Details





Titel:

23 DECEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale onderhandelingsvoorwaarden, de minimale totstandkomings- en opvolgingsprocedure van een Brownfieldconvenant(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-02-2017 en tekstbijwerking tot 19-05-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Procedure
Afdeling 1. - Beoordelingscriteria
Art. 2-3
Afdeling 2. - Delegatie van bevoegdheden
Art. 4-6
HOOFDSTUK 3. - Brownfieldcel
Afdeling 1. - Opdrachtomschrijving
Art. 7
HOOFDSTUK 4. - Samenstelling
Art. 8-9
HOOFDSTUK 5. - Onderhandelaars van brownfieldconvenanten
Art. 10-11
HOOFDSTUK 6. - Permanent secretariaat
Art. 12
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 13-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder het decreet van 30 maart 2007: het decreet van 30 maart 2007 betreffende de brownfieldconvenanten.
  In dit besluit wordt verstaan onder het agentschap, het agentschap, vermeld in artikel 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015 inzake de ontbinding zonder vereffening van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie en tot regeling van de overdracht aan zijn activiteiten aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen.

HOOFDSTUK 2. - Procedure
Afdeling 1. - Beoordelingscriteria
Art.2.Opdat een ingediend verzoek tot onderhandelingen over een brownfieldconvenant in aanmerking zou kunnen komen, moet het minstens aan elk van volgende ontvankelijkheidscriteria voldoen:
  1° de eigenschappen van het projectgebied zijn van die aard dat ze voldoen aan de definities, vermeld in artikel 2 en 3 van het decreet van 30 maart 2007;
  2° het verzoek wordt uiterlijk ingediend op de indieningsdatum, vermeld in de oproep;
  3° het ter beschikking gestelde standaardaanvraagformulier is volledig en correct ingevuld;
  4° bij het standaardaanvraagformulier is een financieel plan gevoegd waarin de financiële haalbaarheid van het project wordt aangetoond;
  5° bij het standaardaanvraagformulier is een lijst gevoegd van de al uitgevoerde projecten, gekoppeld aan de samenstelling en expertise van de betrokken projectteams;
  6° [1 door de indiening gaat de projectindiener akkoord met een onderzoek naar zijn kredietwaardigheid. Op verzoek van het permanent secretariaat moet daarvoor de nodige informatie worden aangeleverd;]1
  7° bij het standaardaanvraagformulier voor brownfieldprojecten waarbij de projectgronden of delen ervan zijn verontreinigd of potentieel zijn verontreinigd, zijn de al beschikbare stukken gevoegd over de verontreiniging of potentiële verontreiniging. Het is voldoende om alleen de conclusies bij het formulier te voegen;
  8° bij het standaardaanvraagformulier is een presentatie gevoegd waarin de inhoud van het brownfieldproject beknopt wordt weergegeven;
  9° [1 van alle vermelde actoren die gezamenlijk beschikken over het eigendomsrecht of de overige zakelijke rechten die vereist zijn om toestemming te verlenen voor de handelingen en activiteiten in het kader van het brownfieldproject op meer dan 70% van de oppervlakte van de projectgronden, wordt een (mede)ondertekening als actor of een volmacht om de aanvraag in te dienen, bij de aanvraagdocumenten gevoegd;]1
  10° [1 voor alle percelen in het hele projectgebied kan de eigendomssituatie geverifieerd worden. Als het permanent secretariaat, vermeld in artikel 12 van dit besluit, die informatie niet zelf kan raadplegen, kan gevraagd worden om een recent kadastraal plan en een recente kadastrale legger bij de aanvraag te voegen. Met recent wordt bedoeld dat het kadastrale plan en de kadastrale legger minder dan twee maanden oud zijn op het ogenblik dat het verzoek tot onderhandelingen wordt ingediend. Mogelijke bekende afwijkingen ten opzichte van die recente documenten worden al aangegeven met de eigendomstitels;]1
  11° bij het standaardaanvraagformulier moet het schriftelijk bewijs gevoegd worden dat de gemeente - waarin de onroerende goederen gelegen zijn - kennis heeft genomen van de inhoud van de aanvraag en verklaart dat ze mee wil werken aan de totstandkoming van het brownfieldproject.
  ----------
  (1)<BVR 2022-05-06/01, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2022>

Art.3. Opdat een ingediend verzoek tot onderhandelingen over een brownfieldconvenant in aanmerking zou kunnen komen, moet het minstens aan elk van volgende gegrondheidscriteria voldoen:
  1° de aanvrager toont aan dat het afsluiten van een brownfieldconvenant een aanmerkelijke faciliterende meerwaarde biedt voor de realisatie van het brownfieldproject;
  2° de aanvrager toont aan dat een gecoördineerd optreden tussen en van verschillende overheden noodzakelijk is;
  3° De aanvrager toon aan dat het voorgestelde project voldoet aan de criteria en randvoorwaarden van de projectoproep.

Afdeling 2. - Delegatie van bevoegdheden
Art.4.De Vlaamse minister, bevoegd voor Economie heeft de bevoegdheid om bij de beoordeling [1 en de opvolging van dossiers]1 over een brownfieldconvenant:
  1° een beslissing over de ontvankelijkheid van een aanvraagdossier als vermeld in het decreet van 30 maart 2007, te nemen;
  2° de remediëringstermijn bij onontvankelijkheid te bepalen;
  3° de bezwaren tegen de voorlopige afbakening van de projectgebieden als vermeld in het voormelde decreet, te behandelen en te beoordelen;
  4° een beslissing over de gegrondheid van een aanvraagdossier te nemen;
  5° de remediëringstermijn bij ongegrondheid te bepalen;
  6° te beslissen over de stopzetting van de onderhandelingen voor ontvankelijk en gegrond verklaarde dossiers waarvoor na een redelijke termijn blijkt dat geen perspectief bestaat op het afsluiten van een brownfieldconvenant;
  7° een definitief ontwerp van brownfieldconvenant te beoordelen en een beslissing tot goedkeuring te nemen, wanneer het openbaar onderzoek geen aanleiding heeft gegeven tot inhoudelijke wijziging van de ontwerpconvenant.
  ----------
  (1)<BVR 2022-05-06/01, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2022>

Art.5. De Vlaamse minister, bevoegd voor Economie volgt de gesloten brownfieldconvenanten op en bewaakt de belangen van het Vlaamse Gewest in de uitvoering van brownfieldconvenanten.

Art.6. De Vlaamse minister bevoegd voor Economie kan, na advies van de Brownfieldcel, de nadere regelen bepalen voor het verloop van de procedure, vermeld in artikel 8 van het decreet van 30 maart 2007.

HOOFDSTUK 3. - Brownfieldcel
Afdeling 1. - Opdrachtomschrijving
Art.7. Er wordt een Brownfieldcel opgericht die belast wordt met de volgende opdrachten:
  1° de organisatie van de onderhandelingen met het oog op de totstandkoming van brownfieldconvenanten;
  2° de Vlaamse Regering te adviseren over de goedkeuring van een ontwerp van brownfieldconvenant;
  3° de Vlaamse Regering adviseren over de goedkeuring van een definitieve brownfieldconvenant wanneer het openbaar onderzoek aanleiding geeft tot inhoudelijke wijziging van het ontwerp van brownfieldconvenant ;
  4° de Vlaamse minister bevoegd voor Economie te adviseren over de goedkeuring van een definitieve brownfieldconvenant, wanneer het openbaar onderzoek geen aanleiding geeft tot inhoudelijke wijziging van het ontwerp van brownfieldconvenant;
  5° de belangen van het Vlaamse Gewest bewaken bij de totstandkoming van brownfieldconvenanten;
  6° de gelijke behandeling van de aanvragers van brownfieldconvenanten bewaken;
  7° de principes van behoorlijk bestuur bij de totstandkoming van een brownfieldconvenant bewaken;
  8° de Vlaamse minister, bevoegd voor Economie adviseren bij de opvolging van afgesloten brownfieldconvenanten;
  9° onderhandelaars van brownfieldconvenanten voordragen aan de Vlaamse Regering, als vermeld in hoofdstuk 4;
  10° de onderhandelaars jaarlijks evalueren;
  11° de Vlaamse minister, bevoegd voor Economie te adviseren over de taken van de onderhandelaars.

HOOFDSTUK 4. - Samenstelling
Art.8.De Brownfieldcel bestaat minstens uit:
  1° een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor Economie;
  2° een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd voor Omgeving;
  3° de leidend ambtenaar [2 , of een afdelingshoofd die de leidend ambtenaar aanwijst,]2 van het Agentschap voor Innoveren en Ondernemen van het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie;
  4° [1 de leidend ambtenaar [2 , of een afdelingshoofd die de leidend ambtenaar aanwijst,]2 van het Departement Omgeving van het beleidsdomein Omgeving;]1
  5° de leidend ambtenaar [2 , of een afdelingshoofd die de leidend ambtenaar aanwijst, van]2 de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij van het [1 beleidsdomein Omgeving]1;
  6° de leidend ambtenaar [2 , of een afdelingshoofd die de leidend ambtenaar aanwijst, van]2 het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.
  Op vraag van de brownfieldcel kan de Vlaamse minister, bevoegd voor Economie de Brownfieldcel uitbreiden met experten.
  [2 Het huishoudelijk reglement van de Brownfieldcel kan voorzien in een ad-hocvertegenwoordiging bij volmacht.]2
  ----------
  (1)<BVR 2017-02-24/16, art. 258, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (2)<BVR 2022-05-06/01, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2022>

Art.9. De vertegenwoordiger, vermeld in artikel 8, eerste lid, 1°, treedt op als voorzitter van de Brownfieldcel.
  De vertegenwoordiger, vermeld in artikel 8, eerste lid, 2°, treedt op als ondervoorzitter van de Brownfieldcel.

HOOFDSTUK 5. - Onderhandelaars van brownfieldconvenanten
Art.10. Op voordracht van de Brownfieldcel wijst de Vlaamse Regering onderhandelaars van brownfieldconvenanten aan, met de volgende opdrachten:
  1° het opvolgen van de beslissingen over de ontvankelijkheid en gegrondheid van de aanvraagdossiers met het verzoek tot onderhandelingen over een brownfieldconvenant;
  3° voor de ontvankelijk en gegrond verklaarde aanvraagdossiers, het afstemmen van de standpunten en posities van de betrokken Vlaamse administraties, de regisseurs en de actoren met het oog op de totstandkoming van evenwichtige brownfieldconvenanten;
  4° als voorzitter van een projectstuurgroep van een gesloten brownfieldconvenant, zorgen voor een neutraal en vertrouwenwekkend kader waarin het brownfieldproject kan gerealiseerd worden, en in voorkomend geval, bemiddelend optreden bij conflicten;
  5° het tijdig, volledig en correct rapporteren over de eigen werkzaamheden aan de Brownfieldcel.

Art.11. Na advies van de brownfieldcel kan de Vlaamse minister bevoegd voor Economie de rol, de opdracht en de werking van de brownfieldcel en de onderhandelaars van brownfieldconvenanten zoals vermeld in artikelen 7 en 10 verder verfijnen.

HOOFDSTUK 6. - Permanent secretariaat
Art.12. Er wordt een permanent secretariaat voorzien dat belast wordt met de volgende opdrachten:
  1° ondersteuning van de werking van de Brownfieldcel;
  2° de voorbereiding en organisatie van projectoproepen, met inbegrip van de beleidsdomeinoverschrijdende samenwerking bij de behandeling van de aanvragen;
  3° de beleidsrapportering.
  Het permanent secretariaat wordt opgericht bij het agentschap.

HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art.13. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

Art. 14. De Vlaamse minister, bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.