31 MEI 2017. - Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-06-2017 en tekstbijwerking tot 22-05-2019)
Art. 1-27
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art.2. In artikel 1 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de definitie van "bromfietsen" wordt opgeheven;
2° de zin "Met motorrijtuigen worden gelijkgesteld, de door de Koning bepaalde aanhangwagens die speciaal gebouwd zijn om aan een motorrijtuig te worden gekoppeld met het oog op het vervoer van personen of zaken." wordt aangevuld met de volgende zin :
"De Koning kan, bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, nader bepalen welke vervoermiddelen onder de definitie van motorrijtuigen vallen.".
Art.3. In artikel 2, § 2, van dezelfde wet worden de woorden "de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen" vervangen door de woorden "artikel 19bis-1".
Art.4. In artikel 3 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 3 juli 2005, worden de woorden "van de werkgever van bovengenoemde personen, wanneer dezen van alle aansprakelijkheid zijn ontheven krachtens artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en van de organisatie die bovengenoemde personen inzet als vrijwilligers, wanneer dezen van alle aansprakelijkheid zijn ontheven krachtens artikel 5 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers," vervangen door de woorden "en van de personen die burgerrechtelijk aansprakelijk zijn voor de voornoemde personen,";
2° in paragraaf 1, vierde lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt :
"2° de door dit voertuig beroepsmatig en onder bezwarende titel vervoerde goederen, met uitzondering van de kleding en bagage die persoonlijk toebehoren aan de vervoerde personen.".
Art.5. In artikel 4 van dezelfde wet, wordt paragraaf 1, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002, opgeheven.
Art.6. In artikel 6, § 2, van dezelfde wet, wordt de bepaling onder 2° opgeheven.
Art.7. In artikel 8 van dezelfde wet wordt het derde lid opgeheven.
Art.8. In artikel 9bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "artikel 79, § 2, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen" vervangen door de woorden "artikel 19bis-2";
2° in paragraaf 1, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005, worden de woorden "wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsmiddeling en de distributie van verzekeringen" vervangen door de woorden "wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, Deel 6";
3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende :
" § 4. Het Tariferingsbureau maakt driejaarlijks een verslag op over zijn werking en de ondervonden problemen, maakt dit bekend op zijn website en geeft dit onverwijld door aan de Federale Wetgevende Kamers.".
Art.9. Artikel 9ter, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002, wordt aangevuld met de volgende zin :
"Na advies van de Commissie voor Verzekeringen en op voorstel van het Tariferingsbureau, kan de Koning naargelang de bijzondere risicocategorie van de betrokken persoon, het aantal vereiste weigeringen verminderen .".
Art.10. In artikel 9quinquies, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002, worden de woorden "artikel 79, § 2, van de voornoemde wet van 9 juli 1975" vervangen door de woorden "artikel 19bis-2".
Art.11. Artikel 10 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2015, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende :
" § 3. Wanneer een motorrijtuig dat valt onder de toepassing van de bij wet van 9 januari 1953 goedgekeurde Overeenkomst tussen de bij het Noord-Atlantisch Verdrag aangesloten Staten betreffende de rechtspositie van hun krijgsmachten, en van de bijlage, ondertekend op 19 juni 1951 te Londen en dat gewoonlijk is gestald in het buitenland, in België schade toebrengt, betaalt de Staat de schadevergoeding overeenkomstig § 1 en onverminderd de toepassing van artikel 2, § 2.".
Art.12. In Hoofdstuk IV, Afdeling 2, van dezelfde wet, wordt een artikel 16bis ingevoegd, luidende :
"Art. 16bis. De verzekeraar kan zich een recht van verhaal voorbehouden op de verzekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is, wanneer hij bewijst dat op het ogenblik van het schadegeval, het verzekerde motorrijtuig bestuurd wordt :
1° door een persoon die niet voldoet aan de Belgische vereiste wettelijke minimumleeftijd om dat motorrijtuig te besturen;
2° door een persoon die niet beschikt over een geldig rijbewijs om dat motorrijtuig te besturen;
3° door een persoon die de specifieke beperkingen inzake het besturen van het motorrijtuig vermeld op zijn rijbewijs niet naleeft;
4° door een persoon die in België een rijverbod heeft zelfs indien het schadegeval zich voordoet in het buitenland.
Het recht van verhaal voor de gevallen bedoeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3° geldt niet wanneer de persoon, die in het buitenland het motorrijtuig bestuurt, aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om dat motorrijtuig te besturen.
Het recht van verhaal voor de gevallen bedoeld in het eerste lid, 2°, 3° en 4° geldt niet indien de verzekeringnemer, of de verzekerde die geen verzekeringnemer is, aantoont dat deze situatie te wijten is aan het niet naleven van een louter administratieve formaliteit.
De verzekeraar kan echter voor de gevallen bedoeld in het eerste lid, 1°, 2°, 3° en 4° geen verhaal uitoefenen op een verzekeringnemer, of de verzekerde die geen verzekeringnemer is, indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde of dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.".
Art.13. In artikel 18 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 22 augustus 2002, wordt het woord "bromfietsen" vervangen door de woorden "niet aan inschrijving onderworpen motorrijtuigen".
Art.14. In artikel 19bis-6, § 1, 1°, b), van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002, wordt het woord "geactualiseerde" ingevoegd tussen de woorden "kentekenplaat en het" en de woorden "adres van de houder".
Art.15. In artikel 19bis-11 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002, wordt paragraaf 2 opgeheven.
Art.16. In artikel 19bis-12 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de bepaling onder 2°, worden de woorden "een lidstaat van de Europese Unie" vervangen door de woorden "een Staat van de Europese Economische Ruimte" en de woorden "5° ), 6° ) en 8° )" vervangen door de woorden "5° ) en 6° )";
2° er wordt een bepaling onder 6° ) ingevoegd, luidende :
"6° ) het ongeval zich heeft voorgedaan op het grondgebied van een Staat van de Europese Economische Ruimte, voor wat betreft de gevallen bedoeld in artikel 19bis-11, § 1, 8° ).".
Art.17. In artikel 19bis-14 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende :
" § 1/1. Indien het de benadeelde heeft vergoed, met toepassing van artikel 19bis-11, § 1, 4° ), heeft het Fonds enkel het recht de uitbetaalde schadevergoeding terug te vorderen van de dief, de geweldpleger of de heler.";
2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende :
" § 5. In afwijking van paragraaf 1 en in het geval van artikel 19bis-11, § 1, 8° ), heeft het Fonds ten belope van het bedrag van de vergoeding een recht op verhaal tegen de eigenaar van het motorrijtuig en eventueel tegen zijn verzekeraar. De eigenaar heeft geen enkel recht om het bedrag van de schadevergoeding terug te vorderen.
In afwijking van het voorgaande lid blijft paragraaf 1 van toepassing indien het ongeval en de schade met opzet werden veroorzaakt.".
Art.18. In artikel 19bis-17 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002, wordt het eerste lid aangevuld met de woorden : ", voor zover het gaat om de eigenaar van het rijtuig of de persoon die het ongeval en de schade met opzet heeft veroorzaakt.".
Art.19. In artikel 19bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "artikel 79, § 2, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen" vervangen door de woorden "artikel 19bis-2";
2° in het tweede lid worden de woorden "artikel 80, § 6, van dezelfde wet" vervangen door de woorden "artikel 19bis-6".
Art.20. In artikel 20, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 2 augustus 2002, worden de woorden "het rijtuig immobiliseren of" ingevoegd tussen de woorden "wegens overtreding van deze wet," en de woorden "beslag leggen op".
Art.21. In artikel 21, § 4, zesde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 27 december 2006, worden de woorden "ter post aangetekende brief" vervangen door "aangetekende zending".
Art.22. In artikel 29bis, § 1, vierde lid, van dezelfde wet, vervangen door de wet van 13 april 1995 en gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001, worden de woorden "Artikel 80 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen" vervangen door de woorden "Artikel 19bis-11, § 1".
Art.23. Artikel 29ter van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 13 april 1995, wordt hersteld als volgt :
"Art. 29ter. § 1. Wanneer twee of meer voertuigen, betrokken zijn bij een verkeersongeval in België, en indien het niet mogelijk is vast te stellen welk voertuig het ongeval heeft veroorzaakt, wordt alle schade geleden door de onschuldige slachtoffers en hun rechthebbenden, zijnde de personen op wie met zekerheid geen aansprakelijkheid rust, ten laste genomen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel.
Voor de toepassing van dit artikel dient onder voertuig te worden verstaan, alle motorrijtuigen, zoals gedefinieerd in artikel 1, alsmede de gemotoriseerde voertuigen die aan spoorstaven gebonden zijn.
Schade waarvoor een vergoeding kan uitgekeerd worden in uitvoering van artikel 29bis is uitgesloten van de toepassing van dit artikel.
De schade geleden door de voertuigen die klaarblijkelijk het ongeval niet hebben veroorzaakt, komt in aanmerking voor vergoeding in toepassing van dit artikel. De schade aan de andere betrokken voertuigen is uitgesloten van de toepassing van dit artikel.
Voor motorrijtuigen, bedoeld in artikel 1, is dit artikel van toepassing wanneer het ongeval zich voordoet op plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1.
§ 2. Voor motorrijtuigen, bedoeld in artikel 1, rust de vergoedingsplicht op de verzekeraars die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid ervan dekken. Het Fonds vergoedt de onschuldige slachtoffers en hun rechthebbenden in de gevallen bedoeld in artikel 19bis-11, § 1, 1° ), 2° ), 4° ), 7° ) en 8° ).
Voor motorrijtuigen die in uitvoering van artikel 10 vrijgesteld zijn van de verzekeringsplicht, rust de vergoedingsverplichting op degene aan wie ze toebehoren of op wiens naam ze ingeschreven zijn.
Voor motorrijtuigen die aan spoorstaven gebonden zijn, rust de verplichting tot vergoeding op de eigenaar van deze motorrijtuigen.
Diegenen die waarborg geven aan de voertuigen die het ongeval met zekerheid niet hebben veroorzaakt, zijn niet tot vergoeding gehouden.
§ 3. De personen vermeld in paragraaf 2 en op wie de verplichting tot vergoeding rust, zijn hoofdelijk gehouden ten aanzien van de onschuldige slachtoffers en hun rechthebbenden. Het aandeel in de schadelast wordt onder deze vergoedingsplichtigen in gelijke delen verdeeld.
Art.24. In dezelfde wet, wordt Hoofdstuk VI, dat artikel 30 bevat, opgeheven.
Art.25. In dezelfde wet, wordt een artikel 33bis ingevoegd, luidende :
"Art. 33bis. De wijzigingen aan deze wet zijn van toepassing op de verkeersongevallen die hebben plaatsgevonden vanaf de inwerkingtreding van deze wijzigingen.".
Art.26. In dezelfde wet, wordt een artikel 33ter ingevoegd, luidende :
"Art. 33ter. De inwerkingtreding van de wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, de latere wijzigingen van de voormelde wet van 21 november 1989 alsmede de latere uitvoeringsbesluiten van deze wet leiden binnen de door haar bepalingen gestelde begrenzingen van rechtswege tot wijziging van de verplichtingen van de verzekeraars, zoals die voortvloeien uit de algemene voorwaarden van de lopende verzekeringsovereenkomsten.
Met uitzondering van de premieverhogingen, kunnen deze wijzigingen de opzegging van de lopende overeenkomst niet rechtvaardigen.".
Art. 27.De verzekeraars gaan over tot de formele aanpassing van de verzekeringsovereenkomsten en andere verzekeringsdocumenten aan de bepalingen van deze wet, [1 ten laatste op 1 november 2019]1. Tot op die datum hoeven de bestaande en de nieuwe verzekeringsovereenkomsten niet naar de vorm overeen te stemmen met de bepalingen van deze wet.
----------
(1)<W 2019-05-02/28, art. 104, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2018>