13 JANUARI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 houdende vaststelling van de samenstelling, de vergoeding van de leden en de werking van de Beroepscommissie voor tuchtzaken ter uitvoering van artikel 138 van het Gemeentedecreet, artikel 137 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 134 van het Provinciedecreet
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 houdende vaststelling van de samenstelling, de vergoeding van de leden en de werking van de Beroepscommissie voor tuchtzaken ter uitvoering van artikel 138 van het Gemeentedecreet, artikel 137 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 134 van het Provinciedecreet wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° hij oefent in België een ambt van magistraat uit of hij is een gepensioneerde magistraat;".
Art.2. In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:
" § 1. De voorzitter krijgt een vergoeding van 170 euro per dossier dat de Beroepscommissie voor tuchtzaken behandelt.
De assessoren krijgen een vergoeding van 115 euro per dossier dat de Beroepscommissie voor tuchtzaken behandelt.
De bedragen van de forfaitaire vergoedingen worden jaarlijks op 1 juli automatisch aangepast aan het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen door de bedragen die van kracht zijn, te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand mei van het voorgaande jaar en de teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand mei van het lopende jaar.
De vergoeding wordt aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het moment dat de hoorzitting plaatsvindt.".
Art.3. Artikel 14 van het hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009, wordt opgeheven.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.