26 APRIL 2018. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel XX.1, § 1, laatste lid, van het Wetboek van economisch recht wat betreft de toepassing van boek XX van het Wetboek van economisch recht op de beoefenaars van een vrij beroep(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-04-2018 en tekstbijwerking tot 31-08-2023)
HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Kennisgeving aan en adviezen van de Ordes en Instituten
Art. 4-8
HOOFDSTUK 3. - [1 De mede-vereffeningsdeskundige]1
Afdeling 1. - Lijst [1 van mede-vereffeningsdeskundigen]1
Art. 9
Afdeling 2. - Opdracht van [1 de mede-vereffeningsdeskundige]1
Art. 10-14
Afdeling 3. - Vergoeding van [1 de mede-vereffeningsdeskundige]1
Art. 15
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 16-17
HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1.Voor de toepassing van dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder :
1° "beoefenaar van een vrij beroep" : de onderneming in de zin van artikel I.1.14° van het Wetboek van economisch recht.
2° [1 "mede-vereffeningsdeskundigen"]1 : de [1 vereffeningsdeskundige]1 die overeenkomstig de bepalingen van boek XX Wetboek van economisch recht samen met een andere [1 vereffeningsdeskundige]1 wordt aangesteld wanneer een insolventieprocedure wordt geopend in hoofde van een beoefenaar van een vrij beroep;
3° "medecurator" : de curator die overeenkomstig artikel XX.123 van het Wetboek van economisch recht wordt aangesteld;
4° "het register" : het Centraal Register Solvabiliteit zoals bepaald in artikel I.22, 6° van het Wetboek van economisch recht.
----------
(1)<KB 2023-08-13/03, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 10-09-2023>
Art.2. Alle bepalingen uit boek XX Wetboek van economisch recht die betrekking hebben op de beoefenaars van een vrij beroep zijn zowel van toepassing op natuurlijke personen als op de rechtspersonen waarbinnen de beroepsbeoefenaars van een vrij beroep hun activiteiten als onderneming uitoefenen. In de laatste hypothese kunnen vennoten-beoefenaars van een vrij beroep zowel natuurlijke personen als rechtspersonen zijn.
Wat betreft apothekers zijn de bepalingen uit boek XX Wetboek van economisch recht die betrekking hebben op de beoefenaars van een vrij beroep ook van toepassing op de vergunninghouder in de zin van artikel 8 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
Art.3. Wanneer de beoefenaar van een vrij beroep actief is in een multidisciplinair samenwerkingsverband of onderworpen is aan het toezicht van meerdere tuchtrechtelijke instellingen verantwoordelijk voor verschillende beroepsactiviteiten, moeten alle bevoegde organen zoals bepaald in de artikelen 4 en 5 van dit besluit gelijktijdig worden geïnformeerd.
HOOFDSTUK 2. - Kennisgeving aan en adviezen van de Ordes en Instituten
Art.4.§ 1. De kennisgevingen die overeenkomstig de bepalingen van boek XX van het Wetboek van economisch recht aan de Ordes en Instituten moeten worden gedaan, dienen te gebeuren aan navolgend bevoegd orgaan :
1° Advocaten : de Stafhouder van de hoofdbalie;
2° Gerechtsdeurwaarders : de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders;
3° Notarissen : de Nationale Kamer van notarissen;
4° Apothekers : de Nationale Raad van de Orde der Apothekers;
5° Artsen : de Nationale raad van de Orde der Artsen;
6° Dierenartsen : de Nederlandstalige Gewestelijke Raad Orde der Dierenartsen of le Conseil régional francophone de l'Ordre des Médecins vétérinaires, naargelang de schuldenaar onderworpen is aan hun respectievelijk toezicht;
7° Psychologen : de Psychologencommissie;
8° Architecten : de Vlaamse Raad van de Orde van Architecten of le Conseil francophone et germanophone de l'Ordre des Architectes, naargelang de schuldenaar onderworpen is aan hun respectievelijk toezicht;
9° Vastgoedmakelaars : het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars;
10° Bedrijfsrevisoren : het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren;
11° [1 Accountants en gecertificeerde accountants: het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants;]1
12° [1 Belastingadviseurs en gecertificeerde belastingadviseurs: het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants;]1
[1 13° Auto-experts: het Instituut van de auto-experts;
14° Landmeters-experten: de Federale Raad van landmeters-experten ;
15° Octrooigemachtigden: het Instituut voor Octrooigemachtigden.]1
§ 2. Wat betreft de bedrijfsrevisoren zullen de kennisgevingen zoals bedoeld in artikelen XX.25, § 3 en XX.133 van het Wetboek van economisch recht worden gericht aan het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.
----------
(1)<KB 2021-05-04/03, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 22-05-2021>
Art.5.De verzoeken tot advies gericht aan de Ordes en Instituten zoals bepaald in artikel XX.1, § 3, van het Wetboek van economisch recht moeten voor de volgende beoefenaars van een vrij beroep worden gericht aan navolgend bevoegd orgaan :
1° Advocaten : de Stafhouder van de hoofdbalie;
2° Gerechtsdeurwaarders : de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders;
3° Notarissen : de Nationale Kamer van notarissen;
4° Apothekers : de Nationale Raad van de Orde der Apothekers;
5° Artsen : de Nationale raad van de Orde der Artsen;
6° Dierenartsen : de Nederlandstalige Gewestelijke Raad Orde der Dierenartsen of le Conseil régional francophone de l'Ordre des Médecins vétérinaires, naargelang de schuldenaar onderworpen is aan hun respectievelijk toezicht;
7° Psychologen : de Psychologencommissie;
8° Architecten : de Vlaamse Raad van de Orde van Architecten of le Conseil francophone et germanophone de l'Ordre des Architectes, naargelang de schuldenaar onderworpen is aan hun respectievelijk toezicht;
9° Vastgoedmakelaars : het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars;
10° Bedrijfsrevisoren : het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren;
11° [1 Accountants en gecertificeerde accountants: het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants;]1
12° [1 Belastingadviseurs en gecertificeerde belastingadviseurs: het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants;]1
[1 13° Auto-experts: het Instituut van de auto-experts;
14° Landmeters-experten: de Federale Raad van landmeters-experten;
15° Octrooigemachtigden: het Instituut voor Octrooigemachtigden.]1
----------
(1)<KB 2021-05-04/03, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 22-05-2021>
Art.6. De verzoeken tot advies en de kennisgevingen gericht aan de Ordes of Instituten, gebeuren via het register overeenkomstig de voorschriften van artikel XX.9 van het Wetboek van economisch recht.
Art.7. Voorafgaand aan de opening van het onderzoek in de zin van artikel XX.25 van het Wetboek van economisch recht, dan wel voorafgaand aan de opening van een insolventieprocedure in de zin van artikel I.22, 1°, van hetzelfde Wetboek kan de rechtbank bij de Orde of het Instituut inlichtingen inwinnen over het feit of de schuldenaar kan worden beschouwd als beoefenaar van een vrij beroep.
Wat betreft de beoefenaars van een vrij beroep opgesomd in artikelen 4 en 5 zal de rechtbank dit verzoek richten aan de bevoegde organen opgenomen in diezelfde artikelen.
Art.8.§ 1. Als de schuldenaar een beoefenaar van een vrij beroep is en de rechtbank [1 een mede-vereffeningsdeskundige]1 dient aan te stellen, zal de rechtbank een kandidaat selecteren die is opgenomen op de lijst zoals opgesteld door de Ordes en Instituten overeenkomstig artikel XX.20, § 1, laatste lid, van het Wetboek van economisch recht. Daarnaast kan de rechtbank, met het oog op de aanstelling van [1 een mede-vereffeningsdeskundige]1, bij de betrokken Orde of het Instituut advies inwinnen over de meest geschikte kandidaat.
Uitgezonderd voor de bedrijfsrevisoren en de advocaten, zal de rechtbank voor de beoefenaars van een vrij beroep opgesomd in de artikelen 4 en 5 van dit besluit, dit verzoek tot advies richten aan de bevoegde organen opgenomen in diezelfde artikelen. Indien de schuldenaar een bedrijfsrevisor is, zal de rechtbank dit verzoek richten aan het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Indien de schuldenaar een advocaat is, zal de rechtbank dit verzoek richten aan de Orde van Vlaamse Balies of de Ordre des barreaux francophones et germanophone naargelang het geval.
§ 2. Wanneer er geen [1 vereffeningsdeskundige]1 in de zin van artikel XX.20, § 1, laatste lid, van het Wetboek van economisch recht beschikbaar is, moet de rechtbank een verzoek richten aan de bevoegde Orde of het bevoegde Instituut om binnen een door de rechtbank bepaalde termijn één of meerdere geschikte [1 kandidaat-vereffeningsdeskundigen]1 aan de rechtbank voor te stellen.
Uitgezonderd voor de bedrijfsrevisoren en de advocaten, zal de rechtbank voor de beoefenaars van een vrij beroep opgesomd in de artikelen 4 en 5 van dit besluit, dit verzoek richten aan de bevoegde organen opgenomen in de voormelde artikelen. Indien de schuldenaar een bedrijfsrevisor is, zal de rechtbank dit verzoek richten aan het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Indien de schuldenaar een advocaat is, zal de rechtbank dit verzoek richten aan de Orde van Vlaamse Balies of de Ordre des barreaux francophones et germanophone naargelang het geval.
----------
(1)<KB 2023-08-13/03, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 10-09-2023>
HOOFDSTUK 3. - [1 De mede-vereffeningsdeskundige]1
----------
(1)
Afdeling 1. - Lijst [1 van mede-vereffeningsdeskundigen]1
----------
(1)
Art.9.§ 1. De lijst [1 van mede-vereffeningsdeskundigen]1 in de zin van artikel XX.20, § 1, laatste lid, van het Wetboek van economisch recht wordt opgemaakt door de bevoegde Orde of het bevoegde Instituut.
De bevoegde Orde of het bevoegde Instituut beoordeelt of de beroepsbeoefenaars voldoen aan de voorwaarden opgesomd in artikel XX.20, § 1, van het Wetboek van economisch recht en desgevallend artikel XX.123 van hetzelfde Wetboek.
§ 2. De lijst [1 van mede-vereffeningsdeskundigen]1 in de zin van artikel XX.20, § 1, laatste lid, van hetzelfde Wetboek bevat volgende informatie :
1° Naam, beroep en contactgegevens van de kandidaat;
2° De opdrachten waarvoor men zich kandidaat stelt;
3° Eén of meer rechtsgebieden waarin de kandidaat zijn opdracht wenst uit te oefenen;
4° De taal van de dossiers waarin de kandidaat wenst op te treden.
§ 3. De Ordes en Instituten leggen jaarlijks en uiterlijk op 31 december de geactualiseerde lijst [1 van mede-vereffeningsdeskundigen]1 in de zin van artikel XX.20, § 1, laatste lid, van hetzelfde Wetboek neer in het register.
----------
(1)<KB 2023-08-13/03, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 10-09-2023>
Afdeling 2. - Opdracht van [1 de mede-vereffeningsdeskundige]1
----------
(1)
Art.10.[1 De mede-vereffeningsdeskundige]1 staat de [1 vereffeningsdeskundige]1 bij in de afwikkeling van de insolventieprocedure en verstrekt o.a. advies omtrent de beroepstechnische aspecten en de regels die voortvloeien uit de plichtenleer.
----------
(1)<KB 2023-08-13/03, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 10-09-2023>
Art.11. De medecurator zal aan de brievenpost gericht aan de gefailleerde beoefenaar van een vrij beroep, overeenkomstig artikel XX.143 van het Wetboek voor economisch recht, het meest passende gevolg geven.
Art.12.Derdenrekeningen zijn in beginsel niet onderworpen aan de gevolgen van de insolventieprocedure en schuldeisers kunnen geen verhaal uitoefenen op deze derdenrekeningen. Onverminderd de toepasselijke deontologische bepalingen, neemt [1 de mede-vereffeningsdeskundige]1 het tijdelijk beheer van deze derdenrekeningen waar en dient de mede-insolventiefunctionaris ervoor te zorgen dat deze gelden worden overgemaakt aan de rechthebbenden.
----------
(1)<KB 2023-08-13/03, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 10-09-2023>
Art.13.Onverminderd de toepasselijke deontologische of wettelijke bepalingen, neemt [1 de mede-vereffeningsdeskundige]1 de nodige maatregelen opdat de geldende regels inzake de bewaring van dossiers en documenten die verband houden met de vrije beroepsactiviteit worden gerespecteerd na sluiting van de insolventieprocedure.
----------
(1)<KB 2023-08-13/03, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 10-09-2023>
Art.14.Wat betreft notarissen wordt elke betaling gedaan door of voor rekening van de overnemer van het notariskantoor en die betrekking heeft op de vergoeding bedoeld in artikel 55, § 3, c), van de wet op het notarisambt, gedaan in handen van de curator in geval van faillissement, en in handen van de gerechtsmandataris in geval van gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag, die bij de uitvoering van zijn opdracht de wettelijke bepalingen met betrekking tot de overdracht van minuten en andere bestanddelen die verband houden met de organisatie van het notariskantoor, zoals bepaald in artikelen 54 en 55 van de wet op het notarisambt, respecteert.
Iedere vrijgave, geheel of gedeeltelijk, kan enkel na een geschreven toestemming van zowel de curator als de medecurator in geval van faillissement, en van de gerechtsmandataris en [1 de mede-vereffeningsdeskundige]1 in geval van gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag.
----------
(1)<KB 2023-08-13/03, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 10-09-2023>
Afdeling 3. - Vergoeding van [1 de mede-vereffeningsdeskundige]1
----------
(1)
Art.15.[1 De mede-vereffeningsdeskundige]1 wordt overeenkomstig het koninklijk besluit van 26 april 2018 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van de insolventiefunctionarissen op billijke wijze vergoed rekening houdend met de complexiteit van zijn opdracht en de geleverde prestaties.
----------
(1)<KB 2023-08-13/03, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 10-09-2023>
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.16. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2018.
Art. 17. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.