Details

Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf

Titel:

6 MAART 2018. - Ministerieel besluit tot delegatie van sommige bevoegdheden voor de toepassing van diverse koninklijke besluiten inzake de rijopleiding en het rijexamen aan het hoofd van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken

Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Bevoegdheidsdelegaties
Art. 5
HOOFDSTUK 3.-. Mogelijkheid tot subdelegatie
Art. 6-7
HOOFDSTUK 4.-. Regeling bij vervanging
Art. 8
HOOFDSTUK 5.-. Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art. 9-13
HOOFDSTUK 6. -- Opheffingsbepalingen
Art. 14
BIJLAGEN.
Art. N1-N5

Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2015035295 

Uitvoeringsbesluit(en):

2020030169  2021033582  2021043192 

Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° departement : het Departement Mobiliteit en Openbare Werken;
  2° het hoofd van het departement : het personeelslid dat belast is met de leiding van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken;
  3° het koninklijk besluit van 23 maart 1998 : het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
  4° het koninklijk besluit van 11 mei 2004 : het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen;
  5° het koninklijk besluit van 10 juli 2006 : het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B;
  6° het koninklijk besluit van 4 mei 2007 : het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E;
  7° het koninklijk besluit van 13 juni 2010 : het koninklijk besluit van 13 juni 2010 houdende de erkenning van de beroepskwalificaties die door rijinstructeurs en directeurs van rijscholen werden verworven in de lidstaten van de Europese Gemeenschap, alsook tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen.

Art.3. De gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtname van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van de relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, instructies, richtlijnen en beslissingen.

Art.4. De gedelegeerde beslissingsbevoegdheden strekken zich ook uit tot :
  1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de vermelde aangelegenheden;
  2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn om de bevoegdheid uit te oefenen, of die er inherent deel van uitmaken;
  3° de ondertekening van briefwisseling met derden.

HOOFDSTUK 2. - Bevoegdheidsdelegaties
Art.5. Het hoofd van het departement heeft delegatie om de volgende bevoegdheden uit te oefenen :
  1° de bevoegdheden, vermeld in bijlage 1, voor de toepassing van het koninklijk besluit van 23 maart 1998;
  2° de bevoegdheden, vermeld in bijlage 2, voor de toepassing van het koninklijk besluit van 11 mei 2004;
  3° de bevoegdheden, vermeld in bijlage 3, voor de toepassing van het koninklijk besluit van 10 juli 2006;
  4° de bevoegdheden, vermeld in bijlage 4, voor de toepassing van het koninklijk besluit van 4 mei 2007;
  5° de bevoegdheden, vermeld in bijlage 5, voor de toepassing van het koninklijk besluit van 13 juni 2010.

HOOFDSTUK 3.-. Mogelijkheid tot subdelegatie
Art.6. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kan het hoofd van het departement de gedelegeerde aangelegenheden subdelegeren aan personeelsleden van het departement die onder zijn hiërarchische gezag staan, tot op het meest functionele niveau.

Art.7. De subdelegaties worden vastgelegd in een besluit van de secretaris-generaal. Het besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
  Een afschrift van het besluit wordt aan de minister bezorgd.

HOOFDSTUK 4.-. Regeling bij vervanging
Art.8. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van hoofd van het departement belast is of dat het hoofd van het departement vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
  In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en handtekening, de formule "voor de secretaris-generaal, afwezig".

HOOFDSTUK 5.-. Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art.9. Het hoofd van het departement alsook de personeelsleden aan wie met toepassing van artikel 6 beslissingsbevoegdheden zijn gesubdelegeerd, nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.
  Het gebruik van de verleende delegaties kan nader worden geregeld in een ministerieel besluit.

Art.10. Het hoofd van het departement organiseert het systeem van interne controle op zodanige wijze dat de verleende delegaties op een doeltreffende en doelmatige wijze worden gebruikt en dat misbruiken worden vermeden.

Art.11. Het hoofd van het departement is ten aanzien van de minister verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties. Die verantwoordelijkheid betreft ook de aangelegenheden waarvoor de beslissingsbevoegdheid door het hoofd van het departement is gesubdelegeerd aan andere personeelsleden.

Art.12. Het hoofd van het departement legt periodiek verantwoording af over het gebruik van de verleende delegaties in een rapport dat hij voorlegt aan de minister.
  Het rapport bevat de nodige informatie over de beslissingen die met toepassing van de verleende delegaties in de periode in kwestie zijn genomen.
  De informatie in het rapport is exact, toereikend en relevant. Het rapport is niet overmatig. Het is op een degelijke wijze gestructureerd en op een toegankelijke wijze voorgesteld.
  Over alle aangelegenheden wordt informatie op geaggregeerd niveau verstrekt. Daarnaast wordt, bij de aangelegenheden waarvoor dat relevant en aangewezen is, informatie op het niveau van afzonderlijke en individuele onderwerpen en dossiers opgenomen.
  De minister stelt, in overleg met het hoofd van het departement, vast met welke periodiciteit het rapport wordt voorgelegd.
  De minister kan, na overleg met het hoofd van het departement, nadere instructies geven over de concrete informatie die per gedelegeerde aangelegenheid in het rapport verstrekt moet worden en een verplicht te volgen schema voor de rapportering vaststellen.

Art.13. De minister kan, buiten de verplichte periodieke rapportering, op ieder ogenblik aan het hoofd van het departement verantwoording vragen over het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
  De minister heeft het recht om, bij ministerieel besluit, de verleende delegaties tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, op te heffen.
  In voorkomend geval worden de beslissingen over de aangelegenheden waarvoor de delegatie tijdelijk is opgeheven, genomen door de minister.

HOOFDSTUK 6. -- Opheffingsbepalingen
Art.14. Het ministerieel besluit van 2 maart 2015 tot aanwijzing van het secretariaat van de beroepscommissie belast met de afhandeling van beroepen naar aanleiding van het niet slagen voor het praktische rijexamen wordt opgeheven.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. Bevoegdheden voor de toepassing van het koninklijk besluit van 23 maart 1998, vermeld in artikel 5, 1°

BEVOEGDHEID	ARTIKEL
de examinatoren erkennen die belast zijn met het theoretische en het praktische examen	26, § 1, eerste lid
de betrokkene en, in voorkomend geval, de directeur van de instelling horen	26, § 1, tweede lid
de opleidingscentra voor examinatoren erkennen	26bis, § 1, eerste lid juncto 26bis, § 2
een erkenning verlenen binnen een termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving van de volledigheid van de aanvraag	26bis, § 3, derde lid
de erkenning afleveren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop de aanvrager op de hoogte is gebracht van de volledigheid van zijn aanvraag nadat hij een aanvraag tot vernieuwing van de erkenning heeft ingediend	26bis, § 4, derde lid
een erkenningsnummer verlenen aan elk erkend opleidingscentrum	26bis, § 5
de directeur van het opleidingscentrum horen	26bis, § 7, eerste lid
de directeur van het opleidingscentrum horen	26bis, § 7, tweede lid
het examenprogramma en de examenopgaven in ontvangst nemen en advies uitbrengen	26ter, § 1, tweede en derde lid
het advies van de adviescommissie over het examenprogramma en de examenopgaven in ontvangst nemen	26ter, § 1, derde lid
het aangepaste examenprogramma in ontvangst nemen	26ter, § 1, vijfde lid
corrigerend optreden tegen de examinator die niet voldoet aan de voorwaarden	26quater, § 1, 3°, eerste lid
de examinator die in zijn functioneren tekortschiet, verplichten een specifiek bijscholingsprogramma te volgen	26quater, § 1, 3°, tweede lid
de aanvraag tot goedkeuring van het periodieke bijscholingsprogramma in ontvangst nemen	26quater, § 3, derde lid
de aanvraag tot goedkeuring van het periodieke bijscholingsprogramma goedkeuren of afwijzen binnen een termijn van zestig dagen vanaf de datum waarop het opleidingscentrum dat een aanvraag tot goedkeuring van het periodieke bijscholingsprogramma heeft ingediend, op de hoogte is gebracht van de volledigheid van de aanvraag	26quater, § 3, derde lid
het aangepaste opleidingsprogramma in ontvangst nemen	26quater, § 3, vijfde lid
andere personen aanwijzen dan de personen, vermeld in het koninklijk besluit, die in het examenvoertuig mogen plaatsnemen	39, § 3, derde lid
andere personen aanwijzen dan de personen, vermeld in het koninklijk besluit, die in het voertuig, dat de kandidaat volgt tijdens het examen voor categorie A1, A2 of A, mogen plaatsnemen	39, § 4, tweede lid
het secretariaat van de beroepscommissie uitoefenen, de commissie tijdig samenroepen, verslag uitbrengen over de ingeleide beroepen aan de commissarissen, de debatten waarin hij een raadgevende stem heeft, bijwonen	47, § 3, tweede lid
de aard van de overmacht beoordelen die de kandidaat vrijstelt van de retributiebijslag	63, § 2, 1°, tweede lid
toegang hebben tot de lokalen en inzage hebben in alle documenten over de opdracht, zowel in de examencentra, vermeld in artikel 25, inzonderheid wat de examens betreft, als in de instellingen en de scholen, vermeld in artikel 4, 4°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 15° en 16°, wat de opleiding en, in voorkomend geval, de examens betreft	64, tweede lid
toegang hebben tot de lokalen en inzage hebben in alle documenten over de opdracht van de opleidingscentra en de examencentra voor examinatoren, vermeld in afdeling 2 van hoofdstuk IV	64, derde lid
toezicht en controle uitoefenen op de examinatoren in het kader van het kwaliteitswaarborgingssysteem, vermeld in afdeling 2 van hoofdstuk IV	64, vierde lid
examens van examinatoren bijwonen	64, vijfde lid
inlichtingen over de toepassing van de reglementering vragen	64, zesde lid

Art. N2. Bijlage 2. Bevoegdheden voor de toepassing van het koninklijk besluit van 11 mei 2004, vermeld in artikel 5, 2°

BEVOEGDHEID	ARTIKEL
De erkenning van een rijschool	1, 4° juncto 2, § 1, eerste lid juncto 5, § 1, eerste lid
De exploitatievergunning van een vestigingseenheid	1, 5° juncto 5, § 1, eerste lid
De goedkeuring van een oefenterrein	1, 6° juncto 5, § 1, eerste lid
toestemming verlenen om een erkende rijschool te leiden of om rijonderricht te geven	1, 7°
de termijn verlengen waarin een beslissing moet worden genomen	5, § 1, vierde lid
de aanvragen tot erkenning van een rijschool in ontvangst nemen	5, § 2, eerste lid
de erkenning van een rijschool intrekken	6, § 3, eerste lid
de directeur van de rijschool horen	6, § 3, eerste lid
de aanvragen van een exploitatievergunning voor een vestigingseenheid in ontvangst nemen	7, § 1, eerste lid
de aanvragen tot wijziging van een exploitatievergunning van een vestigingseenheid in ontvangst nemen	7, § 2, tweede lid
de exploitatievergunning van een vestigingseenheid intrekken	7, § 3, eerste en tweede lid
de rijschooldirecteur horen	7, § 3, eerste en tweede lid
de mededeling van de tijdelijke of definitieve sluiting van een rijschool of een vestigingseenheid in ontvangst nemen	7, § 4
de aanvragen tot goedkeuring van een oefenterrein in ontvangst nemen	8, § 1, eerste lid
de goedkeuring van het oefenterrein intrekken	8, § 3, eerste lid
de rijschooldirecteur horen	8, § 3, eerste lid
wijzigingen met betrekking tot personeelsleden in ontvangst nemen	11, § 3, eerste en tweede lid
de houder van een brevet II, III of V toestemming verlenen om belast te worden met de leiding van een rijschool	12, § 1, 3°, tweede lid
de erkenning van een rijschool intrekken als er geen houder van een brevet I aangesteld is	12, § 1, 3°, tweede lid
een directie- of instructietoelating verlenen	12, § 2, eerste lid
de periode verlengen waarin een directie- of instructietoelating kan worden verleend	12, § 2, derde lid
als de opleiding niet voldoet, de opleidingsgetuigschriften weigeren en de rijschool schriftelijk op de hoogte brengen	14, § 4, eerste en tweede lid
de onderwijslokalen en de lokalen van de administratie goedkeuren	15, § 1, eerste lid
mededelingen over aanzienlijke wijzigingen aan de lokalen in ontvangst nemen	15, § 2, derde lid
mededelingen over geplande wijzigingen aan de onderrichtcategorieën, de uitrusting van het oefenterrein en de grootte van het terrein in ontvangst nemen	16, § 1, derde lid
een afwijking verlenen van de afstand tussen de vestigingseenheid en het oefenterrein	16, § 2, vijfde lid
de voertuigen van categorie C of D goedkeuren	18, § 3
de spreiding van de lessen in de tijd vastleggen	20, tweede lid
toestemming verlenen om aan groepen met verplaatsingsproblemen theoretisch rijonderricht te geven in lokalen die voor die groepen ter beschikking gesteld worden	21, derde lid
een stagetoelating afleveren	33, § 2, eerste lid
een instructeur horen	33, § 4, vijfde lid
een rijschool aanwijzen om stagiairs aan te nemen als een stagiair kan aantonen dat hij geen rijschool vindt waar hij zijn stage kan volbrengen	33, § 4, zesde lid
de stage-uren die de stagiair heeft afgelegd, ongeldig verklaren	33, § 4, zevende lid
de stagiair toestaan om zijn stage met een andere stagemeester voort te zetten	33, § 6, vierde lid
de secretarissen en de helpers van de examencommissie benoemen	34, § 3, tweede lid
de examenzittingen organiseren, de plaats en de datum ervan vaststellen, het publiek ervan op de hoogte brengen en de inschrijvingswijze voor de examens bepalen	37, eerste lid
de beslissing nemen om het inschrijvingsgeld terug te betalen	38, tweede lid
de rijscholen instructies geven om een einde te maken aan de schending van de regelgeving	39, § 1, eerste lid
de lokalen die bestemd zijn voor het onderricht en de administratie van de school alsook het oefenterrein, betreden en de theoretische en praktische lessen bijwonen, de boeken en de documentatie van de school, de inschrijvingskaarten van de leerlingen, de dagelijkse fiches, de aanwezigheidslijsten, de inschrijvingsregisters en, in het algemeen, alle documenten over de schoolactiviteiten raadplegen en, zo nodig, met het oog op het onderzoek een kopie ervan vragen	39, § 1, tweede lid
de goede werking van de rijscholen controleren	39, § 1, derde lid
alle inlichtingen over de toepassing van het besluit vragen	39, § 1, vierde lid
verzoeken om de instructie- of stagetoelating voor te leggen	39, § 2, eerste lid
de houder van het brevet II, IV of V en van een instructietoelating verplichten om het geneeskundig onderzoek, vermeld in artikel 42 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, te ondergaan	40, eerste lid
de instructietoelating schorsen bij vaststelling van ongeschiktheid	40, tweede lid
de schorsing opheffen bij een goed resultaat van het geneeskundig onderzoek	40, derde lid
de rijschooldirecteur en, in voorkomend geval, de adjunct-rijschooldirecteur of de instructeur horen	41, eerste en tweede lid
de belanghebbende of, in voorkomend geval, de rijschooldirecteur en de adjunct-rijschooldirecteur horen	42, eerste en derde lid
het verbod opheffen om gedurende de schorsingsperiode van de directietoelating een theoretische of praktische lessenreeks te beginnen, nadat een rijschooldirecteur is aangesteld	42, vierde lid
een directie- of instructietoelating schorsen	43, eerste lid
de aanvraag van een directie- of een instructietoelating in ontvangst nemen	48, § 4, tweede lid
de kandidatuur voor leden van de examencommissie in ontvangst nemen	bijlage 4, punt 4.2., eerste lid

Art. N3. Bijlage 3. Bevoegdheden voor de toepassing van het koninklijk besluit van 10 juli 2006, vermeld in artikel 5, 3°

BEVOEGDHEID	ARTIKEL
instructeurs erkennen die de vorming voor begeleiders aanbieden buiten een erkende rijschool om	9/5 juncto 9/6, § 1
de aanvragen tot erkenning van instructeurs die de vorming voor begeleiders willen aanbieden buiten een erkende rijschool om, in ontvangst nemen	9/6, § 2
de lokalen betreden, de vorming voor begeleiders bijwonen, alle documenten over de schoolactiviteiten raadplegen en, zo nodig, met het oog op het onderzoek een kopie ervan vragen	9/11, § 1, tweede lid
de goede werking van de erkende instructeurs controleren	9/11, § 1, derde lid
alle inlichtingen verlenen over de toepassing van het besluit	9/11, § 1, vierde lid
de erkenning schorsen van instructeurs die de vorming voor begeleiders aanbieden buiten een erkende rijschool om	9/11, § 3, eerste lid
de instructeurs horen die de vorming voor begeleiders aanbieden buiten een erkende rijschool om, alvorens hen te schorsen	9/11, § 3, eerste lid
de erkenning intrekken van instructeurs die de vorming voor begeleiders aanbieden buiten een erkende rijschool om	9/11, § 3, tweede lid
de instructeurs horen die de vorming voor begeleiders aanbieden buiten een erkende rijschool om, alvorens hun erkenning in te trekken	9/11, § 3, tweede lid
de erkenning schorsen van instructeurs die de vorming voor begeleiders aanbieden buiten een erkende rijschool om, en die het voorwerp vormen van een gerechtelijk onderzoek of van een strafvordering wegens het niet-naleven van de voorwaarden, vermeld in artikel 12, § 1, eerste lid, 1°, a) en b), van het koninklijk besluit van 11 mei 2004	9/11, § 4, eerste lid

Art. N4. Bijlage 4. Bevoegdheden voor de toepassing van het koninklijk besluit van 4 mei 2007, vermeld in artikel 5, 4°

BEVOEGDHEID	ARTIKEL
de communautaire code 95 opnemen op het bestuurdersattest of het certificaat	8, § 2, 2°
de kwalificatiekaart bestuurder uitreiken	13/1, § 3
de modaliteiten bepalen om de gegevens te bezorgen over de resultaten van de examens voor het verkrijgen van een rijbewijs of voor het verkrijgen van een getuigschrift van basiskwalificatie	21, § 2, eerste lid
vergaderingen organiseren	23, § 1, 6°
informatie over de uitoefening van de opdracht in ontvangst nemen	23, § 1, 8°
de examens bijwonen, controle uitoefenen op de gebruikte middelen en op het goede verloop van de examens, en informatie over de plaats, de datum en het uur van de geplande examens ontvangen	23, § 2
de examinatoren erkennen die belast zijn met het theoretische en het praktische examen	25, § 1
de examinator en, in voorkomend geval, de directeur van het examencentrum horen	25, § 2
afwijkingen toestaan van de vastgelegde termijn van twee maanden om examens met tolk te organiseren	27, § 1, vierde lid
het model vastleggen van het attest van slagen voor het theoretische examen basiskwalificatie	30, § 3, tweede lid
de personen aanwijzen die in het examenvoertuig mogen plaatsnemen tijdens het praktische examen basiskwalificatie	35, § 2, tweede lid
de personen aanwijzen die in het examenvoertuig mogen plaatsnemen tijdens het gecombineerde praktische examen	42, § 2, vierde lid
het getuigschrift van basiskwalificatie afleveren nadat de beroepscommissie beslist heeft dat de kandidaat geslaagd is	44, § 3, eerste lid
de modaliteiten bepalen om de gegevens te bezorgen over de georganiseerde nascholing en de deelnemers aan die cursussen	45, § 2, eerste lid
de opleidingscentra erkennen	46
de wijze bepalen voor de mededeling van elke wijziging aan het programma met het oog op goedkeuring	47, § 1, 5°
de nascholing bijwonen, controle uitoefenen op de ingezette middelen en het goede verloop van de opleidingen, informatie over de plaats, de datum en het uur van de geplande nascholing ontvangen	47, § 4
de modaliteiten bepalen om de erkenningsaanvraag in te dienen	48, § 1, eerste lid, eerste zin
de erkenning van een opleidingscentrum afleveren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop de aanvrager op de hoogte is gebracht van de volledigheid van zijn aanvraag	48, § 1, tweede lid
de vernieuwing van de erkenning van een opleidingscentrum afleveren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop de aanvrager op de hoogte is gebracht van de volledigheid van zijn aanvraag	48, § 2, derde lid
aan elk erkend opleidingscentrum een erkenningsnummer geven	48, § 4, eerste lid
toegang hebben tot de lokalen van de examencentra en de opleidingscentra die erkend zijn, inzage hebben in alle documenten over hun opdracht, alsook in de inlichtingenfiches	53, eerste lid
alle inlichtingen over de toepassing van het besluit ontvangen	53, tweede lid
de betrokkenen horen	54
de overmacht waardoor de retributie wordt terugbetaald, beoordelen	74ter, § 2, derde lid

Art. N5. Bijlage 5. Bevoegdheden voor de toepassing van het koninklijk besluit van 13 juni 2010, vermeld in artikel 5, 5°

BEVOEGDHEID	ARTIKEL
de verklaring en de documenten conform artikel 9 van de wet van 12 februari 2008 in ontvangst nemen	3, eerste en tweede lid
de documenten die de wijziging staven, in ontvangst nemen	3, derde lid
iedere relevante informatie vragen aan de bevoegde overheid van de lidstaat van vestiging, over de rechtmatigheid van de vestiging en het goede gedrag van de instructeur, alsook iedere informatie over het ontbreken van eventuele tuchtrechtelijke of strafrechtelijke maatregelen met betrekking tot de beroepsuitoefening	4
toegang verlenen tot het beroep van rijinstructeur of directeur van een rijschool door een directie- of instructietoelating te verlenen, en de brevetten uit te reiken die daarmee overeenstemmen	5
de documenten in ontvangst nemen bij een aanvraag tot het verkrijgen van toestemming om het beroep van rijinstructeur of directeur van een rijschool uit te oefenen	6