Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 JANUARI 2017. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de organisatie en de coördinatie van de controle op de toekenning en de aanwending van de subsidies, genomen ter uitvoering van artikel 61 van het decreet van 20 december 2011 houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Organisatie en coördinatie van de controle op de toekenning en de aanwending van de subsidies
Afdeling 1. - De rechtstreekse controle
Art. 3-8
Afdeling 2. - Interne controle en audit
Art. 9
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2018030757  2021030427 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
  1° decreet van 20 december 2011 : het decreet van 20 december 2011 houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;
  2° besluit van 28 november 2013 : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot organisatie van de interne budgettaire en boekhoudkundige controle en audit en van de administratieve en begrotingscontrole;
  3° besluit van 13 december 2012 : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 december 2012 houdende verschillende maatregelen betreffende de uitvoering van de begroting en betreffende de begrotingsboekhouding en de algemene boekhouding;
  4° Ministerie : Ministerie van de Franse Gemeenschap, dit zijn de diensten van algemeen bestuur van de Franse Gemeenschap;
  5° dienst die rechtstreeks onder de Regering ressorteert : dienst die niet tot het Ministerie behoort, die bij decreet of bij besluit van de Regering wordt opgericht en rechtstreeks staat onder het gezag van de Regering voor de uitoefening van specifieke opdrachten;
  6° diensten voor begroting en financiën : algemene directie begroting en financiën van het ministerie - algemene dienst begroting en comptabiliteit, en algemene dienst financiën;
  7° eenheid voor de controle op de vastleggingen : eenheid bedoeld bij artikel 2, 8°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 december 2012, die, binnen de diensten voor begroting en financiën, belast wordt met de controle op de vastleggingen;
  8° eenheid voor de controle op de vereffeningen : eenheid bedoeld bij artikel 2, 9°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 december 2012,die, binnen de diensten voor begroting en financiën, belast wordt met de controle op de vereffeningen;

Art.2. Onverminderd de subsidieregelingen die door de bestaande decreten en besluiten tot uitvoering ervan worden geregeld, zijn de bepalingen van dit besluit toepasselijk op de entiteiten die bepaald zijn in artikel 3, eerste lid en tweede lid, van het decreet van 20 december 2011.
  In afwijking van het eerste lid, is dit besluit niet van toepassing op de bedoelde diensten :
  1° in artikel 83 van de herstelwet van 31 juli 1984;
  2° in artikel 56, § 2, van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen;
  3° in artikel 13, derde lid, van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten).

HOOFDSTUK 2. - Organisatie en coördinatie van de controle op de toekenning en de aanwending van de subsidies
Afdeling 1. - De rechtstreekse controle
Art.3. § 1. Bevoegd zijn om de controle uit te oefenen, bedoeld bij hoofdstuk V van de algemenebepalingenwet en artikel 61 van het decreet van 20 december 2011 :
  1° de dienst van het Ministerie of de dienst die rechtstreeks onder de Regering ressorteert en die de subsidie heeft toegekend;
  2° de diensten voor begroting en financiën;
  3° de eenheden voor de controle op de vastleggingen en de vereffeningen;
  4° de inspecteurs van Financiën.
  § 2. De bij paragraaf 1 bedoelde actoren verwittigen vooraf de betrokken ordonnancerende minister van de controle die zal worden uitgeoefend.

Art.4. De in artikel 3, § 1, 1°, bedoelde diensten controleren op stukken en ter plaatse de verantwoordingsstukken die de subsidieontvanger aan de subsidiërende instantie moet meedelen.
  De in artikel 3, § 1, 1° bedoelde diensten kunnen ook op stukken en ter plaatse de verantwoordingsstukken controleren die de subsidieontvangers moeten meedelen aan de rechtspersonen waarvan zij die subsidies ontvangen, wanneer die personen zelf worden gesubsidieerd door het Ministerie of de dienst die rechtstreeks onder de Regering ressorteert.
  Binnen de perken en de voorwaarden voor hun toekenning en overeenkomstig de artikelen 48 en 49 van het decreet van 20 december 2011, oefenen de inspecteurs van Financiën eveneens de in het eerste lid en het tweede lid bedoelde controle uit.

Art.5. § 1. Voor de uitoefening van de opdrachten betreffende de controle ter plaatse, bedoeld in artikel 4, beschikken de leden van de in artikel 3 bedoelde diensten over zeer ruime onderzoeksbevoegdheden.
  Ze kunnen inzonderheid, zonder zich te moeten verplaatsen, alle staten, boekhoudkundige stukken, documenten en verantwoordingsstukken raadplegen, zich alle gegevens laten meedelen die nuttig zijn voor hun onderzoek en elke bevoegde persoon horen die opheldering kan brengen.
  Ze kunnen hun onderzoek verder uitvoeren dan in het kader van het lopende jaarlijkse beheer, onverminderd de bepalingen inzake verjaring.
  § 2. De controleverslagen die met toepassing van § 1 worden opgesteld door de in artikel 3 bedoelde diensten, worden aan de primaire ordonnancerende Minister meegedeeld.
  De verslagen van de inspecteurs van Financiën worden aan de primaire ordonnancerende Minister en aan de Minister bevoegd voor de begroting en de financiën gericht.

Art.6. De leden van de in artikel 3 bedoelde diensten kunnen zich niet inmengen in het beheer van de subsidieontvangers noch bevelen geven om verrichtingen te voorkomen of te schorsen.

Art.7. Tenzij anders is bepaald, als de subsidieontvanger geen verantwoording geeft volgens de nadere regels en de termijn bepaald in de beslissing tot toekenning van de subsidie, een decreet of een verordeningsbepaling, stelt de in artikel 3, § 1, 1° bedoelde dienst hem bij aangetekend schrijven in gebreke die verantwoording te bezorgen binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de ingebrekestelling.
  Als de subsidieontvanger niet de aangevraagde verantwoording bezorgt, kan hij het saldo van de subsidie niet meer ontvangen, onverminderd de terugbetaling van het bedrag van de eerste schijf(ven) van de subsidie met toepassing van de artikelen 13 en 14 van de algemenebepalingenwet, artikel 61, 5° en 6°, van het decreet van 20 december 2011 en artikel 8.

Art.8. Indien aan de voorwaarden van artikel 2, 10°, van het decreet van 20 december 2011 wordt voldaan, en overeenkomstig artikel 19, § 1, van het decreet van 20 december 2011, stelt de ordonnateur de rechten ten laste van de subsidieontvanger vast op grond van het verslag van de in artikel 3 bedoelde diensten dat bevestigt dat de subsidieontvanger zich bevindt in de gevallen opgesomd in artikel 13 van de algemenebepalingenwet en in artikel 61, 5°, van het decreet van 20 december 2011. De ordonnateur geeft bevel het bedrag van de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen ten bedrage van het niet verantwoorde deel.
  Met toepassing van artikel 19, § 2, van het decreet van 20 december 2011, worden de vastgestelde rechten in de boekhouding opgenomen en meegedeeld aan een ontvanger die de terugvordering ervan moet inzetten overeenkomstig de artikelen 53 en 55 van het decreet van 20 december 2011 ten laste van de subsidieontvanger.
  Overeenkomstig artikel 40 van het besluit van 13 december 2012, stuurt de ontvanger, binnen de in artikel 55 van het decreet van 20 december 2011, een betalingsherinnering bij een gewone brief, gevolgd door een herhaling, en, ten slotte, als de subsidieontvanger nog altijd niet betaalt, een aanmaning tot betaling bij aangetekend schrijven.
  Als geen reactie komt op de in het derde lid bedoelde aanmaning, past de ontvanger artikel 41 van het besluit van 13 december 2012 toe.

Afdeling 2. - Interne controle en audit
Art.9. Overeenkomstig artikel 47 van het decreet van 20 december 2011 en de artikelen 26 en 27 van het besluit van 28 november 2013, worden de dienst die voor het Ministerie met de audit wordt belast en het Auditcomité ermee belast de geschiktheid, de doeltreffendheid en de kwaliteit van de interne controle op de toekenning en de aanwending van de subsidies, met inbegrip van elk terugvorderbaar geldvoorschot dat zonder interest werd toegestaan, te evalueren.

HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 10. Het lid van de Regering dat bevoegd is voor de begroting en de financiën wordt belast met de uitvoering van dit decreet.