest.
§ 2. De Raad van Europa en het Vlaamse Gewest engageren zich ertoe de naam van de auteur te vermelden.
Art.4. De kandidaten dienen hun kandidatuur digitaal in, op de wijze die de oproep voorschrijft.
HOOFDSTUK 3. - Procedure
Art.5. Uiterlijk op 30 april lanceert het secretariaat, vermeld in artikel 12, in naam van het Vlaamse Gewest een oproep tot deelname. Die wordt verspreid via een persbericht en een bericht op de website van het agentschap Onroerend Erfgoed. De Vereniging voor Steden en Gemeenten en verenigingen die actief zijn in de landschapszorg worden aangespoord om die oproep te verspreiden.
De oproep vermeldt de uiterste indiendatum, het adres waar men het dossier kan indienen, de contactgegevens van de persoon die informatie kan geven over de procedure en de website waar men het reglement kan raadplegen.
Art.6. Het secretariaat, vermeld in artikel 12, controleert de ontvankelijkheid van de ingediende kandidaturen. Een kandidatuur is ontvankelijk als ze volledig is en voldoet aan de algemene bepalingen en de deelnemingsvoorwaarden van het wedstrijdreglement.
Alleen de ontvankelijke kandidaturen worden voorgelegd aan de jury, vermeld in artikel 11.
Art.7. Het secretariaat onderzoekt de dossiers en brengt verslag uit bij de jury. De jury evalueert de kandidaturen.
Art.8. § 1. Het secretariaat maakt het juryrapport op. Het juryrapport omvat het verslag van het juryoverleg, het voorstel van de jury en de motivering van het voorstel.
De jury keurt het juryrapport goed.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed, wijst op basis van het juryrapport de winnaar aan.
§ 2. De prijs bestaat uit een diploma.
De winnaar wordt namens België de kandidaat voor de Landschapsprijs van de Raad van Europa.
§ 3. Het winnende project maakt voorwerp uit van een publicatie in één van de publicaties uitgegeven door het Vlaamse Gewest of van een voorstelling op een website van het Vlaamse Gewest.
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Waalse Gewest worden uitgenodigd eveneens weerklank te geven aan de toekenning van de prijs en het project van de laureaat.
Art.9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed, maakt de winnaar bekend.
Als de jury een project honoreert met een speciale vermelding, reikt de Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed, een Eervolle Vermelding uit.
HOOFDSTUK 4. - Beoordelingscriteria
Art.10. De jury beoordeelt de kandidaturen aan de hand van de volgende beoordelingscriteria:
1° duurzame ruimtelijke ontwikkeling: de ingediende projecten moeten de bescherming, het beheer of de inrichting van het landschap in kwestie concretiseren. De projecten moeten:
a) voltooid zijn en open voor het publiek sinds minstens drie jaren voorafgaand aan de deelname aan de Landschapsprijs;
b) zich inschrijven in een beleid van duurzame ontwikkeling en zich harmonieus integreren in de ruimtelijke organisatie van het gebied in kwestie;
c) blijk geven van ecologische, sociale, economische, culturele en esthetische duurzaamheid;
d) schade aan landschappelijke structuren tegengaan of verhelpen;
e) bijdragen aan het verbeteren en het verrijken van het landschap en nieuwe kwaliteiten ontwikkelen;
2° voorbeeldfunctie: de implementatie van het beleid of de maatregelen die hebben bijgedragen tot een verbetering van de bescherming, het beheer en de inrichting van het landschap in kwestie moeten een voorbeeld van goede praktijk zijn, dat andere actoren kan inspireren;
3° publieksparticipatie: het beleid of de maatregelen die zijn uitgevoerd met het oog op de bescherming, het beheer of de inrichting van het landschap in kwestie, moeten het publiek, de lokale en regionale overheden en de andere betrokken actoren actief betrekken, en de landschappelijke kwaliteitsdoelstellingen duidelijk weergeven. Het publiek moet op twee manieren tegelijk kunnen participeren:
a) via dialoog en gedachtewisseling tussen de leden van de samenleving door deelname aan publieke bijeenkomsten, debatten, participatieprocedures en consultaties op het terrein;
b) via participatieprocedures en inspraak in het regionale of lokale landschapsbeleid;
4° sensibilisering: artikel 6A van de voormelde Conventie van 19 juli 2000 bepaalt dat de ondertekende partijen zich ertoe verbinden het maatschappelijk middenveld, de private organisaties en de overheidsinstanties bewust te maken van de waarde van landschappen, hun rol en hun verandering. Het project wordt beoordeeld op de genomen sensibiliseringsacties.
HOOFDSTUK 5. - Jury en secretariaat
Art.11. § 1. De jury bestaat uit maximaal negen personen en is samengesteld uit:
1° een vertegenwoordiger van elk gewest dat de prijs niet organiseert;
2° een vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap;
3° een vertegenwoordiger van een adviesorgaan betreffende onroerend erfgoed;
4° een vertegenwoordiger van een adviesorgaan betreffende ruimtelijke ordening;
5° een vertegenwoordiger van een adviesorgaan betreffende natuur;
6° een vertegenwoordiger van een beroepsvereniging die actief is in de landschapszorg;
7° een vertegenwoordiger van een vereniging die actief is in de landschapszorg;
8° een persoon die gekozen wordt vanwege zijn competentie betreffende het landschap.
De ambtenaren die deel uitmaken van het agentschap die het secretariaat verzekeren, kunnen geen lid zijn van de jury.
Het secretariaat roept de jury samen.
De jury duidt een voorzitter aan.
De jury onderzoekt de door het secretariaat ontvankelijk bevonden dossiers.
§ 2. De jury neemt de beslissingen met consensus. Als een consensus onmogelijk blijkt, wordt een geheime stemming gehouden. De beslissing wordt in dat geval met gewone meerderheid genomen. Bij een gelijk aantal stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Elk jurylid dat betrokken is bij een deelnemend project onthoudt zich van deelname aan de beslissing over dat project.
§ 3. De jury duidt de winnaar aan en verantwoordt de keuze. De winnaar is de kandidaat waarvan het project het best beantwoordt aan de criteria die omschreven zijn in artikel 10.
De jury kan voorstellen een speciale vermelding te geven aan de projecten die op een bijzonder opmerkelijke manier voldoen aan één van de criteria die omschreven zijn in artikel 10.
Als de jury het kwaliteitsniveau onvoldoende acht, kan ze gemotiveerd voorstellen om geen winnaar te selecteren en geen Landschapsprijs toe te kennen.
§ 4. De voorzitter en leden van de jury hebben recht op de terugbetaling van hun reiskosten. De reiskosten worden terugbetaald conform artikel VII 80 en VII 82 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006. Voor de berekening van de reisvergoedingen wordt de woonplaats als standplaats beschouwd.
Art.12. Het agentschap Onroerend Erfgoed verzekert het secretariaat.
Het secretariaat:
1° lanceert de oproep tot deelname;
2° controleert de ontvankelijkheid van de ingediende kandidaturen en brengt elke kandidaat op de hoogte van de ontvangst van het dossier en van de gemotiveerde beslissing over de ontvankelijkheid;
3° onderzoekt de dossiers en brengt verslag uit bij de jury;
4° verzekert het secretariaat van de bijeenkomsten van de jury;
5° maakt het juryrapport op;
6° overhandigt de voorstellen van de jury aan de minister, bevoegd voor Onroerend Erfgoed;
7° informeert de kandidaten over de beslissing van de minister;
8° informeert de winnaar over de modaliteiten van de overhandiging van de prijs;
9° bezorgt het dossier van de winnaar aan de Raad van Europa als kandidaat voor de Europese Landschapsprijs.
HOOFDSTUK 6. - Inwerkingtreding
Art. 13. Dit besluit treedt in werking op 26 april 2018.