26 JANUARI 2017. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 10 november 2016 betreffende de geïntegreerde gewasbescherming(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-03-2017 en tekstbijwerking tot 14-12-2022)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Erkenning van de controle-instellingen
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - Registratiemodaliteiten van de gebruikers
Art. 5
HOOFDSTUK IV. - Productdossier
Art. 6-7
HOOFDSTUK V. - Registratie van de verrichtingen
Art. 8
BIJLAGEN.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving
Artikel 1. Bij dit besluit wordt artikel 14, § 4, van richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden gedeeltelijk omgezet.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de fytolicentie: het certificaat vereist voor de distributeurs, voorlichters en gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen, zoals omschreven in artikel 2, 11°, van het koninklijk besluit van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen;
2° besluit van de Regering: het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2016 betreffende de geïntegreerde gewasbescherming.
HOOFDSTUK II. - Erkenning van de controle-instellingen
Art.3. De erkenningsaanvraag van de controle-instellingen bedoeld in artikel 9 van het besluit van de Regering bevat :
1° de benaming en de sociale zetel van de controle-instelling, alsook haar rechtsvorm, een afschrift van de statuten en de lijst van de bestuurders;
2° het bewijs van zijn erkenning bij het "F.A.V.V.";
3° alle gegevens betreffende de installaties en uitrustingen bedoeld in artikel 10, 2°, van het besluit van de Regering;
4° het adres van het kantoor bedoeld in artikel 10, 3°, van het besluit van de Regering;
5° de identiteit van het personeel belast met de controles alsook een afschrift van alle gegevens betreffende de nuttige ervaring en de referenties bedoeld in de artikelen 10, 4°, en 11, van het besluit van de Regering;
6° de identificatie van de natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor het geheel van de uitgevoerde controles;
7° een verklaring op erewoord dat de voorwaarden bepaald in artikel 13 van het besluit van de Regering nauwkeurig nageleefd worden.
Art.4. De lijst bedoeld in artikel 13, § 1, 1°, van het besluit van de Regering bevat de minimale gegevens van identificatie van elke gebruiker :
1° zijn nummer van bedrijf of van vestigingseenheid bij de Kruispuntbank van Ondernemingen en, indien hij erover beschikt, het registratienummer bij het Geïntegreerde beheers- en controlesysteem (G.B.C.S.);
2° zijn naam in hoofdletters en zijn voornaam of die van de verantwoordelijke indien het gaat om een bedrijf, zijn adres alsook, in voorkomend geval, zijn telefoonnummer en gsm, zijn faxnummer en zijn e-mailadres;
3° het nummer van het certificaat van fytolicentie van de personen die er houder van zijn, indien beschikbaar.
HOOFDSTUK III. - Registratiemodaliteiten van de gebruikers
Art.5. Om geregistreerd te zijn en het certificaat te krijgen, deelt de gebruiker zijn aanvraag tot registratie aan de controle-instelling mee volgens de modaliteiten bepaald door de controle-instelling.
In het geval dat de gebruiker van controle-instelling verandert, verwittigt hij de controle-instelling waarbij hij geregistreerd is en dient hij zijn aanvraag bij de nieuwe controle-instelling in. Op verzoek van de nieuwe controle-instelling geeft de vorige controle-instelling haar onmiddellijk alle nodige gegevens over de gebruiker die van controle-instelling verandert door voor de continuïteit van de activiteiten.
HOOFDSTUK IV. - Productdossier
Art.6. De in bijlage bij het besluit van de Regering bedoelde beginselen worden omschreven in een productdossier in bijlagen 1 en 2.
Het productdossier in bijlage 1 betreft alle teelten, behalve de sierteelt. Het productdossier opgenomen in bijlage 2 betreft de sierteelt.
Art.7. § 1. De waarschuwingssystemen waarnaar de productdossiers bedoeld in de bijlagen 1 en 2 verwijzen, worden erkend als ze beheerd of medebeheerd worden door een of verschillende pilootcentra erkend in de zin van het besluit van de Waalse Regering van 29 april 2004 betreffende de erkenning van Pilootcentra voor ontwikkeling en vulgarisatie inzake landbouw of door een instelling gesubsidieerd voor de waarschuwingen door het Departement Ontwikkeling van de Administratie of beheerd of medebeheerd door het "Centre wallon de Recherches agronomiques" (Waals Centrum Landbouwkundig Onderzoek), "CRA-W" afgekort.
De dienst erkent andere waarschuwingssystemen of instellingen die waarschuwingen uitzenden op grond van een aanvraagdossier dat de doeltreffendheid van het systeem bewijst.
Het dossier bevat :
1° het bewijs dat het systeem is aangepast aan de voorwaarden en aan de goede teeltpraktijken, wat inhoudt dat hij gedurende minstens twee jaar op het grondgebied van België gunstig is getest door een erkend pilootcentrum of dat het systeem in het Vlaamse Gewest werd erkend;
2° een uitleg van de wetenschappelijke basis waarop het systeem werd ontwikkeld;
3° het bewijs dat het waarschuwingssysteem niet gekoppeld is aan commerciële belangen;
4° het bewijs dat de verstrekte informatie objectief is;
5° het bewijs dat het systeem regelmatig wordt bijgewerkt en gevalideerd.
§ 2. De waarschuwingen van andere instellingen dan die omschreven in paragraaf 1, eerste lid, vermelden de handelsnamen niet van de eventueel aanbevolen producten.
HOOFDSTUK V. - Registratie van de verrichtingen
Art.8. Alle behandelingen uitgevoerd met gewasbeschermingsmiddelen worden opgenomen in een register dat de vorm kan aannemen van een veldboekje of een map. Als het register elektronisch is, worden alle maatregelen genomen om de gegevens duurzaam te bewaren.
Het register is een oorspronkelijk document dat alle percelen van het bedrijf betreft en dat de volgende rubrieken bevat :
1° identificatie van het perceel;
2° naam van de ingezaaide teelt;
3° naam van het ingezaaid ras, als het ras geïdentificeerd is;
4° de voorvrucht van de bestaande teelt;
5° de uitgevoerde behandelingen die gebruikmaken van gewasbeschermingsmiddelen.
Voor elke behandeling bedoeld in het tweede lid, 5°, vermeldt het register :
1° de bedoelde gewasbescherming;
2° de datum van de behandeling;
3° de handelsnaam van het gebruikte gewasbeschermingsmiddel;
4° de gebruikte dosis per hectare.
Het register wordt uiterlijk zeven dagen na elk gebruik van gewasbeschermingsmiddel aangevuld. Op verzoek van de controle-instelling of van de administratie, zijn de gegevens betreffende de behandeling bedoeld in het tweede lid, 5°, rechtstreeks beschikbaar.
Het register wordt door de producent gedurende zes jaar behouden en is tijdens de bedoelde periode toegankelijk voor de controle-instelling en de personeelsleden van de Dienst.
BIJLAGEN.
Art. N.[1 Bijlagen]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 14-12-2022, p. 93781)
----------
(1)<MB 2022-10-13/20, art. 1-2, 004; Inwerkingtreding : 24-12-2022>