10 NOVEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van de normen en de aanmeldingsprocedure voor het verblijf van zelfredzame personen in een woonzorgcentrum buiten de erkende capaciteit(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-12-2017 en tekstbijwerking tot 29-08-2024)
Art. 1-4, 4/1, 5-8
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:
1° beheersinstantie: de rechtspersoon of natuurlijke persoon die een woonzorgcentrum vertegenwoordigt en juridisch kan binden.
2° inwonende persoon: de natuurlijke persoon die voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 53/1, § 1, eerste lid, 1° of 2° van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009;
3° aangemelde woongelegenheid: de woongelegenheid die wordt aangemeld bovenop de erkende capaciteit van een woonzorgcentrum waarin de inwonende persoon conform artikel 53/1 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, verblijft;
4°[ -1 ...]1
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 443, 002; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Art.2. Een tweepersoonskamer waarvan een woongelegenheid wordt aangemeld voor het verblijf van een inwonende persoon conform artikel 53/1 van Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, telt niet mee voor het aandeel erkende tweepersoonskamers in een woonzorgcentrum, vermeld in in artikel 47, 4°, artikel 47/1, § 2, 5°, of artikel, 48, 5°, van de bijlage XII bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers.
Art.3. Dat het zelfzorgvermogen van de inwonende persoon niet is aangetast, wordt voorafgaand aan de opname aangetoond met een attest of een verklaring op erewoord van de behandelende huisarts of een verpleegkundige. Die attestering wordt door het woonzorgcentrum ter beschikking gesteld aan de ambtenaren die met het toezicht belast zijn.
Art.4. Een woonzorgcentrum dat met toepassing van artikel 53/1 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 een of meer aangemelde woongelegenheden aanbiedt, moet aan de volgende infrastructuurnormen voldoen:
1° als de aangemelde woongelegenheid een eenpersoonskamer is, moet die een netto vloeroppervlakte van ten minste 16m hebben, sanitair niet inbegrepen. Elke eenpersoonskamer moet over een aparte, ingerichte sanitaire cel beschikken, aangepast aan de behoeften van een rolstoelgebruiker, met minstens een toilet en een wastafel;
2° als de aangemelde woongelegenheid een tweepersoonskamer is, moet die een netto vloeroppervlakte van ten minste 28m hebben, sanitair niet inbegrepen. Elke tweepersoonskamer moet over een aparte sanitaire cel beschikken, aangepast aan de behoeften van een rolstoelgebruiker, met minstens een toilet en een wastafel;
3° de voor de bewoners en inwonende personen toegankelijke ruimten in een woonzorgcentrum hebben samen een netto vloeroppervlakte van minimaal 35 m per bewoner of inwonende persoon. Die ruimten omvatten ten minste de woongelegenheid van de bewoners en de inwonende personen, sanitaire cel inbegrepen, de zit- en eetruimten, de gemeenschappelijk sanitaire ruimten en de voor de bewoners en inwonende personen toegankelijke gangen;
4° het woonzorgcentrum moet per aangemelde woongelegenheid het nodige meubilair ter beschikking kunnen stellen opdat elke inwonende persoon op een behoorlijke manier kan eten, rusten en slapen. Er moet aan de inwonende persoon de mogelijkheid geboden worden de kamer in te richten met eigen meubilair. De inrichting van de woongelegenheid laat de nodige flexibiliteit om het meubilair te plaatsen voor zover de zorg- en dienstverlening en de veiligheid niet in het gedrang komen;
5° in de aangemelde woongelegenheid moet een koelkast ter beschikking gesteld kunnen worden;
6° in de aangemelde woongelegenheid moet het raamoppervlak ten minste een zesde bedragen van de netto vloeroppervlakte. In een aangemelde woongelegenheid met een netto vloeroppervlakte van meer dan 30m is het raamoppervlak ten minste een zevende van de netto vloeroppervlakte. Het glasoppervlak van het raam in de aangemelde woongelegenheid begint op maximaal 85 cm hoogte, gemeten vanaf het vloeroppervlak, en ook zittend moet een ongehinderd zicht naar buiten mogelijk zijn;
7° in elke aangemelde woongelegenheid moet er minimaal een aansluiting op het tv-, radio en telefoonnet voorzien zijn;
8° de beheersinstantie moet aantonen dat alle woongelegenheden van het woonzorgcentrum, ook de aangemelde woongelegenheden bovenop de erkende capaciteit, voldoen aan de bepalingen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2011 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan ouderenvoorzieningen en centra voor herstelverblijf moeten voldoen en tot bepaling van de procedure voor de uitreiking van het attest van naleving van die normen.
Art.4/1. [1 Het woonzorgcentrum vraagt de toestemming om buiten de erkende capaciteit woongelegenheden aan te bieden aan mantelzorgers van wie het zelfzorgvermogen niet is aangetast als vermeld in artikel 47 van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019, met het formulier dat de administratie ter beschikking stelt en dat de volgende gegevens en stukken bevat:
1° de identiteitsgegevens van de beheersinstantie en van de voorziening;
2° het aantal woongelegenheden;
3° een brandveiligheidsattest en brandpreventieverslag. De capaciteit die vermeld wordt op het attest van de burgemeester, omvat de erkende capaciteit van het woonzorgcentrum en de capaciteit van de woongelegenheden conform artikel 47 van het voormelde decreet;
4° een toelichting waarin de volgende elementen aan bod komen over de voormelde woongelegenheden:
a) het profiel van de voorziening;
b) een beschrijving van de infrastructuur die wordt aangewend, waarbij aangetoond wordt dat die infrastructuur voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 2 en 4 van dit besluit;
c) een toelichting over de financiële afhandeling van het verblijf;
5° een ondertekende verbintenis om voor de voormelde woongelegenheden te voldoen aan de bepalingen, vermeld in artikel 47 van het voormelde decreet, en aan de normen, vermeld in dit besluit.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2024-07-19/27, art. 74, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2024>
Art.5. In het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2016, wordt een artikel 37/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 37/1. De woongelegenheid voor het verblijf van een inwonende persoon conform artikel 53/1 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 wordt aangemeld met het aanmeldingsformulier dat het agentschap ter beschikking stelt en dat de volgende gegevens en stukken bevat:
1° de identiteitsgegevens van de beheersinstantie en van de voorziening;
2° het aantal aangemelde woongelegenheden;
3° een brandveiligheidsattest. De capaciteit die vermeld wordt op het attest van de burgemeester omvat zowel de erkende capaciteit van het woonzorgcentrum als de aangemelde capaciteit van de woongelegenheden aangemeld conform artikel 53/1;
4° een toelichting, waarin de volgende elementen aan bod komen over de aangemelde mantelzorgwoongelegenheden:
a) het profiel van de voorziening;
b) een beschrijving van de infrastructuur die aangewend zal worden, waarbij aangetoond wordt dat die infrastructuur voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 2 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2017 houdende de bepaling van de normen en de aanmeldingsprocedure voor het verblijf van zelfredzame personen in een woonzorgcentrum buiten de erkende capaciteit;
c) een toelichting over de financiële afhandeling van het verblijf;
5° een ondertekende verbintenis om voor de aangemelde mantelzorgwoongelegenheden te voldoen aan de bepalingen, vermeld in artikel 53/1 van het Woonzorgdecreet, en aan de normen, vermeld in het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2017 houdende de bepaling van de normen en de aanmeldingsprocedure voor het verblijf van zelfredzame personen in een woonzorgcentrum buiten de erkende capaciteit.".
Art.6. In artikel 85 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming, wordt punt 1° vervangen door wat volgt:
"1° de woonzorgcentra, behalve wat betreft de personen van wie het zelfzorgvermogen niet is aangetast en die conform artikel 53/1 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 zijn opgenomen buiten de erkende capaciteit;".
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018.
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.