Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 JANUARI 2017. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van sommige bepalingen van het regelgevend deel van het Waals wetboek van sociale actie en gezondheid betreffende de erkenning en de subsidiëring van de zorg- en hulpverleningsdiensten voor geprostitueerde personen



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

Art.2. In het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, tweede deel, Boek II, wordt een titel II/1 ingevoegd, dat de artikelen 68/1 tot 68/9 omvat, luidend als volgt :
  " TITEL II/1. - Zorg- en hulpverleningsdiensten voor geprostitueerde personen
  HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving
  Art. 68/1. Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
  1° "de dienst" : de zorg- en hulpverleningsdienst voor geprostitueerde personen;
  2° "het gedecentraliseerd steunpunt": de secundaire activiteitenplaats van de dienst waarvan hij financieel en administratief afhangt, gevestigd in functie van het ambulante of specifieke karakter van zijn activiteiten, of in functie van zijn geografische ligging.
  HOOFDSTUK II. - Erkenning
  Afdeling 1. - Toekenningsvoorwaarden
  Art. 68/2. De verantwoordelijke van de dienst of diens afgevaardigde :
  1° organiseert vóór elke indienstneming van een vrijwillige medewerker een onderhoud om informatie in te winnen over zijn individueel en professioneel parcours;
  2° stelt voor elke vrijwillige medewerker een contract op waarin gewezen wordt op de rechten en plichten van de ondertekenende partijen;
  3° maakt jaarlijks een evaluatie van de vrijwillige medewerker.
  Het contract bedoeld in het eerste lid, 2° bevat bepalingen betreffende o.a. de toevertrouwde taken rekening houdend met de bevoegdheden, de verzekeringsmodaliteiten, de openingstijden en het huishoudelijk reglement.
  Afdeling 2. - Toekenningsprocedure
  Art. 68/3. De erkenningsaanvraag wordt aan de Administratie gericht via elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent.
  Behalve de informatie vereist bij artikel 65/7 van het decreetgevend deel van het Wetboek bevat het aanvraagdossier de volgende gegevens:
  1° de identiteit en de personalia van de persoon die de dienst vertegenwoordigt;
  2° het adres van de dienst en zijn gedecentraliseerd(e) steunpunt(en);
  3° de namen, titels, kwalificaties en de vermelding van hun statuten alsook de functies van de personen die de acties vervullen bedoeld in artikel 65/3 van hetzelfde Wetboek;
  4° de andere eventuele openbare subsidiëringsbronnen, ongeacht het niveau, betreffende de acties bedoeld bij hetzelfde Wetboek, van de dienst en van de vereniging of de instelling waarvan hij deel uitmaakt;
  5° een synthesenota waarin melding wordt gemaakt van de vastgestelde behoeften op het grondgebied van de gemeente(n) waar de dienst de in hetzelfde Wetboek bedoelde opdrachten vervult, alsook van de bestaande partnerschappen;
  6° de omschrijving van het project die moet voorzien in de vastgestelde behoeften, en de daartoe voorziene acties;
  7° de vermelding van de voorziene steunpunten met motivering van hun toestand, de vermelding van de openingsuren en de aangeboden diensten, de omschrijving van de uitrusting van het steunpunt;
  8° een activiteitenverslag betreffende de twee jaren voorafgaande aan de aanvraag;
  9° de beraadslaging van de inrichtende macht waarbij besloten wordt tot de indiening van de erkenningsaanvraag.
  Art. 68/4. Binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag stuurt de administratie een bericht van ontvangst naar de dienst.
  De administratie gaat na of de aanvraag volledig is en verzoekt de dienst in voorkomend geval binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag om de toezending van de ontbrekende stukken of gegevens.
  De administratie stuurt de dienst binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag of binnen tien dagen als ze hem om de toezending van de ontbrekende stukken of gegevens heeft verzocht, een schrijven om mee te delen dat de aanvraag volledig is.
  Wanneer de voor het onderzoek van de erkenningsaanvraag nodige gegevens bij authentieke bronnen beschikbaar zijn, zamelt het bestuur die gegevens rechtstreeks bij de authentieke bronnen in en verwittigt de aanvrager.
  Art. 68/5. De Minister beslist over de aanvraag binnen twee maanden te rekenen van de ontvangst van het voorstel van de Administratie. De beslissing wordt bij aangetekend schrijven of elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, aan de dienst medegedeeld.
  In het geval van een overtallige aanvraag ten opzichte van het maximumaantal diensten en/of steunpunten bedoeld in artikel 65/4 van het decreetgevend deel van het Wetboek, beslist de Minister over de aanvragen met inachtneming van de geografische verspreiding, de ervaring van de diensten, de vervulling van meerdere of alle opdrachten bedoeld in artikel 65/3 van het decreetgevend deel van het Wetboek, de complementariteit van de verschillende diensten op het gegeven grondgebied, alsook de bepalingen van de internationale overeenkomsten en verdragen goedgekeurd door de Waalse Regering.
  Het erkenningsbesluit bepaalt het aantal gesubsidieerde steunpunten en de gemeente van hun ligging. De dienst mag een wijziging van zijn erkenning aanvragen in het geval van een verhoging of vermindering van het aantal gedecentraliseerde steunpunten.
  Afdeling 3. - Intrekking
  Art. 68/6. Als de Minister het voornemen heeft de erkenning van een dienst in te trekken, geeft hij daarvan kennis aan de betrokken dienst, bij aangetekend schrijven of elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend. Het voorstel tot intrekking vermeldt de motieven op grond waarvan ze gerechtvaardigd wordt.
  De dienst beschikt met ingang van de datum van ontvangst van het voorstel tot intrekking over een termijn van dertig dagen om zijn schriftelijke opmerkingen aan de Minister te richten. De Minister beslist op basis van het dossier dat verantwoordelijk is voor het voorstel tot intrekking en op basis van de schriftelijke opmerkingen meegedeeld door de dienst. De beslissing tot intrekking wordt bij aangetekend schrijven of elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, aan de dienst medegedeeld.
  HOOFDSTUK III. - Subsidiëring
  Art. 68/7. De Minister verleent binnen de perken van de begrotingskredieten aan elke erkende dienst een forfaitaire subsidie ter dekking van de werkings- en/of personeelskosten. De personeelskosten bereiken minstens 50 percent van het bedrag van de totale subsidie.
  De subsidie bedoeld in het eerste lid is dezelfde voor elke dienst en gedecentraliseerd steunpunt en mag niet 50.000 euro per dienst en 30.000 euro per gedecentraliseerd steunpunt overschrijden.
  Art. 68/8. Er kunnen subsidies worden toegekend aan de zorg- en hulpverleningsdiensten voor geprostitueerde personen voor bijzondere projecten die ze in het kader van hun opdrachten en/of de versterking van de uitvoering van één of meerdere van hun opdrachten willen afwerken.
  Art. 68/9. De bedragen bedoeld in artikel 68/8 worden gekoppeld aan de spilindex 101,02 (basis 2013) die toepasselijk is op 1 januari 2015 en aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. "

Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2017.

Art. 4. De Minister van Sociale Actie is belast met de uitvoering van dit besluit.