1 DECEMBER 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-netwerk
Art. 1-5
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de verplaatsing van een bestaande oppervlakte van habitat : de vermindering van een oppervlakte van een natuurlijk habitat waarvoor de locatie wordt aangewezen of van een habitat van soort waarvoor de locatie wordt aangewezen, die voorafgaandelijk vergezeld wordt van het herstel, binnen of bij de locatie, van een gelijkwaardige oppervlakte en van dezelfde kwaliteit van hetzelfde habitat of van een grotere oppervlakte of van een betere kwaliteit als het herstel enkel op middellange termijn kan worden uitgevoerd, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel;
2° de kwaliteit van het habitat van een soort : de staat van het habitat van een soort zoals blijkt uit de huidige of verwachte staat van de oppervlaktes, samenstelling, hulpbronnen, structuur of functies ervan;
3° de kwaliteit van een type natuurlijk habitat van communautair belang : de staat van een type natuurlijk habitat van communautair belang zoals blijkt uit de huidige of verwachte staat van de structuur of functies ervan alsook de staat van instandhouding van de typische soorten ervan;
4° kleine oppervlaktes : de oppervlakte van een type natuurlijke habitat waarvoor de locatie wordt aangewezen of een habitat van soort waarvoor de locatie wordt aangewezen die in verwaarloosbare mate bijdraagt aan de instandhouding van het betrokken habitat of van de betrokken soort op de locatie, rekening houdend met de volgende elementen :
het al dan niet prioritait karakter van het habitat of van de soort betrokken bij het habitat;
b) de zeer lage verhouding tussen de verplaatsing of de beoogde vermindering van oppervlakte en de totale oppervlakte van het betrokken habitat op de locatie;
c) de staat van instandhouding van het betrokken habitat of de betrokken soort op gewestelijke schaal en op de locatie;
d) de ondernomen maatregelen betreffende het herstel van het betrokken habitat op of bij de locatie ten gunste van het type natuurlijk habitat of de soort betrokken bij de verplaatsing of de beoogde vermindering van oppervlakte; "
e) het kleine aantal verplaatsingen of verminderingen van oppervlakten die vroeger op de locatie reeds zijn toegelaten;
f) een verwaarloosbare bijdrage van de betrokken oppervlaktes aan de globale instandhoudingswaarde van de locatie zoals geraamd in het aanwijzingsbesluit;
g) de omvang van de bijdrage van het Waalse Gewest aan de instandhouding van het habitat of van de soort op Europees vlak;
h) de gecumuleerde effecten van andere plannen of projecten;
i) in voorkomend geval, de natuurlijke ontwikkeling van de locatie.
De Minister van Natuur kan deze criteria nader bepalen voor elke type natuurlijk habitat en elke soort.
Art.2. Vóór 2025, op de schaal van het Waalse Gewest, bestaan de instandhoudingsdoelstellingen in de Natura 2000-locaties uit :
1° voor de types natuurlijk habitat van communautair belang waarvoor de Natura 2000-locaties worden aangewezen :
a) op kwantitatief vlak, het behoud van het natuurlijke verspreidingsgebied en van de habitatoppervlaktes die op het moment van de selectie van de sites bestonden en het herstel ervan volgens de maatregel bepaald in bijlage I.1;
b) op kwalitatief vlak, het behoud en de verbetering van de kwaliteit van de habitats bedoeld in punt a) volgens de maatregel bedoeld in bijlage I.1;
2° voor de soorten van communautair belang en de soorten vogels waarvoor de Natura 2000-locaties worden aangewezen :
a) op kwantitatief vlak, het behoud en het herstel van de habitatoppervlaktes die nodig zijn voor het behoud of het herstel, in hun natuurlijk verspreidingsgebied, van de populatieniveaus van soorten volgens de maatregel bepaald in bijlage I.2;
b) op kwalitatief vlak, het behoud en de verbetering van de kwaliteit van de habitats die nodig zijn voor het behoud of het herstel van de populatieniveaus van soorten bedoeld in punt a) volgens de maatregel bepaald in bijlage I.2.
Art.3. De toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen betreffende de types natuurlijk habitat van communautair belang, onverminderd, in voorkomend geval, specifieke instandhoudingsdoelstellingen, met inbegrip van hersteldoelstellingen, bepaald bij het aanwijzingsbelsuit van de betrokken locaties, zijn, op de schaal van de locaties, de volgende :
1° op kwantitatief vlak : het behoud op de betrokken locatie van de bestaande oppervlaktes van de types natuurlijk habitat, daar waar ze zich bevinden, waarvoor de locatie wordt aangewezen, zoals geraamd in het aanwijzingsbesluit of, in geval van onvoldoende of te vage gegevens, op grond van de beste beschikbare kennis. Het behoud kan worden geacht verzekerd te zijn in geval van verplaatsing of, bij gebreke daarvan en bij wijze van uitzondering, van vermindering van kleine oppervlaktes van deze habitats, met inachtneming van de vigerende wetgevingen;
2° op kwalitatief vlak : het behoud, op de betrokken locatie, van de kwaliteit van de types natuurlijk habitat waarvoor de locatie wordt aangewezen, zoals geraamd op basis van de gegevens betreffende de staat van instandhoudingvan deze habitats die vermeld staat in het aanwijzingsbesluit of, in geval van onvoldoende of te vage gegevens, op grond van de beste beschikbare kennis.
Op grond van de beste beschikbare kennis, kan de Minister bevoegd voor het natuurbehoud de instandhoudingsdoelstellingen bedoeld in het eerste lid bepalen en, in voorkomend geval, de nodige indicatoren voor de interpretatie ervan, vaststellen.
Art.4. De toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen betreffende de soorten van communautair belang en de soorten vogels, onverminderd, in voorkomend geval, specifieke instandhoudingsdoelstellingen, met inbegrip van hersteldoelstellingen, bepaald bij het aanwijzingsbelsuit van de betrokken locaties, zijn, op de schaal van deze locaties, de volgende :
1° op kwantitatief vlak :
a) het behoud, op de betrokken locatie, van de populatieniveaus van soorten, waarvoor de locatie wordt aangewezen, zoals geraamd in het aanwijzingsbesluit of, in geval van onvoldoende of te vage gegevens, op grond van de beste beschikbare kennis, onder voorbehoud van de natuurlijke schommelingen;
b) het behoud van de bestaande oppervlaktes van habitats van deze soorten, zoals geraamd in het aanwijzingsbesluit of, in geval van onvoldoende of te vage gegevens, op grond van de beste beschikbare kennis. Het behoud van de habitatoppervlaktes kan worden geacht verzekerd te zijn in geval van verplaatsing of, bij gebreke daarvan en bij wijze van uitzondering, van vermindering van kleine oppervlaktes van deze habitats, met inachtneming van de vigerende wetgevingen;
2° op kwalitatief vlak : het behoud, op de betrokken locatie, van de kwaliteit van de habitats van deze soorten waarvoor de locatie wordt aangewezen, die nodig is voor het bedoud van de populatieniveaus bedoeld in 1°. Deze kwaliteit wordt geëvalueerd op grond van de gegevens betreffende de staat van instandhouding van deze soorten die staat vermeld in het aanwijzingsbesluit of, in geval van onvoldoende of te vage gegevens, op grond van de beste beschikbare kennis.
Op grond van de beste beschikbare kennis, kan de Minister van Natuur de instandhoudingsdoelstellingen bedoeld in het eerste lid bepalen en, in voorkomend geval, de nodige indicatoren voor de interpretatie ervan, vaststellen.
Art.5. De Minister van Natuur is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. Instandhoudingsdoelstellingen op de schaal van het Waalse Gewest
Deze bijlage legt de kwantitatieve en kwalitatieve instandhoudingsdoelstellingen vast die toepasselijk zijn op de schaal van het Waalse Gewest.
De vermelde gegevens zijn gebaseerd op de aangewende methode voor de aan de Europese Commissie vereiste rapportering krachtens artikel 17 van de Habitatrichtlijn en krachtens artikel 12 van de Vogelrichtlijn.
Verklaring :
RBG : Biogeografische regio (Atl : Atlantische/Con : Continentale)
ID : instandhoudingsdoelstellingen
PAF: priority action framework (kader van prioritaire acties voor Natura 2000)
Pop. : populatie
Voor de habitats:
1° HIC : Habitats van communautair belang;
2° Huidige oppervlakte Art. 17 WG: geraamde oppervlakte van het habitat voor het geheel van het gebied van het Waalse Gewest op grond van de gegevens van de rapportering uitgevoerd tussen 2007 en 2013 overeenkomstig artikel 17 van de Habitatrichtlijn en van de PAF;
3° Huidige oppervlakte Natura 2000 : geraamde oppervlakte van het habitat binnen het Natura 2000-netwerk op grond van de gegevens van de rapportering uitgevoerd tussen 2007 en 2013 overeenkomstig artikel 17 van de Habitatrichtlijn en van de PAF;
4° ID Gebied : ID voor het verspreidingsgebied van het habitat op het geheel van het Waalse Gewest tegen 2025;
5° ID oppervlakte Natura 2000 : instandhoudingsdoelstelling voor de oppervlakte van het habitat binnen het Natura 2000-netwerk tegen 2025;
6° kwalitatieve ID Natura 2000 : instandhoudingsdoelstelling inzake kwaliteit van het habitat binnen het Natura 2000-netwerk tegen horizon 2025;
7° " = " : te behouden oppervlaktes (in ha)/te behouden kwaliteit;
8° " + " : te herstellen oppervlaktes (in ha)/te verbeteren kwaliteit;
Voor de soorten :
1° Gebruikte eenheden :
a. Maas : een vierkant met zijden van 1 km2 met vierkantennet (IFBL of UTM) bezet door de soort;
b. Oppervlakte : oppervlakte bezet door de soort (in km2);
c. Kolonie : unitaire broedpopulatie, voor de " koloniale " soorten met een aggregatieve ruimtelijke verdeling en samengesteld uit min of meer dichte groepen van individuen
d. OG : Ontbrekende gegevens :
e. 0 : geen recente opmerkingen;
f. Huidige pop. WG : geraamde populatie op het geheel van het gebied van het Waalse Gewest op grond van de gegevens van de rapportering uitgevoerd tussen 2007 en 2013 overeenkomstig artikel 17 van de Habitatrichtlijn en van artikel 12 van de Vogelrichtlijn;
g. Natura 2000-pop. : geraamde populatie binnen het Natura 2000-netwerk op grond van de gegevens van de rapportering uitgevoerd tussen 2000 en 2007 overeenkomstig artikel 2013 van de Habitatrichtlijn en van artikel 12 van de Vogelrichtlijn;
h. ID Gebied : instandhoudingsdoelstelling voor het verspreidingsgebied van de soort tegen 2025
i. Kwantitatieve ID pop. Natura 2000 : kwantitatieve instandhoudingsdoelstelling voor de soort binnen de Natura 2000-netwerk tegen 2025;
j. kwalitatieve ID Natura 2000 : kwalitatieve instandhoudingsdoelstelling voor de soort binnen het Natura 2000-netwerk tegen horizon 2025;
k. ID Habitat Natura 2000 : instandhoudingsdoelstelling inzake habitats van vogels binnen het Natura 2000-netwerk tegen 2025;
l. " = " : te behouden populatie/te behouden kwaliteit;
" + " : op te sporen of te herstellen populatie/te verbeteren kwaliteit.
I.1. Kwantitatieve en kwalitatieve instandhoudingsdoelstellingen met betrekking tot de types natuurlijk habitats van communautair belang waarvoor de locaties moeten worden aangewezen.
Voor de types natuurlijk habitats van communautair belang waarvoor de locaties moeten worden aangewezen, bestaan de kwantitatieve instandhoudingsgoelstellingen binnen het Natura 2000-netwerk uit het behoud of het herstel van de volgende habitatoppervlaktes :
RBG | HCB | Naam van de biotoop HCB | Huidige oppervlakte Art. 17 - WG | Huidige oppervlakte Natura 2000 | ID Gebied | ID Oppervlakte Natura 2000 | Kwalitatieve ID Natura 2000 |
Atl | 2330 | Pioniergraslanden op zure zand | 16 ha | 10 ha | = | + 10 ha | + |
Atl | 3130 | Vegetatie van oligotroof tot mosetroof stilstaand water | 7 ha | 2 ha | + | + 2 ha | + |
Atl | 3140 | Vegetatie van oligotroof tot mosetroof stilstaand kalkhoudend water | 5 ha | 1 ha | + | + 5 ha | + |
Atl | 3150 | Vegetatie van eutroof stilstaand water | 1 160 ha | 280 ha | = | + 20 ha | + |
Atl | 3160 | Vegetatie van dystroof stilstaand water | Niet aanwezig in de Atlantische regio | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing |
Atl | 3260 | Vegetatie van lopend water | 4 500 ha | OG | = | + 0 ha | + |
Atl | 3270 | Vegetatie van slikoevers van grote rivieren | Niet aanwezig in de Atlantische regio | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing |
Atl | 4010 | Vochtige heiden | 14 ha | 10 ha | = | + 10 ha | + |
Atl | 4030 | Droge heiden | 47 ha | 35 ha | = | + 50 ha | + |
Atl | 6110 | * Pioniergraslanden met vetkruiden | 1 ha | 0,8 ha | = | + 0 ha | + |
Atl | 6120 | * Pioniergraslanden met kalkhoudend zand | 6 ha | 2 ha | = | + 5 ha | + |
Atl | 6210 | * Kalkhoudende weiden | 15 ha | 15 ha | = | + 3 ha | + |
Atl | 6230 | * heischrale graslanden | 0,76 ha | 0,17 ha | + | + 5 ha | + |
Atl | 6410 | Oligotrofe vochtige maaiweiden | 0,03 ha | 0,03 ha | + | + 4 ha | + |
Atl | 6430 | Voedselrijke ruigten | 3 100 ha | 630 ha | = | + 20 ha | + |
Atl | 6510 | Maaiweiden van Arrhenatherum | 1 825 ha | 240 ha | = | + 30 ha | + |
Atl | 7150 | Vegetatie van onbeboste veengebieden | 0,01 ha | 0,01 ha | + | + 0,5 ha | + |
Atl | 7220 | * Kalktufbronnen | 6 ha | 6 ha | = | + 0 ha | + |
Atl | 8210 | Vegetatie van kalkhoudende rotsen | 0,1 ha | 0,09 ha | = | + 0 ha | = |
Atl | 8220 | Vegetatie van kiezelhoudende rotsen | 0,1 ha | 0,09 ha | = | + 0 ha | = |
Atl | 8310 | Ondergrondse grotten en holten | Niet van toepassing | Niet van toepassing | = | Niet van toepassing | = |
Atl | 9120 | Zuurminnende Atlantische beukenbossen | 5 500 ha | 2 700 ha | = | + 0 ha | + |
Atl | 9130 | Neutrofiele beukenbossen | 6 000 ha | 2 100 ha | = | + 0 ha | + |
Atl | 9150 | Kalkminnende beukenbossen | 200 ha | 70 ha | = | + 0 ha | + |
Atl | 9160 | Subatlantische climax-eiken- haagbeukenbossen en eiken-essenbossen | 1 600 ha | 400 ha | = | + 0 ha | + |
Atl | 9180 | Ravijnbossen en hellingbossen | 13 ha | 11 ha | = | + 0 ha | + |
Atl | 9190 | Eiken-berkenbossen met pijpestrootje | 500 ha | 350 ha | = | + 30 ha | + |
Atl | 91D0 | * Boshoogvenen | 1,2 ha | 0,15 ha | = | + 1 ha | + |
Atl | 91E0 | * Alluviale bossen | 1 550 ha | 550 ha | = | + 50 ha | + |
Cont. | 2330 | Pioniergraslanden op zure zand | 26 ha | 24 ha | = | + 10 ha | + |
Cont. | 3130 | Vegetatie van oligotroof tot mosetroof stilstaand water | 297 ha | 66 ha | + | + 10 ha | + |
Cont. | 3140 | Vegetatie van oligotroof tot mosetroof stilstaand kalkhoudend water | 46 ha | 10 ha | + | + 2 ha | + |
Cont. | 3150 | Vegetatie van eutroof stilstaand water | 1 430 ha | 317 ha | = | + 0 ha | + |
Cont. | 3160 | Vegetatie van dystroof stilstaand water | 10 ha | 9 ha | = | + 20 ha | + |
Cont. | 3260 | Vegetatie van lopend water | 6 735 ha | OG | = | + 0 ha | + |
Cont. | 3270 | Vegetatie van slikoevers van grote rivieren | 10 ha | 2 ha | = | + 0 ha | + |
Cont. | 4010 | Vochtige heiden | 3 000 ha | 2 700 ha | = | + 400 ha | + |
Cont. | 4030 | Droge heiden | 2 050 ha | 1 750 ha | = | + 150 ha | + |
Cont. | 5110 | Buxus | 26 ha | 15 ha | = | + 0 ha | = |
Cont. | 5130 | Struikgewassen van jeneverbessen | 5,5 ha | 5,3 ha | + | + 20 ha | + |
Cont. | 6110 | * Pioniergraslanden met vetkruiden | 53 ha | 24 ha | = | + 20 ha | + |
Cont. | 6120 | * Pioniergraslanden met kalkhoudend zand | 2 ha | 1 ha | = | + 50 ha | + |
Cont. | 6130 | Zinkhoudende graslanden | 51 ha | 46 ha | = | + 2 ha | + |
Cont. | 6210 | * Kalkhoudende weiden | 406 ha | 385 ha | = | + 150 ha | + |
Cont. | 6230 | * heischrale graslanden | 600 ha | 580 ha | = | + 115 ha | + |
Cont. | 6410 | Vochtige oligotrofe maaiweiden | 256 ha | 206 ha | = | + 50 ha | + |
Cont. | 6430 | Voedselrijke ruigten | 6 050 ha | 2 320 ha | = | + 200 ha | + |
Cont. | 6510 | Maaiweiden met Arrhenatherum | 11 880 ha | 3 960 ha | = | + 200 ha | + |
Cont. | 6520 | Montane maaiweiden | 550 ha | 400 ha | = | + 50 ha | + |
Cont. | 7110 | * Actieve hoogvenen | 110 ha | 110 ha | = | + 100 ha | + |
Cont. | 7120 | Aangetaste hoogvenen | 2 575 ha | 2 450 ha | = | + 250 ha | + |
Cont. | 7140 | Overgangsvenen | 81 ha | 75 ha | = | + 50 ha | + |
Cont. | 7150 | Vegetatie van onbeboste veengebieden | 1 ha | 1 ha | + | + 0,5 ha | + |
Cont. | 7220 | * Kalktufbronnen | 84 ha | 50 ha | = | + 0 ha | = |
Cont. | 7230 | Alkalische laagvenen | 10 ha | 9,5 ha | = | + 20 ha | + |
Cont. | 8150 | Vegetatie van kiezelpuinhellingen | 25 ha | 12,5 ha | = | + 0 ha | + |
Cont. | 8160 | * Vegetatie van kalkhoudende puinhellingen | 107 ha | 37 ha | = | + 2 ha | + |
Cont. | 8210 | Vegetatie van kalkhoudende rotsen | 140 ha | 75 ha | = | + 0 ha | + |
Cont. | 8220 | Vegetatie van kiezelhoudende rotsen | 72 ha | 36 ha | = | + 2 ha | + |
Cont. | 8310 | Ondergrondse grotten en holten | Niet van toepassing | Niet van toepassing | = | Niet van toepassing | = |
Cont. | 9110 | Beukenbossen met veldbies | 48 000 ha | 29 000 ha | = | + 100 ha | + |
Cont. | 9120 | Zuurminnende Atlantische beukenbossen | 5 600 ha | 1 550 ha | = | + 0 ha | + |
Cont. | 9130 | Neutrofiele beukenbossen | 36 500 ha | 14 500 ha | = | + 0 ha | + |
Cont. | 9150 | Kalkminnende beukenbossen | 10 000 ha | 6 000 ha | = | + 0 ha | + |
Cont. | 9160 | Subatlantische climax-eiken- haagbeukenbossen en eiken-essenbossen | 30 500 ha | 15 000 ha | = | + 0 ha | + |
Cont. | 9180 | Helling- en ravijnbossen | 1 300 ha | 900 ha | = | + 50 ha | + |
Cont. | 9190 | Eiken-berkenbossen met pijpestrootje | 4 700 ha | 2 300 ha | = | + 300 ha | + |
Cont. | 91D0 | * Boshoogvenen | 700 ha | 650 ha | = | + 300 ha | + |
Cont. | 91E0 | * Alluviale bossen | 3 600 ha | 1 950 ha | = | + 300 ha | + |
Cont. | 91F0 | Residuele rivierbossen | 55 ha | 30 ha | = | + 2 ha | + |
RBG | Code | Naam | Stand van kennis 2015 | Eenheden (normen van de Europese rapportering) | Huidige pop. WG | Pop. Natura 2000 | ID Gebied | Kwantitatieve ID Pop. Natura 2000 | Kwalitatieve ID Pop. Natura 2000 |
ATL | 1308 | Mopsvleermuis (Barbastella barbastellus) | Uitgestorven soort in de Waalse atlantische regio. Misschien onvoldoende opgespoord. | Individuen | 0 | 0 | + | + | = |
ATL | 1078 | Spaanse vlag (Callimorpha quadripunctaria) | Soort blijkbaar in uitbreiding in de Atlantische regio. | Mazen 1 x 1 km | 235 | 18 | = | = | = |
ATL | 1337 | Europese Bever (Castor fiber) | Soort die plaatselijk wordt beperkt door de beschikbare habitats. Onzekere ontwikkeling in het stroomgebied van de Schelde | Individuen | 50-80 | 0 | = | = | = |
ATL | 1149 | Kleine modderkruiper (Cobitis taenia) | Zeer gelokaliseerde, weinig bekende en moeilijk te bestuderen soort | Mazen 10 x 10 km | 2 | 2 | = | OG | + |
ATL | 1163 | Rivierdonderpad (Cottus gobio) | Soort zonder overtal | Mazen 1 x 1 km | 34 | 34 | = | +5 | + |
ATL | 1393 | Geel schorpioenmos (Hamatocaulis vernicosus) | Geen populatie ervan in Atlantisch Wallonië | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing |
ATL | 1096 | Beekprik (Lampetra planeri) | Verspreide soort wegens de slechte kwaliteit van de waterlopen | Mazen 10 x 10 km | OG | OG | + | = | + |
ATL | 1042 | Gevlekte witsnuitlibel (Leucorhinia pectoralis) | Recente koloniserende soort | Mazen 1 x 1 km | 3-9 | 3-9 | + | +3 | = |
ATL | 1083 | Vliegend hert (Lucanus cervus) | Weinig bestudeerde soort | Mazen 1 x 1 km | 23 | 3 | OG | +3 | + |
ATL | 1323 | Bechsteins vleermuis (Myotis bechsteini) | Plaatselijk weinig bekende en zeer weinig opgespoorde soort | Individuen | OG | OG | OG | OG | + |
ATL | 1318 | Meervleermuis (Myotis dasycneme) | Geen bekende voorplantingskolonie in Wallonië - Uitsluitend trekkende en overwinterende soort | Individuen (overwintering) | 180 | 150 | + | = | + |
ATL | 1321 | Ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus) | Licht toenemende soort in de grote overwinteringsgebieden. Nog weinig bekende zomerse situatie | Individuen (overwintering) | 1 200-1 400 | 1 100-1 300 | = | + | + |
ATL | 1324 | Vale vleermuis (Myotis myotis) | Weinig voorkomende soort, aan de grens van een verspreidingsgebied | Individuen (overwintering) | 100-120 | 90-100 | + | + | + |
ATL | 1304 | Grote hoefijzerneus (Rhinolophus ferrumequinum) | Plaatselijk zeer zeldzame soort, aan de grens van een verspreidingsgebied | Individuen (overwintering) | 1-5 | 1-3 | + | + | + |
ATL | 1303 | Kleine hoefijzerneus (Rhinolophus hipposideros) | Geen populatie ervan in Atlantisch Wallonië | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing |
ATL | 1134 | Bittervoorn (Rhodeus sericeus amarus) | Weinig bekende en moeilijk te studeren soort | Mazen 10 x 10 km | OG | OG | = | OG | OG |
ATL | 1166 | Kamsalamander (Triturus cristatus) | Nog steeds verspreide maar aanzienlijk achteruitgaande soort | Mazen 1 x 1 km | 59 | 22 | = | + 20 | + |
ATL | 1032 | Bataafse stroommossel (Unio crassus) | Marginale soort of te onvoldoende gegevens | Mazen 1 x 1 km | 20 | 15 | = | + 1 | + |
ATL | 1016 | Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana) | Weinig bestudeerde soort | m2 | 161 000 | 129 000 | = | + 100 000 | + |
CONT. | 1308 | Mopsvleermuis (Barbastella barbastellus) | Ontwikkelende populatie in de centrale Ardennen. Waarschijnlijk uit een andere gebied verdwenen. Misschien nog niet goed opgespoord. | Individuen (overwintering) | 10-15 | 10-15 | + | + | + |
CONT. | 1193 | Geelbuikvuurpad (Bombina variegata) | Soorten waarvan de meerderheid van de Waalse populaties vanaf relicten van een een plaatselijke populatie opnieuw zijn geïntroduceerd | Volgroeide individuen | 150-300 | 50-100 | + | + 1 000 | + |
CONT. | 1882 | Zware dreps (Bromus grossus) | Achteruigaande soort | Mazen 1 x 1 km | 8 | 0 | + | + 25 | + |
CONT. | 1078 | Spaanse vlag (Callimorpha quadripunctaria) | Meer bekende soort, misschien in uitbreiding in continentale regio | Mazen 1 x 1 km | 423 | 170 | = | = | = |
CONT. | 1337 | Europese Bever (Castor fiber) | Gunstige ontwikkeling in continentale regio | Individuen | 1 000-1 200 | 700-800 | = | = | = |
CONT. | 1088 | Heldenbok (Cerambyx cerdo) | Soort in staat van vestiging | Mazen 1 x 1 km | 2 | 2 | + | = | = |
CONT. | 1149 | Kleine modderkruiper (Cobitis taenia) | Zeer gelokaliseerde, weinig bekende en moeilijk te studeren soort | Mazen 10 x 10 km | 2 | 2 | = | OG | |
CONT. | 1044 | Mercuurwaterjuffer (Coenagrion mercuriale) | Onzekere ontwikkeling in continentale regio | Mazen 1 x 1 km | 26 | 26 | = | + 5 | + |
CONT. | 1163 | Rivierdonderpad (Cottus gobio) | Gunstige ontwikkeling van de soort in continentale regio | Mazen 10 x 10 km | 118 | 70-90 | = | = | OG |
CONT. | 1381 | Dicranum viride (Dicranum viride) | Soort beschouwd als uitgestorven bij de laatste rapportering | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing |
CONT. | 1393 | Geel schorpioenmos (Hamatocaulis vernicosus) | Zeer beperkte populaties | Mazen 1 x 1 km | 2 | 2 | + | + 2 | + |
CONT. | 1074 | Bosrandspinner (Eriogaster catax) | Zeer zaldzame en niet bekende soort in Wallonië | Mazen 1 x 1 km | 0-4 | 0-4 | + | + 2 | + |
CONT. | 1065 | Moerasparelmoervlinder (Euphydryas aurinia) | Achteruitgaande soort | Mazen 1 x 1 km | 42 | 42 | + | + 10 | + |
CONT. | 1096 | Beekprik (Lampetra planeri) | Gunstige ontwikkeling van de soort in continentale regio | Mazen 10 x 10 km | 88 | 70-90 | = | = | OG |
CONT. | 1042 | Gevlekte witsnuitlibel (Leucorhinia pectoralis) | Recente koloniserende soort | Mazen 1 x 1 km | 4-27 | 4-27 | = | + 5 | + |
CONT. | 1083 | Vliegend hert (Lucanus cervus) | Weinig bestudeerde soort | Mazen 1 x 1 km | 33 | 15 | OG | + 10 | + |
CONT. | 1831 | Drijvende waterweegbree (Luronium natans) | Enig habitat in continentale regio | Mazen 1 x 1 km | 1 | 0 | + | + 10 | + |
CONT. | 1355 | Otter (Lutra lutra) | Bijna uitgestorven soort in continentale regio | Individuen | 1-50 | 1-50 | + | + | + |
CONT. | 1060 | Grote vuurvlinder (Lycaena dispar) | Populaties in uitbreiding in continentale regio | Mazen 1 x 1 km | 120 | 70-90 | = | = | + |
CONT. | 4038 | Blauwe vuurvlinder (Lycaena helle) | Daling van de populaties | Mazen 1 x 1 km | 426 | 320 | + | + 50 | + |
CONT. | 1029 | Beekparelmossel (Margaritifera margaritifera) | Zeer beperkte en achteruitgaande populaties | Individuen | 2 000 | 1 970 | = | = | + |
CONT. | 1323 | Bechsteins vleermuis (Myotis bechsteini) | Onbekende soort. Komt meer voor dan uit tellingen blijkt. | Individuen | 1 700-5 000 | 1 500-5 000 | = | + | + |
CONT. | 1318 | Meervleermuis (Myotis dasycneme) | Geen bekende voorplantingskolonie in Wallonië - Uitsluitend trekkende en overwinterende soort. | Individuen (overwintering) | 45-100 | 20-50 | = | + | + |
CONT. | 1321 | Ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus) | Kwetsbare soort ondanks toenemende populaties. | Individuen | 2 000-4 000 | 400-800 | = | + | + |
CONT. | 1324 | Vale vleermuis (Myotis myotis) | Weinig voorkomende maar verspreide soort. Plaatselijk lichte toename. | Individuen | 1 250-2 500 | 650-1 250 | = | + | + |
CONT. | 1041 | Bronslibel (Oxygastra curtisii) | Beperkte maar stabiele populaties. | 37 | 33 | = | = | + | |
CONT. | 1304 | Grote hoefijzerneus (Rhinolophus ferrumequinum) | Kwetsbare soort ondanks toenemende populaties. | Individuen | 500-1 000 | 250-500 | = | + | + |
CONT. | 1303 | Kleine hoefijzerneus (Rhinolophus hipposideros) | Zeldzame, gelokaliseerde en gevoelige soorten. | Individuen | 300-375 | 270-330 | = | + | + |
CONT | 1134 | Bittervoorn (Rhodeus sericeus amarus) | Weinig bekende en moeilijk te studeren soort | Mazen 10 x 10 km | 16 | 7-9 | + | OG | OG |
CONT | 1421 | Trichomanes speciosum (Trichomanes speciosum) | Weinig bestudeerde en geregistreerde soort | Mazen 1 x 1 km | 21 | 18 | = | = | = |
CONT | 1166 | Kamsalamander (Triturus cristatus) | Nog steeds verspreide soort maar geconfronteerd met een aanzienlijke vermindering | Mazen 1 x 1 km | 90 | 49 | = | + 20 | + |
CONT | 1032 | Bataafse stroommossel (Unio crassus) | Precieze omvang onbekend maar aanzienlijke daling van de populaties | Mazen 1 x 1 km | 547 | 476 | = | + 30 | + |
CONT | 1016 | Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana) | Weinig bestudeerde soort | m2 | 106 000 | 84 000 | OG | + 40 000 | + |
Nederlandse naam | Latijnse naam | Situatie 2015 Nestbouwers/overwinteraars/trekkers | Huidige pop. WG | Pop. Natura 2000 | ID Gebied | Kwantitatieve ID Pop. Natura 2000 | ID Habitat Natura 2000 |
Parelduiker | Gavia arctica | Aanwezig in migratiehalte | Overvliegen onregelmatig, enkelingen | = | = | = | |
Roodkeelduiker | Gavia stellata | Aanwezig in migratiehalte | Overvliegen onregelmatig, enkelingen | + | = | = | |
Roerdomp | Botaurus stellaris | Nestbouwer | 0-1 | 0-1 | = | +3 | + |
Roerdomp | Botaurus stellaris | Overwinteraar | 15 | 10 | = | = | + |
Wousaapje | Ixobrychus minutus | Nestbouwer | 5-8 | 5-8 | = | + 5-7 | + |
Kwak | Nycticorax nycticorax | Nestbouwer | 5-10 | 5-10 | = | = | + |
Grote zilverreiger | Egretta alba | Nestbouwer | 1-2 | 1-2 | = | + 5 | + |
Grote zilverreiger | Egretta alba | Overwinteraar | OG | OG | = | = | = |
Kleine zilverreiger | Egretta garzetta | Nestbouwer | 15-25 | 15-25 | = | = | + |
Kleine zilverreiger | Egretta garzetta | Overwinteraar | 15-30 | 15-30 | = | = | + |
Purperreiger | Ardea purpurea | Aanwezig in migratiehalte | Overvliegen onregelmatig, enkelingen | = | = | = | |
Ooievaar | Ciconia ciconia | Nestbouwer | 0-1 | = | = | = | |
Zwarte ooievaar | Ciconia nigra | Nestbouwer | 75-95 | 42-53 | = | = | = |
Lepelaar | Platalea leucorodia | Aanwezig in migratiehalte | Overvliegen onregelmatig, enkelingen of kleine groepen (<10) | = | = | + | |
Wilde zwaan | Cygnus cygnus | Overwinteraar | 10-12 | 2-6 | = | + 5 | + |
Kleine zwaan | Cygnus bewickii | Overwinteraar | 5-15 | 5-15 | = | + 10-20 | + |
Nonnetje | Mergus albellus | Overwinteraar | 10-125 | 1-10 | = | = | = |
Wespendief | Pernis apivorus | Nestbouwer | 630-970 | 215-340 | = | = | = |
Zwarte wouw | Milvus migrans | Nestbouwer | 55-65 | 11-13 | = | = | = |
Rode wouw | Milvus milvus | Nestbouwer | 150-180 | 20-24 | = | = | = |
Bruine kiekendief | Circus aeruginosus | Overwinteraar | OG | OG | = | = | = |
Bruine kiekendief | Circus aeruginosus | Nestbouwer | 6-14 | 1-6 | = | + 5 | + |
Blauwe kiekendief | Circus cyaneus | Overwinteraar | OG | OG | = | = | = |
Blauwe kiekendief | Circus cyaneus | Nestbouwer | 1 tot 4 | 0 | = | 0 | 0 |
Grauwe kiekendief | Circus pygargus | Nestbouwer | 3-7 | 0 | = | 0 | 0 |
Visarend | Pandion haliaetus | Aanwezig in migratiehalte | OG | OG | = | = | = |
Smelleken | Falco columbarius | Aanwezig in migratiehalte | OG | OG | = | = | = |
Slechtvalk | Falco peregrinus | Nestbouwer | 28-39 | 7-12 | = | = | = |
Korhoen | Tetrao tetrix | Nestbouwer | 8-21 | 8-21 | + | + 25 | + |
hazelhoen | Bonasa bonasia | Nestbouwer | 0-50 | OG | + | + | + |
Porseleinhoen | Porzana porzana | Nestbouwer | OG | OG | = | + | = |
Kwartelkoning | Crex crex | Nestbouwer | 1-10 | 0-10 | + | +10 | + |
Kraanvogel | Grus grus | Enkel overvliegen | Niet van toepassing (trekker zonder regelmatige rustplaats) | = | = | = | |
Steltkluut | Himantopus himantopus | Enkel overvliegen | Overvliegen onregelmatig, enkelingen | = | + | = | |
Kluut | Recurvirostra avosetta | Nestbouwer | 1-3 | 0-1 | = | = | = |
Goudplevier | Pluvialis apricaria | Overwinteraar | OG | OG | = | + | = |
Morinelplevier | Charadrius morinellus | Aanwezig in migratiehalte | >50 | 0-5 | = | = | = |
Kemphaan | Philomachus pugnax | Aanwezig in migratiehalte | Niet van toepassing (trekker zonder regelmatige rustplaats) | = | = | = | |
Bosruiter | Tringa glareola | Aanwezig in migratiehalte | Niet van toepassing (trekker zonder regelmatige rustplaats) | = | = | = | |
Zwartkopmeeuw | Larus melanocephalus | Nestbouwer | 1-10 | 1-10 | = | + 10 | = |
Visdief | Sterna hirundo | Nestbouwer | 1-2 | 1-2 | = | + 15 | = |
Dwergstern | Sterna albifrons | Aanwezig in migratiehalte | Overvliegen onregelmatig, enkelingen | = | = | = | |
Zwarte stern | Chlidonias niger | Aanwezig in migratiehalte | Overvliegen regelmatig, enkelingen of kleine groepen | = | = | = | |
Witwangstern | Chlidonias hybridus | Aanwezig in migratiehalte | Overvliegen onregelmatig, enkelingen | = | = | = | |
Oehoe | Bubo bubo | Nestbouwer | 80-85 | 12-15 | = | = | = |
Velduil | Asio flammeus | Overwinteraar | OG | 0 | = | 0 | 0 |
Velduil | Asio flammeus | Nestbouwer | OG | 0 | = | = | = |
Ruigpootuil | Aegolius funereus | Nestbouwer | 1-40 | 0-40 | = | + 20 | = |
Nachtzwaluw van Europa | Caprimulgus europaeus | Nestbouwer | 20-50 | 14-35 | = | + 80 | + |
Ijsvogel | Alcedo atthis | Nestbouwer | 100-450 | 35-158 | = | + 100 | = |
Grijskopspecht | Picus canus | Nestbouwer | < 10 | 5 | = | + 10 | 0 |
Middelste bonte specht | Dendrocopos medius | Nestbouwer | 4 200 | 2 625 | = | = | = |
Zwarte specht | Dryocopus martius | Nestbouwer | 920-1 400 | 430-650 | = | = | = |
Boomleeuwerik | Lullula arborea | Nestbouwer | 200 | 80 | = | + 100 | + |
Duinpieper | Anthus campestris | Aanwezig in migratiehalte | Niet van toepassing (trekker zonder regelmatige rustplaats) | = | = | = | |
Blauwborst | Luscinia svecica | Nestbouwer | 500-600 | 175-245 | = | = | = |
Grauwe klauwier | Lanius collurio | Nestbouwer | 4 000-5 000 | 1 400-1 800 | = | + 500 | + |
Ortolaan | Emberiza hortulana | Aanwezig in migratiehalte | Niet van toepassing (trekker zonder regelmatige rustplaats) | = | = | = | |
Wintertaling | Anas crecca | Nestbouwer | 0-2 | 0-2 | = | + 10 | + |
Wintertaling | Anas crecca | Overwinteraar | 900-2 700 | OG | = | = | = |
Zomertaling | Anas querquedula | Nestbouwer | 0-3 | 0-3 | = | + 10 | + |
Watersnip | Gallinago gallinago | Nestbouwer | 0-1 | 0-1 | + | +2 | + |
Watersnip | Gallinago gallinago | Overwinteraar | OG | OG | = | = | = |
Draaihals | Jynx torquilla | Nestbouwer | 45-58 | 24-32 | = | = | = |
Paapje | Saxicola rubetra | Nestbouwer | 150-200 | 150-170 | + | + 50 | + |
Tapuit | Oenanthe oenanthe | Aanwezig in migratiehalte | Overvliegen regelmatig, enkelingen of kleine groepen | = | = | = | |
Snor | Locustella luscinioides | Nestbouwer | 1-7 | 5 | = | + 10 | + |
Rietzanger | Acrocephalus schoenobaenus | Nestbouwer | 110-140 | 115 | + | + 10 | = |
Grote karekiet | Acrocephalus arundinaceus | Nestbouwer | 0-2 | 0-2 | + | + 2 | + |
Roodkopklauwier | Lanius senator | Nestbouwer | 0-1 | 0-1 | = | = | = |
Klapekster | Lanius excubitor | Nestbouwer | 90-110 | 15-50 | + | + 100 | + |
Bokje | Lymnocryptes minimus | Overwinteraar | OG | OG | = | = | = |
Oeverzwaluw | Riparia riparia | Nestbouwer | 1 700-3 000 | 1 020-1 800 | + | = | + |