23 FEBRUARI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, houdende een beperking van het op ondernemings- of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten voor elektro-intensieve ondernemingen
Art. 1-7
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In artikel 1.1.1, § 2 van het Energiebesluit van 19 november 2010, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017, wordt een punt 103° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"103° /1 verificatiebureau: de onafhankelijke en neutrale organisatie opgericht bij artikel 4 van de Energiebeleidsovereenkomst voor de verankering van en voor blijvende energie-efficiëntie in de Vlaamse energie-intensieve industrie;".
Art.2. Aan titel VI van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk VI toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk VI. Beperking van het op ondernemings- of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten voor elektro-intensieve ondernemingen
Afdeling I. - Algemene bepalingen
Artikel 6.6.1. § 1. Als voldaan wordt aan de voorwaarden vermeld in dit hoofdstuk wordt het bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten dat door een elektro-intensieve onderneming op ondernemingsniveau of vestigingsniveau verschuldigd is, beperkt tot 4 % van de bruto toegevoegde waarde van de elektro-intensieve onderneming.
Een onderneming komt hiervoor in aanmerking indien ze behoort tot een van de in deel 1 van bijlage IV/1 vermelde sectoren.
§ 2. Als voldaan wordt aan de voorwaarden vermeld in dit hoofdstuk wordt het bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten dat door een elektro-intensieve onderneming op ondernemingsniveau of vestigingsniveau verschuldigd is, beperkt tot 0,5 % van de bruto toegevoegde waarde van een elektro-intensieve onderneming die behoort tot een van de in bijlage IV/1 vermelde sectoren en bijkomend zij een elektriciteitsintensiteit heeft van ten minste 20 %.
§ 3. De beperkingen, vermeld in paragraaf 1 en paragraaf 2, gelden zonder onderscheid voor alle ondernemingen en vestigingseenheden die in aanmerking komen, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de voorwaarden en de procedures, vermeld in artikel 6.6.2, en voor zover er aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
1° de onderneming of vestigingseenheid is toegetreden tot de Energiebeleidsovereenkomst voor de verankering van en voor blijvende energie-efficiëntie in de Vlaamse energie-intensieve industrie;
2° de onderneming of de vestigingseenheid beschikt over een energieplan, als vermeld in titel VI, hoofdstuk V;
3° de onderneming heeft ten op zicht van de situatie in het jaar voorafgaand aan de aanvraag geen afbreuk gedaan aan de in de onderneming of vestiging van toepassing zijnde maatregelen inzake energie-efficiëntie.
In afwijking van het eerste lid wordt de beperking niet toegekend aan een onderneming die op de indieningsdatum van de steunaanvraag achterstallige schulden heeft bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of die een procedure op basis van Europees of nationaal recht heeft lopen waarbij toegekende steun onrechtmatig werd verklaard door een beslissing van de Europese Commissie en via de rechtbank wordt teruggevorderd.
§ 4. Voor de berekening van de elektriciteitsintensiteit van de onderneming of vestigingseenheid wordt gebruikgemaakt van efficiëntiebenchmarks voor standaard elektriciteitsverbruik voor de industrie, als die beschikbaar zijn.
De elektriciteitsintensiteit van een onderneming of vestigingseenheid wordt bepaald door de elektriciteitskosten van de onderneming of vestigingseenheid te delen door het rekenkundige gemiddelde over de drie meest recente jaren waarvoor gegevens van de bruto toegevoegde waarde van de onderneming of vestigingseenheid beschikbaar zijn.
De elektriciteitskosten van een onderneming of vestigingseenheid worden bepaald door het elektriciteitsverbruik van de onderneming of vestigingseenheid te vermenigvuldigen met de aangenomen elektriciteitsprijs.
Voor de berekening van het elektriciteitsverbruik van de onderneming of vestigingseenheid wordt gebruikgemaakt van efficiëntiebenchmarks inzake elektriciteitsverbruik voor de industrie, voor zover beschikbaar. Zijn deze niet beschikbaar, dan wordt gebruikgemaakt van het rekenkundige gemiddelde over de drie meest recente jaren waarvoor gegevens beschikbaar zijn.
Onder de "aangenomen elektriciteitsprijs" wordt de gemiddelde detailhandelsprijs voor elektriciteit verstaan die in het Vlaamse Gewest wordt gehanteerd voor ondernemingen of vestigingseenheden met een vergelijkbaar niveau van elektriciteitsverbruik in het recentste jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn. De aangenomen elektriciteitsprijs omvat de volledige kosten van financiële steun voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen die, zonder de kortingen, aan de onderneming of vestigingseenheid zouden zijn doorberekend. Het Vlaams Energieagentschap maakt de officieel te hanteren "aangenomen elektriciteitsprijs" bekend op zijn website.
§ 5. Onder "bruto toegevoegde waarde voor de onderneming" wordt de bruto toegevoegde waarde tegen factorkosten verstaan. Dit is de bruto toegevoegde waarde tegen marktprijzen, minus indirecte belastingen plus subsidies.
De toegevoegde waarde tegen factorkosten kan als volgt worden berekend: omzet plus geactiveerde productie, plus andere bedrijfsinkomsten, plus of minus veranderingen in voorraden, minus aankopen van goederen en diensten, die geen personeelskosten omvatten, minus andere heffingen op producten die aan de omzet zijn gekoppeld maar niet aftrekbaar zijn, minus productiegebonden rechten en heffingen. Als alternatief kan zij worden berekend als de som van het bruto exploitatieoverschot en de personeelskosten. Inkomsten en uitgaven die in de boekhouding van de onderneming als financieel of buitengewoon zijn ingedeeld, blijven voor de toegevoegde waarde buiten beschouwing. Het resultaat van de berekening van de toegevoegde waarde tegen factorkosten is een bruto-cijfer, aangezien met waarde-aanpassingen geen rekening wordt gehouden.
§ 6. Voor het bepalen van de hoogte van de bijdrage, vermeld in paragraaf 1 en 2, moet worden gebruikgemaakt van het rekenkundige gemiddelde over de drie meest recente jaren waarvoor gegevens over de bruto toegevoegde waarde beschikbaar zijn.
In het geval van ondernemingen of vestigingseenheden die minder dan drie jaar bestaan gelden de volgende regels voor de berekening van de elektriciteitsverbruik, vermeld in paragraaf 4, en de bruto toegevoegde waarde, vermeld in paragraaf 1, 2, 4 en 5:
1° gedurende de loop van het eerste exploitatiejaar van een nieuw opgerichte inrichting kan geen aanvraag, als vermeld in artikel 6.6.2, § 1, worden ingediend;
2° voor het tweede exploitatiejaar dienen de gegevens van het eerste jaar worden gebruikt;
3° voor het derde exploitatiejaar dient het rekenkundig gemiddelde van de gegevens voor het eerste jaar en het tweede jaar te worden gebruikt;
4° vanaf het vierde exploitatiejaar dient het rekenkundig gemiddelde van gegevens voor de drie voorgaande jaren te worden gebruikt.
Afdeling II. - De voorwaarden van en de procedure tot het verkrijgen van de beperking van het op ondernemingsniveau of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten voor elektro-intensieve ondernemingen
Art. 6.6.2. § 1. Elektro-intensieve ondernemingen die voor de inleveringsronde die eindigt op 31 maart van het jaar N een beperking van het op ondernemingsniveau of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten, als vermeld in artikel 7.1.10, § 3/1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, willen verkrijgen, dienen daarvoor met een op de website van het Vlaams Energieagentschap ter beschikking gesteld elektronisch formulier een aanvraag in bij het Vlaams Energieagentschap uiterlijk op 15 juli van het jaar N-1. Het Vlaams Energieagentschap bezorgt een elektronische ontvangstmelding.
De aanvraag bevat ten minste de volgende gegevens:
1° de naam en de grootte van de onderneming en de vestigingseenheden in kwestie;
2° de elektriciteitsintensiteit van de onderneming of vestigingseenheid, alsook een gedetailleerde toelichting over de wijze waarop die berekend werd conform artikel 6.6.1, § 4 en § 6;
3° de bruto toegevoegde waarde van de onderneming of vestigingseenheid van de laatste drie kalenderjaren of in het geval van ondernemingen of vestigingseenheden die minder dan drie jaar bestaan de bruto toegevoegde waarde van de onderneming of vestigingseenheid zoals vermeld in artikel 6.6.1, § 6, tweede lid, alsook een gedetailleerde toelichting over de wijze waarop die berekend werd conform artikel 6.6.1, § 5 en die werd geattesteerd door de bedrijfsrevisor;
4° de afnamepunten waarvoor de onderneming of vestigingseenheid als netgebruiker geregistreerd stond, de periode waarin zij als netgebruiker geregistreerd stond op die afnamepunten en de afnames op die afnamepunten tijdens de periode waarin de betrokken onderneming of vestigingseenheid geregistreerd stond als netgebruiker op het afnamepunt;
5° een ondertekende verklaring op erewoord waarbij wordt verklaard dat de ingevulde gegevens worden geacht overeen te stemmen met de waarheid en met de voorwaarden van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, en van deze afdeling, alsook van de uitvoeringsbesluiten ervan;
6° de gedetailleerde gegevens over het door de federale overheid op ondernemingsniveau of vestigingsniveau vastgestelde en in het jaar N-2 verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie op federaal niveau ontstane kosten.
7° wanneer de onderneming of de vestigingseenheid geen lid is van de energiebeleidsovereenkomst, vermeld in artikel 6.6.1, § 3, 1° of niet beschikt over een energieplan: de maatregelen inzake energie-efficiëntie in N-2 genomen door de onderneming of vestiging.
Het Vlaams Energieagentschap gaat na of het aanvraagdossier volledig is. Als het aanvraagdossier niet volledig is, brengt het Vlaams Energieagentschap de onderneming in kwestie daarvan met een aangetekende brief op de hoogte binnen een maand na ontvangst van het aanvraagdossier. Daarbij worden de redenen vermeld waarom het aanvraagdossier niet volledig werd bevonden en de termijn waarin de onderneming, op straffe van verval van de aanvraag, het dossier kan vervolledigen. Deze termijn bedraagt minimum vijftien kalenderdagen.
Als in afwijking van het tweede lid, 6° de onderneming of vestigingseenheid geen gegevens over het door de federale overheid op ondernemingsniveau of vestigingsniveau vastgestelde en in het jaar N-2 verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie op federaal niveau ontstane kosten in haar aanvraag opneemt, dan doet zij onherroepelijk afstand van het recht op de verrekening ervan, vermeld in paragraaf 3, derde lid.
De minister kan nadere regels bepalen betreffende de aanvraagprocedure voor het verkrijgen van een beperking van het op ondernemingsniveau of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten.
§ 2. Het Vlaams Energieagentschap verifieert de gegevens die in de aanvraag staan en doet daarvoor een beroep op het verificatiebureau, wat betreft de gegevens vermeld in § 1, tweede lid, 2° en de VREG, wat betreft de gegevens vermeld in § 1, tweede lid, 4°. De verificatie heeft betrekking op de betrouwbaarheid, geloofwaardigheid en nauwkeurigheid van de gegevens die zijn verstrekt over de onderneming of vestigingseenheid en resulteert in een verificatieadvies aan het Vlaams Energieagentschap.
§ 3. Als de aanvraag volledig is en het Vlaams Energieagentschap in voorkomend geval een positief advies heeft ontvangen van het verificatiebureau en/of de VREG, dan beoordeelt het Vlaams Energieagentschap of de onderneming of vestigingseenheid voldoet aan de voorwaarden, vermeld in deze afdeling, en stelt ze uiterlijk op 15 oktober van het jaar N-1 in euro de hoogte vast van de beperking van het op ondernemingsniveau of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten, vermeld in artikel 6.6.1.
Op basis van de vaststelling van het Vlaams Energieagentschap, wordt het op ondernemingsniveau of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten vervolgens beperkt, conform artikel 7.1.10, § 3/1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009.
Van het bedrag, vermeld in het tweede lid, wordt voor aanvragen ingediend vanaf 2019 en voor zover de onderneming het vorige jaar een aanvraag, vermeld in paragraaf 1 indiende, en er op het federale niveau een gelijkaardige regeling bestaat, het door de federale overheid vastgestelde op ondernemingsniveau of vestigingsniveau in het vorige jaar door die onderneming of vestiging verschuldigde en betaalde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie op federaal niveau ontstane kosten, met een plafond van een bepaald percentage van het in het vorige jaar in totaal verschuldigde bedrag, vermeld in het eerste lid, afgetrokken. Het verschil wordt door het Vlaams Energieagentschap in mindering gebracht van het bedrag dat de onderneming of vestigingseenheid conform paragraaf 4 dat jaar in het Energiefonds moet storten.
De minister kan nadere regels vastleggen voor de procedure voor de verrekening, vermeld in het derde lid, en legt het percentage van het plafond, vermeld in het derde lid, vast. Dit percentage ligt tussen 25% en 50%.
§ 4. Het Vlaams Energieagentschap brengt de onderneming in kwestie op de hoogte van de hoogte van de te storten bijdragen en de betalingsmodaliteiten. De beperking wordt voor jaar N pas geldig nadat de onderneming uiterlijk op 15 november van jaar N-1 de bijdrage, vermeld in paragraaf 3, in het Energiefonds heeft gestort. Na ontvangst van die bijdrage in het Energiefonds wordt de definitieve beslissing vervolgens betekend aan de aanvrager en aan de VREG.
De VREG zorgt voor de correcte toepassing van deze beslissingen bij het bepalen van de hoogte van de quotumverplichtingen van de betrokken toegangshouders, vermeld in artikel 7.1.10 van het Energiedecreet van 8 mei 2009.
§ 5. Het Vlaams Energieagentschap evalueert jaarlijks het geaggregeerde netto-effect, zijnde de aangroei van de groenstroomcertificaten, ten gevolge van de in dit hoofdstuk vervatte regeling op de groenestroomcertificatenmarkt en legt deze evaluatie jaarlijks uiterlijk tegen 15 juli voor aan de minister. De minister kan indien nodig aan de Vlaamse Regering een voorstel tot inperking van de aangroei voorleggen.
Art. 6.6.3. Als een onderneming of vestigingseenheid aangaande de inleveringsronde die eindigt op 31 maart van jaar N-1 gebruik maakte van de mogelijkheid om conform dit hoofdstuk het op ondernemings- of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten te beperken, en zij dient daarvoor in het jaar N geen aanvraag in, en voor zover er op het federale niveau een gelijkaardige regeling bestaat, dan kan ze aan het Vlaamse Gewest een bedrag terugvragen ter grootte van het door de federale overheid vastgestelde op ondernemingsniveau of vestigingsniveau in het jaar N-1 door die onderneming of vestiging verschuldigde en betaalde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie op federaal niveau ontstane kosten, met een plafond van een percentage van het in het jaar N-1 in totaal verschuldigde bedrag, vermeld in artikel 6.6.2, § 3, eerste lid. Dit is het percentage dat conform artikel 6.6.2, § 3, vierde lid door de minister voor het jaar N-1 werd vastgelegd.
De onderneming of vestigingseenheid, vermeld in het eerste lid, dient daarvoor met een op de website van het Vlaams Energieagentschap ter beschikking gesteld elektronisch formulier een aanvraag in bij het Vlaams Energieagentschap uiterlijk op 15 juli van het jaar N. De aanvraag bevat ten minste de gedetailleerde gegevens over het door de federale overheid op ondernemingsniveau of vestigingsniveau vastgestelde en in het jaar N-1 verschuldigde en betaalde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie op federaal niveau ontstane kosten.
Als in afwijking van het tweede lid de onderneming of vestigingseenheid de gegevens over het door de federale overheid op ondernemingsniveau of vestigingsniveau vastgestelde en in het jaar N-1 verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie op federaal niveau ontstane kosten niet tijdig aanlevert, dan doet ze onherroepelijk afstand van het recht op teruggave.
De minister kan nadere regels vastleggen voor de procedure voor de teruggave.
Afdeling III. - Uitsluitingsgevallen
Art. 6.6.4. Als het Vlaams Energieagentschap vaststelt dat met betrekking tot de gegevens, vermeld in artikel 6.6.2, § 1, tweede lid een onderneming in strijd met de ondertekende verklaring op erewoord, vermeld in artikel 6.6.2, § 1, tweede lid, 5°, wetens en willens onjuiste of onvolledige informatie heeft bezorgd, en die een correcte berekening van de elektriciteitsintensiteit van de onderneming in de weg staat, dan wordt de onderneming in de toekomst uitgesloten van verdere toepassing van dit hoofdstuk.".
Art.3. Aan titel XII, hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt een artikel 12.3.16 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 12.3.16. In afwijking van artikel 6.6.2, § 3, eerste lid en § 4, eerste lid zijn voor de aanvragen, vermeld in artikel 6.6.2, de volgende afwijkende voorwaarden van toepassing:
1° in afwijking van artikel 6.6.2, § 3 neemt het Vlaams Energieagentschap tegen 15 oktober van het jaar N-1 enkel een principebeslissing aangaande:
a) het feit of aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6.6.1 en artikel 6.6.2, door de desbetreffende onderneming of vestigingseenheid wordt voldaan
b) de hoogte van wat het door die onderneming of vestigingseenheid verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten, als berekend conform artikel 6.6.1, zal zijn;
2° het recht op steun, als vermeld in artikel 7.1.10, § 3/1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, ontstaat in dat geval voor de inleveringsronde die eindigt op 31 maart van het jaar N pas als bijkomend aan de hierna volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:
a) de Europese Commissie heeft tegen 15 januari van het jaar N geen negatief besluit genomen waaruit blijkt dat de regeling, vermeld in artikel 6.6.1 tot en met 6.6.4, staatssteun of met de interne markt onverenigbare staatssteun betreft;
b) het Vlaams Energieagentschap heeft tegen uiterlijk 21 januari van het jaar N de definitieve beslissing genomen aangaande de hoogte van het te storten verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten, als berekend conform artikel 6.6.1, en van de betalingsmodaliteiten ervan;
c) de onderneming of vestigingseenheid heeft in afwijking van artikel 6.6.2, § 4 uiterlijk op 31 januari van het jaar N de bijdrage, vermeld in het eerste lid, 2°, b) in het Energiefonds heeft gestort.
Indien de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 2°, a) niet is vervuld, dan komt de principebeslissing, vermeld in het eerste lid, 1°, van rechtswege te vervallen. Het Vlaams Energieagentschap brengt de betrokken ondernemingen of vestigingseenheden hiervan onverwijld op de hoogte.".
Art.4. Artikel 12.3.16 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.5. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2018, wordt een bijlage IV/1 ingevoegd, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 4, dat in werking treedt op een door de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, vast te stellen datum die niet vroeger kan zijn dan alvorens de Europese Commissie een besluit heeft genomen waaruit blijkt dat de in die artikelen vervatte regeling geen staatssteun of met de interne markt verenigbare staatssteun zijn.
Artikel 6.6.1 tot en met 6.6.4 en artikel 12.3.16 van het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals ingevoegd bij artikel 2 en 3, zijn voor het eerst van toepassing op de inleveringsperiode, vermeld in artikel 7.1.10 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, die eindigt op 31 maart 2019.
Art.7. De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
"BIJLAGE IV/1. - Lijst van sectoren die in aanmerking komen voor een beperking van het op ondernemingsniveau of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten zoals bepaald in artikel 6.6.1 Energiebesluit
Deel 1. -
NACE-code | Beschrijving |
510 | Winning van steenkool |
729 | Winning van andere non-ferrometaalertsen |
811 | Winning van bouw- en siersteen, kalksteen, gips, krijt en leisteen |
891 | Winning van mineralen voor de chemische en de kunstmestindustrie |
893 | Zoutwinning |
899 | Overige winning van delfstoffen, niet eerder genoemd |
1032 | Vervaardiging van groente- en fruitsappen |
1039 | Overige verwerking en conservering van groenten en fruit |
1041 | Vervaardiging van oliën en vetten |
1062 | Vervaardiging van zetmeel en zetmeelproducten |
1104 | Vervaardiging van andere niet-gedistilleerde gegiste dranken |
1106 | Vervaardiging van mout |
1310 | Bewerken en spinnen van textielvezels |
1320 | Weven van textiel |
1394 | Vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten |
1395 | Vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, exclusief kleding |
1411 | Vervaardiging van kleding van leer |
1610 | Zagen en schaven van hout |
1621 | Vervaardiging van fineer en van panelen op basis van hout |
1711 | Vervaardiging van pulp |
1712 | Vervaardiging van papier en karton |
1722 | Vervaardiging van huishoudelijke en sanitaire papierwaren |
1920 | Vervaardiging van geraffineerde aardolieproducten |
2012 | Vervaardiging van kleurstoffen en pigmenten |
2013 | Vervaardiging van andere anorganische chemische basisproducten |
2014 | Vervaardiging van andere organische chemische basisproducten |
2015 | Vervaardiging van kunstmeststoffen en stikstofverbindingen |
2016 | Vervaardiging van kunststoffen in primaire vormen |
2017 | Vervaardiging van synthetische rubber in primaire vormen |
2060 | Vervaardiging van synthetische en kunstmatige vezels |
2110 | Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen |
2221 | Vervaardiging van platen, vellen, buizen en profielen, van kunststof |
2222 | Vervaardiging van verpakkingsmateriaal van kunststof |
2311 | Vervaardiging van vlakglas |
2312 | Vormen en bewerken van vlakglas |
2313 | Vervaardiging van holglas |
2314 | Vervaardiging van glasvezels |
2319 | Vervaardiging en bewerking van ander glas (inclusief technisch glaswerk) |
2320 | Vervaardiging van vuurvaste producten |
2331 | Vervaardiging van keramische tegels en plavuizen |
2342 | Vervaardiging van sanitair aardewerk |
2343 | Vervaardiging van isolatoren en isolatiemateriaal, van keramische stoffen |
2349 | Vervaardiging van andere keramische producten |
2399 | Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, niet eerder genoemd |
2410 | Vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen |
2420 | Vervaardiging van buizen, pijpen, holle profielen en fittings daarvoor, van staal |
2431 | Koudtrekken van staven |
2432 | Koudwalsen van bandstaal |
2434 | Koudtrekken van draad |
2441 | Productie van edelmetalen |
2442 | Productie van aluminium |
2443 | Productie van lood, zink en tin |
2444 | Productie van koper |
2445 | Productie van andere non-ferrometalen |
2446 | Bewerking van splijt- en kweekstoffen |
2720 | Vervaardiging van batterijen en accumulatoren |
3299 | Overige industrie, niet eerder genoemd |
2011 | Vervaardiging van industriële gassen |
2332 | Vervaardiging van bakstenen, tegels en producten voor de bouw, van gebakken klei |
2351 | Vervaardiging van cement |
2352 | Vervaardiging van kalk en gips |
2451 /2452 /2453 /2454 | Gieten van ijzer, staal, lichte metalen en andere non-ferrometalen |
2611 | Vervaardiging van elektronische onderdelen |
2680 | Vervaardiging van magnetische en optische media |
3832 | Terugwinning van gesorteerd materiaal |
NACE-code | Beschrijving |
610 | Winning van aardolie |
620 | Winning van aardgas |
710 | Winning van ijzererts |
812 | Winning van grind, zand, klei en kaolien |
1011 | Verwerking en conservering van vlees |
1012 | Verwerking en conservering van gevogelte |
1013 | Vervaardiging van producten van vlees of van gevogelte |
1020 | Verwerking en conservering van vis en van schaal- en weekdieren |
1031 | Verwerking en conservering van aardappelen |
1042 | Vervaardiging van margarine en andere spijsvetten |
1051 | Zuivelfabrieken en kaasmakerijen |
1061 | Vervaardiging van maalderijproducten |
1072 | Vervaardiging van beschuit en biscuit en van ander houdbaar banketbakkerswerk |
1073 | Vervaardiging van macaroni, noedels, koeskoes en dergelijke deegwaren |
1081 | Vervaardiging van suiker |
1082 | Vervaardiging van cacao, chocolade en suikerwerk |
1083 | Verwerking van thee en koffie |
1084 | Vervaardiging van specerijen, sauzen en kruiderijen |
1085 | Vervaardiging van bereide maaltijden en schotels |
1086 | Vervaardiging van gehomogeniseerde voedingspreparaten en dieetvoeding |
1089 | Vervaardiging van andere voedingsmiddelen, n.e.g. |
1091 | Vervaardiging van veevoeders |
1092 | Vervaardiging van voeders voor huisdieren |
1101 | Vervaardiging van gedistilleerde dranken door distilleren, rectificeren en mengen |
1102 | Vervaardiging van wijn uit druiven |
1103 | Vervaardiging van cider en van andere vruchtenwijnen |
1105 | Vervaardiging van bier |
1107 | Vervaardiging van frisdranken; productie van mineraalwater en ander gebotteld water |
1200 | Vervaardiging van tabaksproducten |
1391 | Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen |
1392 | Vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding |
1393 | Vervaardiging van vloerkleden en tapijt |
1396 | Vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel |
1399 | Vervaardiging van andere textielproducten, n.e.g. |
1412 | Vervaardiging van werkkleding |
1413 | Vervaardiging van andere bovenkleding |
1414 | Vervaardiging van onderkleding |
1419 | Vervaardiging van andere kleding en toebehoren |
1420 | Vervaardiging van artikelen van bont |
1431 | Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken |
1439 | Vervaardiging van andere gebreide en gehaakte kleding |
1511 | Looien en bereiden van leer; bereiden en verven van bont |
1512 | Vervaardiging van koffers, tassen en dergelijke en van zadel- en tuigmakerswerk |
1520 | Vervaardiging van schoeisel |
1622 | Vervaardiging van parketvloeren |
1623 | Vervaardiging van ander schrijn- en timmerwerk |
1624 | Vervaardiging van houten emballage |
1629 | Vervaardiging van andere artikelen van hout; vervaardiging van artikelen van kurk, riet of vlechtwerk |
1721 | Vervaardiging van gegolfd papier en golfkarton en van verpakkingsmateriaal van papier en karton |
1723 | Vervaardiging van kantoorbenodigdheden van papier |
1724 | Vervaardiging van behangpapier |
1729 | Vervaardiging van andere artikelen van papier of karton |
1813 | Prepress- en premediadiensten |
1910 | Vervaardiging van cokesovenproducten |
2020 | Vervaardiging van verdelgingsmiddelen en van andere chemische producten voor de landbouw |
2030 | Vervaardiging van verf, vernis e.d., drukinkt en mastiek |
2041 | Vervaardiging van zeep en wasmiddelen, poets- en reinigingsmiddelen |
2042 | Vervaardiging van parfums en toiletartikelen |
2051 | Vervaardiging van kruit en springstoffen |
2052 | Vervaardiging van lijm |
2053 | Vervaardiging van etherische oliën |
2059 | Vervaardiging van andere chemische producten, n.e.g. |
2120 | Vervaardiging van farmaceutische producten |
2211 | Vervaardiging van binnen- en buitenbanden van rubber; loopvlakvernieuwing |
2219 | Vervaardiging van andere producten van rubber |
2223 | Vervaardiging van kunststofartikelen voor de bouw |
2229 | Vervaardiging van andere producten van kunststof |
2341 | Vervaardiging van huishoudelijk en sieraardewerk |
2344 | Vervaardiging van ander technisch aardewerk |
2362 | Vervaardiging van artikelen van gips voor de bouw |
2365 | Vervaardiging van producten van vezelcement |
2369 | Vervaardiging van andere artikelen van beton, gips en cement |
2370 | Houwen, bewerken en afwerken van natuursteen |
2391 | Vervaardiging van schuur-, slijp- en polijstmiddelen |
2433 | Koudvervormen of koudfelsen |
2511 | Vervaardiging van metalen constructiewerken en delen daarvan |
2512 | Vervaardiging van metalen deuren en vensters |
2521 | Vervaardiging van radiatoren en ketels voor centrale verwarming |
2529 | Vervaardiging van andere tanks, reservoirs en bergingsmiddelen, van metaal |
2530 | Vervaardiging van stoomketels, excl. warmwaterketels voor centrale verwarming |
2540 | Vervaardiging van wapens en munitie |
2571 | Vervaardiging van scharen, messen, bestekken enz. |
2572 | Vervaardiging van hang- en sluitwerk |
2573 | Vervaardiging van gereedschap |
2591 | Vervaardiging van stalen vaten en dergelijke |
2592 | Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van licht metaal |
2593 | Vervaardiging van artikelen van draad en van kettingen en veren |
2594 | Vervaardiging van bouten, schroeven en moeren |
2599 | Vervaardiging van andere producten van metaal, n.e.g. |
2612 | Vervaardiging van elektronische printplaten |
2620 | Vervaardiging van computers en randapparatuur |
2630 | Vervaardiging van communicatieapparatuur |
2640 | Vervaardiging van consumentenelektronica |
2651 | Vervaardiging van meet-, controle- en navigatie-instrumenten en -apparatuur |
2652 | Vervaardiging van uurwerken |
2660 | Vervaardiging van bestralingsapparatuur en van elektromedische en elektrotherapeutische apparatuur |
2670 | Vervaardiging van optische instrumenten en van foto- en filmapparatuur |
2680 | Vervaardiging van magnetische en optische media |
2711 | Vervaardiging van elektromotoren en van elektrische generatoren en transformatoren |
2712 | Vervaardiging van schakel- en verdeelinrichtingen |
2731 | Vervaardiging van kabels van optische vezels |
2732 | Vervaardiging van andere elektrische en elektronische kabels |
2733 | Vervaardiging van schakelaars, stekkers, stopcontacten e.d. |
2740 | Vervaardiging van elektrische verlichtingsbenodigdheden |
2751 | Vervaardiging van elektrische huishoudapparaten |
2752 | Vervaardiging van niet-elektrische huishoudapparaten |
2790 | Vervaardiging van andere elektrische apparatuur |
2811 | Vervaardiging van motoren en turbines, exclusief motoren voor luchtvaartuigen, motorvoertuigen en bromfietsen |
2812 | Vervaardiging van hydraulische apparatuur |
2813 | Vervaardiging van andere pompen en compressoren |
2814 | Vervaardiging van andere kranen en dergelijke artikelen |
2815 | Vervaardiging van tandwielen, lagers en andere drijfwerkelementen |
2821 | Vervaardiging van ovens en branders |
2822 | Vervaardiging van hijs-, hef- en transportwerktuigen |
2823 | Vervaardiging van kantoormachines en -uitrusting (exclusief computers en randapparatuur) |
2824 | Vervaardiging van elektrisch handgereedschap |
2825 | Vervaardiging van machines en apparaten voor de koeltechniek en de klimaatregeling, voor niet-huishoudelijk gebruik |
2829 | Vervaardiging van andere machines en apparaten voor algemeen gebruik, n.e.g. |
2830 | Vervaardiging van machines en werktuigen voor de landbouw en de bosbouw |
2841 | Vervaardiging van machines voor de metaalbewerking |
2849 | Vervaardiging van andere gereedschapswerktuigen |
2891 | Vervaardiging van machines voor de metallurgie |
2892 | Vervaardiging van machines voor de winning van delfstoffen en voor de bouw |
2893 | Vervaardiging van machines voor de productie van voedings- en genotmiddelen |
2894 | Vervaardiging van machines voor de productie van textiel, kleding en leer |
2895 | Vervaardiging van machines voor de productie van papier en karton |
2896 | Vervaardiging van machines voor de kunststof- en rubberindustrie |
2899 | Vervaardiging van andere machines, apparaten en werktuigen voor specifieke doeleinden, n.e.g. |
2910 | Vervaardiging van auto's |
2920 | Vervaardiging van carrosserieën voor auto's; vervaardiging van aanhangwagens en opleggers |
2931 | Vervaardiging van elektrische en elektronische benodigdheden voor auto's |
2932 | Vervaardiging van andere delen en toebehoren van auto's |
3011 | Bouw van schepen en drijvend materieel |
3012 | Bouw van plezier- en sportvaartuigen |
3020 | Vervaardiging van rollend materieel voor spoorwegen |
3030 | Vervaardiging van lucht- en ruimtevaartuigen en van toestellen in verband daarmee |
3040 | Vervaardiging van militaire gevechtsvoertuigen |
3091 | Vervaardiging van motorfietsen |
3092 | Vervaardiging van fietsen en invalidenwagens |
3099 | Vervaardiging van andere transportmiddelen, n.e.g. |
3101 | Vervaardiging van kantoor- en winkelmeubelen |
3102 | Vervaardiging van keukenmeubelen |
3103 | Vervaardiging van matrassen |
3109 | Vervaardiging van andere meubelen |
3211 | Slaan van munten |
3212 | Bewerken van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen |
3213 | Vervaardiging van imitatiesieraden en dergelijke artikelen |
3220 | Vervaardiging van muziekinstrumenten |
3230 | Vervaardiging van sportartikelen |
3240 | Vervaardiging van spellen en speelgoed |
3250 | Vervaardiging van medische en tandheelkundige instrumenten en benodigdheden |
3291 | Vervaardiging van borstelwaren |