21 DECEMBER 2016. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de indeling van een EPN-eenheid
Art. 1-2
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Voor de toepassing van § 3.1 van bijlage A3 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen wordt de energieprestatie-eenheid ingedeeld volgens de bijlage bij dit besluit.
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.
Artikel 1 is van toepassing als de datum van het bericht van ontvangst van de vergunningsaanvraag na 31 december 2016 valt.
BIJLAGE.
Art. N. BIJLAGE
" GEBOUWINDELING VAN EPN-EENHEID
Inhoud
1 Opdeling van het gebouw
2 Opdeling van de EPN-eenheid in ventilatiezones en energiesectoren
2.1 Principes
2.2 Verdeling in ventilatiezones en energiesectoren
3 Opdeling van een energiesector in functionele delen
3.1 Principes
3.2 Definities functies
3.2.1 Logeerfunctie
3.2.2 Kantoor
3.2.3 Onderwijs
3.2.4 Gezondheidszorg met verblijf
3.2.5 Gezondheidszorg zonder verblijf
3.2.6 Gezondheidszorg operatiezalen
3.2.7 Bijeenkomst hoge bezetting
3.2.8 Bijeenkomst lage bezetting
3.2.9 Bijeenkomst cafetaria/refter
3.2.10 Keuken
3.2.11 Handel / Diensten
3.2.12 Sport - sporthal, turnzaal
3.2.13 Sport - fitness, dans
3.2.14 Sport - sauna, zwembad
3.2.15 Technische ruimten
3.2.16 Gemeenschappelijk
3.2.17 Andere
3.2.18 Onbekende functie
1 Opdeling van het gebouw
Opmerking vooraf :
Door "besluit van 15 mei 2014", streven we het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energie prestatie van gebouwen, zoals gewijzigd bij het besluit van 28 januari 2016.
Beschouw het volledige gebouw (nieuwbouw) en maak de volgende opdeling :
* Definieer het beschermd volume : dat is het volume van alle ruimten van een gebouw dat thermisch afgeschermd wordt van de buitenomgeving (lucht of water), de grond en alle aangrenzende ruimten die niet tot een beschermd volume behoren. Het beschermd volume omvat minstens alle (continu of intermitterend) verwarmde (en/of gekoelde) ruimten die behoren tot het beschouwde gebouw of tot de beschouwde uitbreiding.
* Deel vervolgens het beschermd volume, naar gelang het geval, op in één of meer delen met elk één van de volgende bestemmingen :
o tot individuele bewoning bestemd gebouwgedeelte : is de berekeningsmethode betrekking tot EPW-eenheden van toepassing (zie bijlage A.1 van het besluit van 15 mei 2014);
o tot niet-residentieel bestemd gebouwdedeelte, dat wil zeggen collectieve huisvesting, kantoren en diensten, onderwijs en/of een andere bestemming (exclusief een industrieel bestemming) : hierop is de berekeningsmethode betrekking tot EPN-eenheden van toepassing (zie bijlage A.3 van het besluit van 15 mei 2014);
o industrieel bestemming : hierop is geen energieprestatie berekeningsmethode van toepassing, tenzij ze beschouwd worden als onderdeel van een van de vorige twee bestemmingen;
* Beschouw dat deel van het beschermd volume dat één of meerdere niet-residentiële bestemmingen heeft. Deel dat deel op in een of meerdere EPN-eenheden, zoals gedefinieerd in art. 2 van het besluit van 15 mei 2014. Verdeel elke EPN-eenheid in één of meerdere ventilatiezones, energiesectoren en functionele delen, zoals beschreven in § Erreur ! Source du renvoi introuvable. en § Erreur ! Source du renvoi introuvable..
Opmerking :
Ruimten van het beschouwde gebouw of van de beschouwde uitbreiding die niet in het beschermd volume zijn opgenomen, zijn per definitie niet verwarmd.
Belangrijk :
Men mag er steeds van uitgaan dat alle ruimten in aanpalende bestaande gebouwen verwarmde ruimten zijn (ook al is dit fysisch niet noodzakelijk zo).
Bij de bepaling van de energieprestatie wordt aangenomen dat er geen warmtestromen optreden doorheen de scheidingsconstructies naar aangrenzende verwarmde ruimten.
Afgezien van deze scheidingsconstructies met aangrenzende verwarmde ruimten, worden bij de bepaling van de energieprestatie verder wel de transmissiestromen in rekening gebracht doorheen alle andere scheidingsconstructies van het beschermd volume, ook al geven die schildelen uit op een belendend perceel.
2 Opdeling van de EPN-eenheid in ventilatiezones en energiesectoren
2.1 Principes
Het beschermd volume van de EPN-eenheid wordt in ventilatiezones en energiesectoren verdeeld a.d.h.v. de definities uit bijlage A.1 van het besluit van 15 mei 2014, en volgens de regels hieronder.
Opdat verschillende ruimten samen een energiesector vormen, voldoen ze aan de volgende bepalingen :
* tot dezelfde ventilatiezone te behoren;
* met hetzelfde type systeem voor verwarming en koeling uitgerust te zijn;
* verwarmd te worden m.b.v. warmte-opwekkingstoestellen met eenzelfde opwekkingsrendement (of desgevallend m.b.v. combinatie van meerdere warmte-opwekkingstoestellen die als groep eenzelfde rendement hebben).
Desgevallend dient ook de (combinatie van) koudeleveranciers in een energiesector hetzelfde opwekkingsrendement te hebben.
Deze formele opdeling laat toe de invloed van de diverse deelrendementen correct in te rekenen.
2.2 Verdeling in ventilatiezones en energiesectoren
Er worden 4 verschillende types ventilatiesystemen onderscheiden (in overeenstemming met bijlage C.3 "HVN" van het besluit van 15 mei 2014) :
* natuurlijke ventilatie;
* mechanische toevoerventilatie;
* mechanische afvoerventilatie;
* mechanische toe- en afvoerventilatie.
Als er in verschillende afgesloten delen van de EPN-eenheid onafhankelijke ventilatie-installaties voorkomen, van een verschillend type volgens de indeling hierboven, dan vormt elk dergelijk deel van de EPN-eenheid een ventilatiezone. Een energiesector kan zich niet over verschillende ventilatiezones uitstrekken. Er zijn dus steeds minstens even veel energiesectoren als ventilatiezones.
Als in een ruimte plaatselijke verwarming wordt toegepast (bv. lokale elektrische weerstandsverwarming) én er ook warmteafgifte-elementen van een centraal verwarmingssysteem aanwezig zouden zijn, dan wordt bij de bepaling van de energieprestatie het centrale verwarmingssysteem in deze ruimte buiten beschouwing gelaten : er wordt alleen gekeken naar de kenmerken van het plaatselijke systeem.
Voor open haarden, sfeerhaarden en houtkachels is het echter toch het centrale verwarmingssysteem dat wordt beschouwd. Sfeerhaarden worden voornamelijk ingeschakeld voor de gezelligheid van een zichtbare vlam. De warmteafgifte is hierbij slechts bijkomstig.
Eventueel dient er een verdere opdeling te gebeuren zodat in elke energiesector niet meer dan 1 verwarmings- en koelsysteem volgens de indeling van hoofdstuk 6.3 van bijlage A.3 "EPN" van het besluit van 15 mei 2014 aanwezig is en alle warmte-opwekkingstoestellen (of combinatie ervan) hetzelfde opwekkingsrendement volgens hoofdstuk 7.5 van bijlage A.3 "EPN" van het besluit van 15 mei 2014 hebben. In geval van actieve koeling van de energiesector heeft ook de (combinatie van) koudeleveranciers hetzelfde opwekkingsrendement volgens hoofdstuk 7.5 van bijlage A.3 "EPN" van het besluit van 15 mei 2014, zoniet word de sector verder opgesplitst.
Het verder opdelen van de EPN-eenheid in nog meer energiesectoren is toegelaten, maar is niet verplicht. Een groter aantal energiesectoren geeft meestal aanleiding tot meer rekenwerk (extra invoergegevens nodig), maar beïnvloedt het berekend karakteristiek jaarlijks energieverbruik weinig of niet.
Als in de EPN-eenheid ruimten voorkomen die niet van een warmteafgiftesysteem voorzien zijn (bv. WC's, gangen, bergruimten ...), dienen deze aan een energiesector toegewezen te worden van een aangrenzende ruimte. Als in de onverwarmde ruimte in kwestie geen voorzieningen voor de toevoer van verse buitenlucht aanwezig zijn maar er wel voorzieningen voor luchttoevoer vanuit andere ruimten zijn (het betreft bv. een doorstroom- of afvoerruimte, of bv. een bergruimte), wijs de ruimte dan toe aan (1 van) de energiesector(en) van waaruit de ruimte in kwestie toevoerlucht betrekt.
Afwezigheid van een verwarmingssysteem :
Als de EPN-eenheid niet wordt verwarmd, d.w.z. in de ganse EPN-eenheid is geen enkele ruimte voorzien van een warmteafgiftesysteem, dan moet bij conventie het volgende als verwarmingssysteem beschouwd worden :
* plaatselijke elektrische convectoren met elektronische regeling in elke ruimte.
3 Opdeling van een energiesector in functionele delen
3.1 Principes
Elke energiesector van een EPN-eenheid wordt onderverdeeld in één of meerdere functionele delen. Elk functioneel deel wordt begrensd door scheidingsconstructies en is samengesteld uit aangrenzende ruimten met eenzelfde activiteit (of functie). Om als aangrenzend te worden beschouwd, moeten twee ruimten naast of boven elkaar gelegen zijn, eventueel via tussenliggende circulatieruimtes (gangen, trappen ...), waarbij die circulatieruimte moet worden meegenomen met dat functioneel deel.
Als in één ruimte binnen eenzelfde ventilatiezone en energiesector twee verschillende functionele delen voorkomen (bv. een keuken in open verbinding met een restaurant), die volgens de hieronder beschreven regels niet kunnen worden samengenomen, is het toegelaten om een fictieve scheidingsconstructie te veronderstellen tussen beide functionele delen.
De functionele delen worden gedefinieerd door hun kenmerkende activiteiten, en dus ook de energetisch verschillende eigenschappen, te beschouwen. Om die reden worden de waarden bij ontstentenis van de rekenparameters in bijlage A.3 "EPN" van het besluit van 15 mei 2014 voor de meeste gevallen gedefinieerd op het niveau van het functioneel deel. De andere parameters worden op het niveau van de ruimte bepaald. De energiebalans wordt berekend op niveau van het functioneel deel, om rekening te houden met de verschillende functiespecifieke parameters.
De lijst van de 18 functies die een functioneel deel kunnen karakteriseren ontleend aan Tabel [1].
Tabel [1] : Lijst van de functies die een functioneel deel kunnen karakteriseren
Functie | |||
Logeerfunctie | |||
Kantoor | |||
Onderwijs | |||
Gezondheidszorg met verblijf | |||
Gezondheidszorg zonder verblijf | |||
Gezondheidszorg operatiezalen | |||
Bijeenkomst hoge bezetting | |||
Bijeenkomst lage bezetting | |||
Bijeenkomst cafetaria/refter | |||
Keuken | |||
Handel / Diensten | |||
Sport - Sporthal / Turnzaal | |||
Sport - Fitness / Dans | |||
Sport - Sauna / Zwembad | |||
Technische ruimten | |||
Gemeenschappelijk | |||
Andere | |||
Onbekende functie | |||