30 JANUARI 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers
Art. 1-12
Artikel 1. Artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 april 2014, wordt vervangen als volgt :
"Art. 11.- De werkgever bezorgt de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, op de meest aangewezen wijze, een formulier "verzoek om gezondheidstoezicht over de werknemers" met het oog op het uitvoeren bij de kandidaat of werknemer van een voorafgaande gezondheidsbeoordeling, een onderzoek bij werkhervatting, een voortgezet gezondheidstoezicht, een uitbreiding van het gezondheidstoezicht, of een onderzoek in het kader van de moederschapsbescherming. Dit formulier bevat de gegevens zoals vermeld in het model dat gaat als bijlage 1. Het wordt in het gezondheidsdossier bewaard.
De werkgever legt, in overleg met het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht, de datum vast waarop de werknemer het preventief medisch onderzoek zal moeten ondergaan. Hij deelt deze datum mee aan de werknemer evenals om welk soort onderzoek het gaat."
Art.2. Artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 juli 2004 en 24 april 2014, wordt vervangen als volgt :
"Art. 12.- § 1. De werknemer die in het kader van een periodieke gezondheidsbeoordeling, een onderzoek bij werkhervatting, een voortgezet gezondheidstoezicht, een uitbreiding van het gezondheidstoezicht of een onderzoek in het kader van de moederschapsbescherming wordt opgeroepen om te verschijnen voor de afdeling of het departement belast met het medisch toezicht, wordt tijdens de werkuren onderworpen aan de medische onderzoeken, de inentingen en de tuberculinetests, evenals aan de geneeskundige verstrekkingen bedoeld in artikel 15, § 1, tweede lid. De hieraan bestede tijd wordt als arbeidstijd bezoldigd en de verplaatsingskosten zijn ten laste van de werkgever.
Elke oproeping bedoeld in het eerste lid om te verschijnen voor de afdeling of het departement belast met het medisch toezicht, hetzij buiten zijn werkuren, hetzij tijdens de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, hetzij in de loop van de periode van vrijstelling van arbeid, is absoluut nietig en heeft de absolute nietigheid van de beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer tot gevolg.
§ 2. De Minister kan voor bepaalde categorieën van werkgevers afwijken van de verbodsbepaling betreffende de werkuren vermeld in § 1, tweede lid op grond van de aard van het uitgevoerde werk of indien objectieve en technische redenen de toepassing van voormelde bepaling onmogelijk maken, na hiertoe voorafgaand het advies van het bevoegde paritair comité te hebben ingewonnen.
§ 3. De preventieve handelingen die door de preventieadviseurs-arbeidsgeneesheren krachtens de bepalingen van dit besluit worden verricht, en de geneeskundige verstrekkingen, bedoeld in artikel 15, § 1, tweede lid, mogen voor de werknemers geen enkele uitgave meebrengen."
Art.3. Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden :
"of met een ander doel dan het onderzoek naar de mogelijkheden voor re-integratie in de onderneming."
Art.4. Artikel 16, tweede lid, 3., van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :
"3. de re-integratiebeoordeling van een werknemer die het overeengekomen werk tijdelijk of definitief niet kan uitoefenen;"
Art.5. In artikel 23 van hetzelfde besluit, wordt de tweede zin die aanvangt met de woorden "Om beter de" en eindigt met de woorden "van zijn gezondheidstoestand" vervangen als volgt :
"Om beter de doeltreffendheid van het preventieprogramma te kunnen inschatten, beroepsziekten op te sporen, risico's te identificeren en de arbeidsongeschikte werknemer, met het oog op de re-integratie op het werk, werk te geven dat overeenstemt met zijn toestand, mag hij nochtans telkens hij het nuttig acht, en met de toestemming van de werknemer, bij de behandelend geneesheer en de adviserend geneesheer informeren naar de omstandigheden die de oorzaak kunnen zijn van die afwezigheid en naar de evolutie van zijn gezondheidstoestand."
Art.6. Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
"De bepaling van het eerste lid, 2° is niet van toepassing indien de wijziging van functie het gevolg is van de toepassing van de bepalingen van afdeling 6/1."
Art.7. In artikel 37 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 24 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" § 1. Elke werknemer, al dan niet onderworpen aan het gezondheidstoezicht, of met zijn akkoord de behandelende arts, kan rechtstreeks bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een spontane raadpleging vragen :
1° naar aanleiding van gezondheidsklachten waarvan hij of de behandelende arts meent dat deze arbeidsgerelateerd zijn, of;
2° indien hij van mening is dat alle of een deel van de maatregelen in het re-integratieplan bedoeld in artikel 73/3, niet meer zijn aangepast aan zijn gezondheidstoestand;"
2° de bestaande tekst van het tweede lid zal paragraaf 2 vormen.
Art.8. In afdeling 5 van hetzelfde besluit, wordt onderafdeling 6, die de artikelen 39 tot 41 bevat, opgeheven.
Art.9. In afdeling 6 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande onderafdeling 1 onderafdeling 1/1 zal vormen, wordt een nieuwe onderafdeling 1 ingevoegd, die artikel 47/1 bevat, luidende :
"Onderafdeling 1. - Toepassingsgebied
Art. 47/1. Deze afdeling is van toepassing op de beslissingen van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer betreffende de beoordeling van de gezondheid in het kader van de preventieve medische onderzoeken bedoeld in artikel 16, met uitzondering van de beslissingen van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer naar aanleiding van een re-integratiebeoordeling van de werknemer voor wie hij een re-integratieverzoek overeenkomstig artikel 73/2 heeft ontvangen."
Art.10. Artikel 72 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 72. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 71, is de werkgever ertoe gehouden de werknemer die definitief ongeschikt is verklaard door een definitieve beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, aan het werk te houden overeenkomstig de aanbevelingen van deze laatste. Hij volgt hiertoe de procedure zoals voorzien in de artikelen 73/3 tot 73/7 met het oog op het opstellen van een re-integratieplan."
Art.11. Artikel 82 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende :
"13° het re-integratieplan of het verslag bedoeld in artikel 73/4, § 3."
Art. 12. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.