Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 APRIL 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen



Inhoudstafel:


Art. 1-17



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2014003285 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 3, tweede lid, 9°, artikel 7, eerste lid, artikel 13, § 1, derde en vierde lid, en § 2, eerste lid, 1° en 2°, en tweede lid, artikel 14, tweede lid, artikel 15, § 2, artikel 16, eerste lid, artikel 17, eerste en derde lid, artikel 23, § 1, eerste en tweede lid, artikel 24, eerste lid, artikel 25, eerste en derde lid, en artikel 32, 4° en 5°, van het koninklijk besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen wordt het woord "dochtervennootschappen" telkens vervangen door het woord "perimetervennootschappen" en het woord "dochtervennootschap" door het woord "perimetervennootschap".

Art.2. Artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Deze interne controle heeft ook betrekking op de institutionele gereglementeerde vastgoedvennootschappen waarin de openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap een deelneming bezit conform de bepalingen van de wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, voor zover deze niet onder de interne controle vallen van een andere openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap die ook een deelneming in de betrokken institutionele gereglementeerde vastgoedvennootschap bezit.".

Art.3. Artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Deze onafhankelijke compliancefunctie heeft ook betrekking op de institutionele gereglementeerde vastgoedvennootschappen waarin de openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap een deelneming bezit conform de bepalingen van de wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, voor zover deze niet onder de onafhankelijke compliancefunctie vallen van een andere openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap die ook een deelneming in de betrokken institutionele gereglementeerde vastgoedvennootschap heeft.".

Art.4. In titel II, hoofdstuk V, van hetzelfde besluit wordt afdeling 2, die de artikelen 18 tot en met 21 omvat, opgeheven.

Art.5. Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 22. De artikelen 23, 24 en 25 zijn van toepassing op het geconsolideerde geheel van: (i) de openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, (ii) de vennootschappen die zij consolideert met toepassing van de IFRS-normen, en (iii) indien zij deze niet consolideert met toepassing van de IFRS-normen, de perimetervennootschappen. Artikel 28, §§ 2 en 3 van de wet is van toepassing.".

Art.6. In artikel 23, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "en behoudens het bepaalde bij artikel 45, 1°, derde lid, van de wet" ingevoegd tussen het woord "activa" en het woord ", mag".

Art.7. In hoofdstuk I van titel III van hetzelfde besluit wordt een artikel 27/1 ingevoegd, luidende:
  "Enkel de volgende personen mogen de door de institutionele gereglementeerde vastgoedvennootschap uitgegeven financiële instrumenten bezitten:
  i. de in aanmerking komende beleggers, of
  ii. de natuurlijke personen, op voorwaarde dat, bij inschrijving of overdracht onder bezwarende titel, het bedrag van de inschrijving, de prijs of de waarde van elke andere tegenprestatie in hoofde van de verkrijger, meer bedraagt dan of gelijk is aan 100.000 EUR. Bij schenking onder de levenden moet het bedrag van de inschrijving of het initieel bedrag in hoofde van de schenker met betrekking tot de geschonken financiële instrumenten, per begiftigde, meer bedragen dan of gelijk zijn aan voormeld drempelbedrag. Bij overdracht ingevolge overlijden wordt altijd aan bovenvermelde voorwaarden geacht te zijn voldaan.".

Art.8. In artikel 28, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "de openbare GVV die de controle heeft over de institutionele GVV" vervangen door de woorden "de openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap die rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 25 % van het kapitaal van de institutionele gereglementeerde vastgoedvennootschap aanhoudt".

Art.9. Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 29. De statuten van de institutionele gereglementeerde vastgoedvennootschap worden bekendgemaakt op de website van de openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap die rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 25 % van het kapitaal van de institutionele GVV aanhoudt.".

Art.10. Artikel 30, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden ", behalve met betrekking tot de aandeelhouders van de institutionele gereglementeerde vastgoedvennootschappen die in artikel 27/1 bedoelde natuurlijke personen zijn.".

Art.11. Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend:
  "Dit artikel doet geen afbreuk aan artikel 45, 1°, derde lid, van de wet.".

Art.12. In artikel 32, 6°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het woord "x" wordt vervangen door het woord "xi";
  2° de woorden "artikel 7, b)" worden vervangen door de woorden "artikel 7, § 1, b), artikel 7, § 1, c) en artikel 7, § 2".

Art.13. In hetzelfde besluit wordt een titel III/1 ingevoegd, die de artikelen 31/1 tot 31/4 omvat, luidende:
  "TITEL III/1 - GEREGLEMENTEERDE VASTGOEDVENNOOTSCHAPPEN MET SOCIAAL OOGMERK
  Art. 31/1. Deze titel regelt het statuut van de gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk.
  Art. 31/2. De bepalingen van titel II waarvan de toepassing niet wordt uitgesloten door het tweede lid en de artikelen 31/3 tot 31/6, zijn mutatis mutandis van toepassing op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk.
  De artikelen 5, 6, 10, 14, 15, 22 en 24 van titel II zijn niet van toepassing op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk.
  Art. 31/3. Onverminderd artikel 3 deelt de gereglementeerde vastgoedvennootschap met sociaal oogmerk in haar vergunningsdossier aan de FSMA mee of zij opteert voor de toepassing van:
  1° de door de Koning vastgestelde boekhoudregels ter uitvoering van artikel 92 van het Wetboek van Vennootschappen, in welk geval zij niet is onderworpen aan de artikelen 11 en 12 van titel II, maar aan de door de Koning ter uitvoering van artikel 92 van het Wetboek van Vennootschappen genomen bepalingen; of
  2° de IFRS-normen, in welk geval zij niet is onderworpen aan de door de Koning ter uitvoering van artikel 92 van het Wetboek van Vennootschappen genomen bepalingen, maar aan de artikelen 11 en 12 van titel II.
  De overeenkomstig het eerste lid gemaakte keuze kan slechts éénmaal worden aangepast tijdens het bestaan van de gereglementeerde vastgoedvennootschap met sociaal oogmerk.
  Art. 31/4. § 1. Artikel 13, § 1 is van toepassing op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk de voor de toepassing van de IFRS-normen hebben geopteerd, met dien verstande dat het bedrag dat aan de in artikel 76/10 van de wet bedoelde reserve wordt toegewezen, van het positief nettoresultaat wordt afgetrokken.
  § 2. Artikel 13, § 1, is niet van toepassing op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk die voor de toepassing van de door de Koning ter uitvoering van artikel 92 van het Wetboek van Vennootschappen vastgestelde boekhoudregels hebben geopteerd.
  In dat geval dient de gereglementeerde vastgoedvennootschap met sociaal oogmerk, na aanzuivering van de overgedragen verliezen, tenminste 80% van de in het derde lid bedoelde netto-opbrengst als vergoeding van het kapitaal uit te keren.
  Voor de toepassing van het tweede lid wordt de netto-opbrengst omschreven als de winst van het boekjaar, met uitsluiting van de in de resultatenrekening opgenomen waardeverminderingen, terugnemingen van waardeverminderingen en niet-gerealiseerde meerwaarden.
  De in deze paragraaf vermelde verplichting doet geen afbreuk aan de toepassing van de artikelen 617 tot 619 van het Wetboek van Vennootschappen.
  § 3. Artikel 13, § 2, is van toepassing op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk, met dien verstande dat de ratio van 65% voor die vennootschappen tot 33% wordt teruggebracht.
  Artikel 13, § 2, vierde lid, is niet van toepassing op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk die voor de toepassing van de door de Koning ter uitvoering van artikel 92 van het Wetboek van Vennootschappen vastgestelde boekhoudregels hebben geopteerd.
  Art. 31/5. § 1. Artikel 23 is van toepassing op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk die voor de toepassing van de IFRS-normen hebben geopeerd, met dien verstande dat de ratio van 65 % voor die vennootschappen tot 33 % wordt teruggebracht.
  § 2. Artikel 23 is niet van toepassing op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk die voor de toepassing van de door de Koning ter uitvoering van artikel 92 van het Wetboek van Vennootschappen vastgestelde boekhoudregels hebben geopteerd.
  De schuldenlast van laatstgenoemde vastgoedvennootschappen mag, op het moment waarop een leningovereenkomst wordt gesloten, niet meer bedragen dan 33 % van de activa.
  Onder schuldenlast moeten alle rubrieken worden verstaan die worden vermeld onder de posten VIII en IX van de passiva van de balans, zoals opgenomen in het artikel 88 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen.
  Art. 31/6. Artikel 25 is niet van toepassing op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk die voor de toepassing van de door de Koning ter uitvoering van artikel 92 van het Wetboek van Vennootschappen vastgestelde boekhoudregels hebben geopteerd.
  De aan de schuldenlast verbonden financiële lasten van de in het eerste lid bedoelde gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk, als gedefinieerd in artikel 31/5, § 2, tweede lid, mag op geen enkel ogenblik meer bedragen dan 80 % van de bedrijfs- en financiële opbrengsten van de vennootschap.
  Voor de toepassing van dit artikel wordt geen rekening gehouden met de door de gereglementeerde vastgoedvennootschap met sociaal oogmerk verschuldigde bedragen voor de verwerving van vaste goederen, voor zover zij binnen de gebruikelijke termijnen worden betaald.
  Art. 31/7. De gereglementeerde vastgoedvennootschap met sociaal oogmerk trekt haar financiële middelen uitsluitend aan via een aanbod dat is gericht tot personen die tot de volgende categorieën behoren:
  i. de niet-professionele beleggers, voor zover het maximale bedrag waarvoor kan worden ingeschreven in het kader van het bod, zodanig wordt beperkt dat, na afloop van het bod, geen enkele coöperant die op het bod heeft ingeschreven, rechten van deelneming bezit voor een nominale waarde tussen 20.001 EUR en 99.999 EUR;
  ii. de in aanmerking komende beleggers.".

Art.14. In bijlage B wordt afdeling II van hoofdstuk I aangevuld met een streepje, luidende:
  "- Reële waarde van de deelnemingen die de openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap bezit in perimetervennootschappen waarop zij geen exclusieve of gezamenlijke controle uitoefent, of waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks geen 50 pct. van het kapitaal aanhoudt.".

Art.15. In Bijlage B bij hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de bepaling onder Hoofdstuk I, Afdeling II, eerste streepje, wordt het woord "vastgoedportefeuille" vervangen door het woord "portefeuille";
  2° in de bepaling onder Hoofdstuk I, Afdeling III, laatste streepje, wordt het woord "vastgoed" vervangen door het woord "activa";
  3° in de bepaling onder Hoofdstuk II, Afdeling II, tweede streepje, wordt het woord "vastgoeddeelportefeuille" vervangen door het woord "deelportefeuille";
  4° in Hoofdstuk II, afdeling III worden het eerste tot zesde streepje opgeheven;
  5° de bepaling onder Hoofdstuk II, Afdeling III, zevende streepje, wordt vervangen als volgt:
  "- Inventaris van het vastgoed van de openbare GVV en haar dochtervennootschappen, met opgave, voor elke vastgoeddeelportefeuille afzonderlijk, van de aanschaffingswaarde, de verzekerde waarde, de reële waarde, de raming van de huurwaarde en de huuropbrengst. Indien een segment slechts één onroerend goed bevat, kan de openbare GVV ervoor opteren om de aanschaffingswaarde en de raming van de huurwaarde niet te vermelden.";
  6° in de bepaling onder Hoofdstuk II, Afdeling III, tiende streepje, worden de woorden "het vastgoed en de vastgoedgehelen" vervangen door de woorden "de activa en de activagehelen";
  7° in de bepaling onder Hoofdstuk II, Afdeling III, elfde streepje, worden de woorden "het vastgoed en de vastgoedgehelen" vervangen door de woorden "de activa en de activagehelen";
  8° in de bepaling onder Hoofdstuk II, Afdeling III, twaalfde streepje, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) het woord "vastgoedgeheel" wordt vervangen door het woord "activageheel";
  b) de woorden "en van een raming van de huurwaarde, alsook van de hypotheses waarvan werd uitgegaan voor de raming van de huurwaarde" worden opgeheven;
  c) het woord "vastgoedgehelen" wordt vervangen door het woord "activagehelen";
  9° het woord "dochtervennootschappen" wordt telkens vervangen door het woord "perimetervennootschappen" en het woord "dochtervennootschap" wordt telkens vervangen door het woord "perimetervennootschap".

Art.16. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 17. De minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.