22 APRIL 2015. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de subsidiëringswijze van de centra voor kortverblijf(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-01-2017 en tekstbijwerking tot 13-10-2023)
Art. 1-7
Artikel 1. Om voor subsidiëring in aanmerking te komen moet een centrum voor kortverblijf erkend zijn gedurende het werkingsjaar of het gedeelte ervan waarvoor de subsidies worden toegekend.
Art.2.Het centrum voor kortverblijf moet de bezettingsgegevens jaarlijks voor 1 april indienen bij het [1 Departement Zorg]1 met het formulier dat op de website van het [1 departement]1staat.
----------
(1)<MB 2023-08-25/05, art. 41, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Art.3.Het jaarlijkse subsidiebedrag wordt toegekend op basis van het aantal erkende woongelegenheden op 1 januari van het desbetreffende werkingsjaar en het aantal woongelegenheden waarvoor vóór 1 januari van dat werkingsjaar een erkenning is aangevraagd, die uiterlijk op 1 januari van hetzelfde werkingsjaar ingaat.
Om de continue werking van de centra te garanderen, wordt het toegekende subsidiebedrag uitbetaald als een voorschot dat hoogstens 90% van het totale subsidiebedrag kan bedragen. Dat voorschot wordt uitbetaald voor 1 juli van het werkingsjaar waarop de subsidie betrekking heeft.
Behalve bij een uitbreiding van een al erkend centrum voor kortverblijf ontvangt het centrum de eerste drie volledige jaren van erkenning dat het voor subsidiëring in aanmerking komt, het maximale subsidiebedrag, ongeacht de gemiddelde bezetting die gerealiseerd wordt. In geval van uitbreiding van een al erkend centrum worden op de bijkomende woongelegenheden de bepalingen toegepast die al van toepassing waren voor de gesubsidieerde woongelegenheden.
Als blijkt dat het centrum voor kortverblijf een groter voorschot heeft ontvangen dan het definitieve subsidiebedrag, vordert het [1 Departement Zorg]1 het verschil terug.
Als op het ogenblik van de uitkering van de voorschotten het teruggevorderde bedrag van het voorgaande jaar nog niet is betaald, wordt dat bedrag in mindering gebracht op de uit te betalen voorschotten.
Als gedurende drie opeenvolgende werkjaren de uitbetaalde voorschotten zijn teruggevorderd omdat het centrum niet voldeed aan de subsidiëringsvoorwaarden, vermeld in artikel 1 en 2, worden er geen voorschotten uitbetaald voor het werkingsjaar dat volgt op die drie werkingsjaren.
----------
(1)<MB 2023-08-25/05, art. 42, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Art.4.Het saldo wordt vereffend in de loop van het jaar dat volgt op het jaar van uitbetaling van het voorschot, na goedkeuring door het [1 Departement Zorg]1 van de bewijsvoering, vermeld in artikel 2.
----------
(1)<MB 2023-08-25/05, art. 42, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Art.5. Het ministerieel besluit van 11 december 2014 tot vaststelling van de subsidiëringswijze van de centra voor kortverblijf wordt opgeheven.
Art.6. De subsidiedossiers over het werkingsjaar 2014 en de voorgaande jaren worden verder afgehandeld volgens de bepalingen van het ministerieel besluit van 23 december 2009 tot vaststelling van de subsidiëringswijze van de centra voor kortverblijf, zoals van kracht voor de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.