23 NOVEMBER 2016. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende coördinatie van de preventie inzake mishandelde kinderen
Art. 1-5
Artikel 1. Met toepassing van titel IV "De opleiding voor optredende personen en de voorlichting van kinderen en het grote publiek" van het decreet van 12 mei 2004 betreffende de hulpverlening aan mishandelde kinderen, worden ingesteld:
1° een leidinggevend comité inzake preventie van mishandeling, afgekort "het leidinggevend comité";
2° een Coördinatie inzake preventie van mishandeling, afgekort "Coördinatie";
3° een Comité voor projecten inzake preventie van mishandeling, afgekort "het Comité voor projecten".
Art.2. § 1. Het leidinggevend comité is een overleg- en coördinatieplaats voor de beleidslijnen inzake preventie van mishandeling tussen de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de "Office de la Naissance et de l'Enfance".
Worden stemgerechtigd lid van het leidinggevend comité:
1° de secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, of zijn afgevaardigde, die er voorzitter van is;
2° de administrateur-generaal van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" of zijn afgevaardigde;
3° de administrateur-generaal van de Hulpverlening aan de Jeugd of zijn afgevaardigde;
4° de administrateur-generaal van de Justitiehuizen of zijn afgevaardigde;
5° de administrateur-generaal van het Onderwijs of zijn afgevaardigde;
6° de administrateur-generaal van Sport of zijn afgevaardigde;
7° de administrateur-generaal van Cultuur of zijn afgevaardigde;
8° de directeur van de Coördinatie inzake preventie van mishandeling;
9° een vertegenwoordiger van de Minister bevoegd voor de preventie van mishandeling.
Het leidinggevend comité vergadert minimum tweemaal om het jaar en neemt een huishoudelijk reglement aan dat door de Regering van de Franse Gemeenschap goedgekeurd moet worden.
De beslissingen en adviezen worden bij de gewone meerderheid van de stemmen genomen.
De Coördinatie neemt het secretariaat van het leidinggevend comité waar.
De voorzitter kan kosteloos deskundigen, praktijkwerkers of elke andere persoon die de activiteiten van het leidinggevend comité kan begeleiden, op de vergaderingen uitnodigen.
§ 2. Om het jaar, neemt het leidinggevend comité een ontwerp van driejaarlijks preventieplan inzake mishandeling met veranderende doelstelling aan op basis van de voorstellen geformuleerd door het Comité voor de projecten bedoeld bij artikel 4, voorgelegd aan de Regering van de Franse Gemeenschap en aan de Raad van bestuur van de "Office de la Naissance et de l'Enfance".
Het driejaarlijks preventieplan inzake mishandeling omvat:
- het transversale preventieplan van mishandeling van de Coördinatie;
- de plannen van de Office de la Naissance et de l'Enfance;
- de plannen van de andere diensten van de Regering.
Na goedkeuring van dit ontwerp van driejaarlijks plan voor preventie van mishandeling door de Regering van de Franse Gemeenschap en van de Raad van bestuur van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" wat betreft zijn plannen, zorgt het leidinggevende comité voor de implementering en de evaluatie ervan.
Het leidinggevend comité zendt ter informatie het driejaarlijks plan voor preventie inzake mishandeling over aan de Gemeenschapsraad voor hulpverlening aan de jeugd.
Met het oog op de optimalisering van bronnen, zorgt het leidinggevend comité bijzonder voor de goede samenwerking tussen de gemeenschapsinstellingen en de gedecentraliseerde instellingen.
§ 3. Op verzoek of op eigen initiatief, brengt het Comité adviezen uit ten behoeve van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de preventie van mishandeling.
Het brengt zijn advies uit binnen de drie maanden na de aanvraag van de Regering.
Art.3. § 1. De Coördinatie wordt ingesteld binnen het Algemeen secretariaat van het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de leiding ervan wordt door een ambtenaar van minstens rang 12 waargenomen.
§ 2. De Coördinatie wordt ermee belast een transversaal plan te implementeren voor de preventie van mishandeling.
In het kader van het transversaal plan voor de preventie van mishandeling:
1° coördineert de Coördinatie een gemeenschapsopleidingsplan voor de eerstelijnoptredende personen ingesteld door verschillende administratieve entiteiten;
2° creëert de Coördinatie voor professionelen sensibiliserings- en informatie-instrumenten die ertoe strekken de praktijken te verbeteren inzake transversale aanpak en in het kader van een gecoördineerde remediering van toestanden van mishandeling;
3° implementeert de Coördinatie transversale informatiecampagnes of sensibiliseringscampagnes ter bestemming van het grote publiek, ouders of kinderen die zich organiseren om de actie van professionelen te ondersteunen.
Art.4. § 1. Om haar opdrachten te vervullen, wordt binnen de Coördinatie een Comité voor de projecten opgericht.
§ 2. Het Comité voor projecten is de plaats waar gemeenschappelijk het transversale plan voor de preventie van mishandeling wordt opgesteld. Vergaderingen worden minstens een maal om de maand georganiseerd.
Elk jaar, stelt het een voorstel van driejaarlijks plan voor de preventie van mishandeling op met veranderende doelstelling dat aan het leidinggevend comité wordt voorgelegd.
Het voorstel maakt de balans op van de staat van de projecten van het verlopen jaar alsook van de komende projecten.
§ 3. De "Office de la Naissance et de l'Enfance", het Algemeen bestuur Hulpverlening aan de Jeugd, het Algemeen bestuur van Justitiehuizen, het Algemeen bestuur Onderwijs, de Algemene directie Cultuur - Dienst Jeugd, wijzen, ieder, een vast correspondent bij de coördinatie aan.
Vaste correspondenten worden ermee belast regelmatig de werkzaamheden van de Coördinatie bij te wonen, het beleid van hun voogdijbestuur te vertegenwoordigen, voor de transversaliteit te zorgen en voor de bouw en de implementering van het transversaal plan inzake preventie van de mishandeling te zorgen.
Het Algemeen bestuur Sport, de Algemene afgevaardigde voor kinderrechten, het Waarnemingscentrum voor Kind, Jeugd en Hulpverlening aan de Jeugd wijzen ieder een verbindingsambtenaar aan bij de Coördinatie belast met het toelichten en het bijstaan bij het uitwerken van een transversaal plan voor de preventie van mishandeling.
§ 4. Worden van rechtswege en stemgerechtigd lid van het Comité voor de projecten :
1° de directeur van de Coördinatie die het voorzitterschap waarneemt;
2° de vaste correspondenten aangewezen overeenkomstig paragraaf 3.
Worden uitgenodigd op het Comité voor projecten, met raadgevende stem:
1° vast: de vertegenwoordigers van de Ministers van Kind, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;
2° in functie van de agenda: de vertegenwoordigers van de Minister-President, alsook van de Ministers van Cultuur en Sport.
De voorzitter kan eenmalig of regelmatig ambtenaren van de Coördinatie uitnodigen alsook de verbindingsambtenaren bedoeld bij § 3, derde lid, de deskundigen, praktijkwerkers of enige andere persoon die de werkzaamheden van het Comité voor de projecten zou kunnen belichten.
De deskundigen die niet behoren tot de Diensten van de Regering en van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" genieten een zitgeld van maximum 50 euro per uur.
§ 5. De beslissingen van het Comité voor projecten worden bij consensus genomen onder de aanwezige leden.
Bij gebrek aan dergelijke consensus, worden de beslissingen bedoeld bij het vorige lid bij gewone meerderheid van stemmen genomen.
Art. 5. De Minister bevoegd voor de preventie van mishandeling is belast met de uitvoering van dit besluit.