Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 JANUARI 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen (NOTA : Opschrift gewijzigd bij KB 2018-07-22/03, art. 10, 003 Inwerkingtreding : 11-08-2018 )(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-01-2018 en tekstbijwerking tot 01-08-2018)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen
Art. 1-7
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen
Art. 8
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2014009088 



Uitvoeringsbesluit(en):

2018012032  2018040538 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen
Artikel 1. De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen wordt in vier afdelingen verdeeld.
  De eerste houdt zitting te Brugge en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de vier kantons Brugge, van de twee kantons Oostende, van de kantons Tielt en Torhout.
  De tweede houdt zitting te Ieper en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied [2 van de kantons Ieper en Poperinge]2.
  De derde houdt zitting te Kortrijk en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van [1 het kanton]1 Izegem, van de twee kantons Kortrijk, van de kantons Menen, Roeselare en Waregem.
  De vierde houdt zitting te Veurne en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van [2 het kanton Veurne]2.
  ----------
  (1)<KB 2018-05-17/02, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2018>
  (2)<KB 2018-07-22/03, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2018>

Art.2. § 1. Voor strafzaken inzake wapenhandel, mensenhandel, schijnhuwelijken, gedwongen huwelijken, schijnwettelijke samenwoningen, gedwongen wettelijke samenwoning, socio-economische zaken, fiscale zaken, terrorisme en militaire misdrijven is de afdeling Brugge van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen exclusief bevoegd.
  Deze strafzaken betreffen :
  1° Inzake wapenhandel :
  de misdrijven inzake de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van wapens en van defensie-gerelateerde producten, die kunnen omschreven worden als wapens, onderdelen van wapens of hulpmiddelen ervan;
  2° Inzake mensenhandel :
  a) mensenhandel, zoals omschreven in boek II van het Strafwetboek;
  b) mensensmokkel, hulp bij illegale immigratie, zoals omschreven in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
  3° Inzake schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen, gedwongen huwelijk en gedwongen wettelijke samenwoning :
  a) schijnhuwelijk en schijnwettelijke samenwoning, zoals omschreven in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
  b) gedwongen huwelijk en gedwongen wettelijke samenwoning, zoals omschreven in boek II van het Strafwetboek;
  4° Inzake socio-economische zaken :
  de misdrijven waarbij de strafvordering wordt uitgeoefend door de arbeidsauditeur;
  5° Inzake fiscale zaken :
  de misdrijven betreffende fiscale fraude;
  6° Inzake terrorisme :
  de misdrijven zoals beschreven in boek II van het Strafwetboek;
  7° Inzake militaire misdrijven :
  de misdrijven, zoals nader omschreven in het Militair Strafwetboek.
  De afdeling Brugge van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen is niet exclusief bevoegd als de strafzaak niet voldoet aan de omschrijvingen vermeld in het tweede lid, onverminderd artikel 186 § 2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
  § 2. De afdeling Brugge van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen is exclusief bevoegd voor burgerlijke zaken inzake :
  1° de toepassing van de Belastingwet overeenkomstig artikel 569, 32°, van het Gerechtelijk Wetboek;
  2° de tucht, zoals bedoeld in artikel 571 van het Gerechtelijk Wetboek;
  3° de eedafleggingen van de notarissen en de gerechtsdeurwaarders, vermeld in artikel 572, eerste lid, 1° en 2°, van het Gerechtelijk Wetboek.
  De afdeling Brugge van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen is niet exclusief bevoegd als de burgerlijke zaak niet voldoet aan de omschrijvingen vermeld in het eerste lid, onverminderd artikel 186 § 2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

Art.3. Voor strafzaken inzake doping, hormonen, landbouw, voedselveiligheid en dierenwelzijn is de afdeling Ieper van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen exclusief bevoegd.
  Deze strafzaken betreffen :
  1° Inzake doping en hormonen :
  misdrijven betreffende humane en veterinaire doping en hormonale producten;
  2° Inzake landbouw :
  misdrijven betreffende de dierengezondheid, de reglementering inzake land- en tuinbouwproducten, en meststoffen;
  3° Inzake voedselveiligheid :
  misdrijven betreffende het reglementeren van de voedselveiligheid en de volksgezondheid zoals alle reglementering waarop het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en de FOD Volksgezondheid toezicht uitoefenen, onder meer omschreven in de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen;
  4° Inzake dierenwelzijn :
  de misdrijven betreffende het reglementeren van het welzijn der dieren en de dierenbescherming.
  De afdeling Ieper van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen is niet exclusief bevoegd als de strafzaak niet voldoet aan de omschrijvingen vermeld in het tweede lid, onverminderd artikel 186 § 2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

Art.4. Voor de strafzaken inzake cybercriminaliteit, intellectuele eigendom en telecommunicatie is de afdeling Veurne van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen exclusief bevoegd.
  Deze Strafzaken betreffen :
  1° Inzake cybercriminaliteit :
  de misdrijven betreffende de ongeoorloofde toegang tot informaticasystemen, data- of informaticasabotage en valsheid in informatica, zoals omschreven in het Strafwetboek;
  2° Inzake intellectuele eigendom :
  de misdrijven betreffende een intellectueel eigendomsrecht, waaronder auteursrechten en de naburige rechten en merkenrechten;
  3° Inzake telecommunicatie :
  a) de misdrijven betreffende de bijzondere, communicatie gerelateerde medewerkingsverplichtingen, opgelegd aan particulieren, aan de operatoren van een telecommunicatie- of elektronisch communicatienetwerk, of aan de verstrekkers van een telecommunicatie- of elektronische communicatiedienst;
  b) de misdrijven betreffende de reglementering van de elektronische communicatie zoals niet goedgekeurde telecommunicatietoestellen, radioverbindingen en radiotelefonie.
  De afdeling Veurne van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen is niet exclusief bevoegd als de strafzaak niet voldoet aan de omschrijvingen vermeld in het tweede lid, onverminderd artikel 186 § 2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

Art.5. Voor de strafzaken inzake milieu en stedenbouw is de afdeling Kortrijk van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen exclusief bevoegd.
  Deze strafzaken betreffen :
  1° Inzake milieu zijnde alle reglementering ter bescherming van het leefmilieu in de meest ruime zin van het woord, zowel wat betreft milieubeheersrecht als milieuhygiënerecht, zowel te land, ter zee als in de lucht :
  a) de reglementering, zoals bedoeld in het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met uitzondering van de zaken waarvoor gemeentelijke administratieve sancties zijn voorzien;
  b) de reglementering inzake in-, uit-, en doorvoer van uitheemse plantensoorten, evenals van uitheemse diersoorten en hun krengen;
  c) de reglementering betreffende de voorkoming van verontreiniging door schepen;
  d) de reglementering ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België;
  e) de reglementering betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;
  f) de reglementering betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu uitgezonderd met betrekking tot producten betreffende de dierengezondheid en de voedselveiligheid, zoals land- en tuinbouwproducten, en meststoffen;
  2° Inzake stedenbouw, zijnde alle reglementering betreffende de bestemming, de inrichting of het beheer van de ruimte :
  a) de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten;
  b) de Vlaamse Wooncode en de uitvoeringsbesluiten;
  c) het decreet van 12 juli 2013 betreffende onroerend erfgoed en de uitvoeringsbesluiten;
  d) de reglementering betreffende de preventie van brand en ontploffing;
  e) de reglementering op de bescherming van de titel en van het beroep van architect.
  De afdeling Kortrijk van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen is niet exclusief bevoegd als de strafzaak niet voldoet aan de omschrijvingen vermeld in het tweede lid, onverminderd artikel 186 § 2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

Art.6. Voor strafzaken inzake economisch-financiële zaken zijn de afdelingen Brugge en Kortrijk bevoegd :
  1° afdeling Kortrijk wat betreft het grondgebied van de afdelingen Kortrijk en Ieper;
  2° afdeling Brugge wat betreft het grondgebied van de afdelingen Brugge en Veurne.
  Strafzaken inzake economisch-financiële zaken betreffen, behoudens de zaken die mede betrekking hebben op fiscale fraude :
  1° uitgifte van cheques zonder dekking;
  2° knevelarij, zoals omschreven in het Strafwetboek;
  3° omkoping met inbegrip van private omkoping, zoals omschreven in het Strafwetboek;
  4° verduistering door een ambtenaar, zoals omschreven in het Strafwetboek;
  5° belangenneming door een ambtenaar, zoals omschreven in het Strafwetboek;
  6° valsheid gepleegd door een ambtenaar in de uitoefening van zijn functies, zoals omschreven in het Strafwetboek;
  7° witwassen, zoals omschreven in het Strafwetboek, met uitzondering van de dossiers die gepaard gaan met fiscale fraude;
  8° de misdrijven, omschreven in het Wetboek van economisch recht, met uitzondering van degene in verband met het intellectueel eigendomsrecht;
  9° de misdrijven omschreven in het Wetboek van Vennootschappen;
  10° de misdrijven betreffende leurhandel;
  11° de misdrijven betreffende zelfstandig ondernemerschap;
  12° de misdrijven betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening;
  13° de misdrijven betreffende handelsvestiging;
  14° de misdrijven betreffende de exploitatie van huwelijksbureaus;
  15° bedrog van kilometerstand met voertuigen;
  16° sluikwerk met handels- of ambachtskarakter;
  17° de misdrijven die verband houden met de staat van faillissement en inzake de gerechtelijke reorganisatie/continuïteit van onderneming, met uitzondering van de dossiers die gepaard gaan met fiscale fraude;
  18° bedrieglijk onvermogen;
  19° de misdrijven betreffende openbaar aantrekken van spaargelden;
  20° de misdrijven betreffende deviezensmokkel;
  21° misbruik van voorkennis en beurs gerelateerde misdrijven;
  22° misbruik van vennootschapsgoederen.
  De afdelingen Kortrijk en Brugge van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen zijn niet bevoegd zoals vermeld in het eerste lid als de strafzaak niet voldoet aan de omschrijvingen vermeld in het tweede lid, onverminderd artikel 186 § 2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

Art.7. Voor strafzaken inzake uitlevering zijn de afdelingen Brugge en Ieper bevoegd :
  1° afdeling Brugge wat betreft de personen aangetroffen of verblijvende op het grondgebied van de afdelingen Brugge en Veurne;
  2° afdeling Ieper wat betreft de personen aangetroffen of verblijvende op het grondgebied van de afdelingen Kortrijk en Ieper.
  Strafzaken inzake uitlevering betreffen :
  1° verzoeken tot uitlevering, zoals bedoeld in de Uitleveringswet van 15 maart 1874;
  2° verzoeken tot overlevering, zoals bedoeld in de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel.
  De afdelingen Brugge en Ieper van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen zijn niet bevoegd zoals vermeld in het eerste lid als de strafzaak niet voldoet aan de omschrijvingen vermeld in het tweede lid, onverminderd artikel 186 § 2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen
Art.8. Artikel 7 van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.9. Alle zaken die reeds aanhangig zijn gemaakt op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, worden verder afgehandeld in de afdeling waar ze werden aanhangig gemaakt.
  Dit besluit treedt in werking op 1 september 2018.

Art. 10. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.