20 OKTOBER 2016. - Decreet tot beperking van de pachtprijzen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-10-2016 en tekstbijwerking tot 08-11-2019)
Art. 1-3, 3/1, 4, 4/1, 4/2, 5-13
2016027319 2016027320 2016206355 2017200168 2018206180 2019015733 2020016307 2022034804
Artikel 1. § 1. De maximale pachtprijs van een in pacht gegeven grond is zijn niet-geïndexeerd kadastraal inkomen, vermenigvuldigd met een coëfficiënt.
De maximale pachtprijs van een in pacht gegeven gebouw is zijn niet-geïndexeerd kadastraal inkomen, vermenigvuldigd met een coëfficiënt.
§ 2. Verhogingen van het kadastraal inkomen wegens door de pachter op het gepachte goed opgerichte gebouwen of uitgevoerde werken, oefenen geen invloed uit op de maximale pachtprijs.
Art.2. § 1. In het jaar van inwerkingtreding van dit decreet stelt de Regering voor elke landbouwstreek de coëfficiënten, bedoeld in artikel 1, § 1, vast volgens een methode die zij bepaalt op basis van de gemiddelde coëfficiënten van de pachtprijzen voor elke landbouwstreek.
De Regering bepaalt voor het overige de landbouwstreken, bedoeld in het eerste lid, door rekening te houden met homogene landbouwzones.
§ 2. Jaarlijks stelt de Regering de coëfficiënten, bedoeld in artikel 1, § 1, bij volgens een door haar bepaalde methode om rekening te houden met de evolutie :
1° voor vijftig percent, van het inkomen uit de landarbeid per hectare voor elke landbouwstreek;
2° voor vijftig percent, van een index gebaseerd op het indexcijfer der consumptieprijzen.
Het inkomen uit de landarbeid per hectare, bedoeld in het eerste lid, is het gemiddeld jaarinkomen van de bedrijven, berekend volgens een door de Regering bepaalde methode, waarbij rekening gehouden wordt met het verslag van het Farm Accountancy Data Network.
De Regering kan een percentage bepalen met een boven- en ondergrens buiten welke de coëfficiënt niet kan treden.
Art.3. De Regering bepaalt de datum waarop de coëfficiënten, bedoeld in artikel 1, § 1, in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt worden.
Daarnaast kan de Regering nog in een andere bekendmakingswijze voorzien.
Bedoelde coëfficiënten gelden voor de pachtprijzen die vervallen in de loop het kalenderjaar, volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art.3/1. [1 § 1. De maximale pachtprijs kan in volgende gevallen en verhoudingen verhoogd worden:
1° wanneer de pachtovereenkomst, tot stand gekomen via een authentieke akte, een eerste achttienjarige gebruiksperiode vaststelt, kan de pachtprijs, vastgesteld overeenkomstig artikel 1, § 1, lid 1, verhoogd worden met zesendertig percent en de pachtprijs, vastgesteld overeenkomstig artikel 1, § 1, lid 2, kan verhoogd worden met achttien percent;
2° wanneer de pachtovereenkomst, tot stand gekomen via een authentieke akte, een eerste éénentwintigjarige gebruiksperiode vaststelt, kan de pachtprijs, vastgesteld overeenkomstig artikel 1, § 1, lid 1, verhoogd worden met tweeënveertig percent en de pachtprijs, vastgesteld overeenkomstig artikel 1, § 1, lid 2, kan verhoogd worden met eenentwintig percent;
3° wanneer de pachtovereenkomst, tot stand gekomen via een authentieke akte, een eerste vierentwintigjarige gebruiksperiode vaststelt, kan de pachtprijs, vastgesteld overeenkomstig artikel 1, § 1, lid 1, verhoogd worden met achtenveertig percent en de pachtprijs, vastgesteld overeenkomstig artikel 1, § 1, lid 2, kan verhoogd worden met vierentwintig percent;
4° wanneer de pachtovereenkomst, tot stand gekomen via een authentieke akte, een eerste vijfentwintigjarige gebruiksperiode of meer vaststelt, kan de pachtprijs, vastgesteld overeenkomstig artikel 1, § 1, lid 1 verhoogd worden met vijftig percent en de pachtprijs, vastgesteld overeenkomstig artikel 1, § 1, lid 2, kan verhoogd worden met vijfentwintig percent. Wanneer de pachtovereenkomst na de eerste zevenentwintigjarige periode wordt voortgezet, blijven de verhogingen van toepassing voor de latere verlengingen bedoeld in artikel 8, § 2, van afdeling 3 ("Regels betreffende de pacht in het bijzonder") van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, hierna de pachtwet genoemd.
Na de hierboven vermelde eerste gebruiksperiode gaat de maximale pachtprijs terug naar het niveau vastgesteld op basis van artikel 1, § 1. Als hij evenwel wordt afgesloten na een eerste gebruiksperiode waarvan de duur beoogd wordt in lid 1 en zonder onderbreking tussen dezelfde partijen een eindeloopbaanpacht in de zin van artikel 8, § 5, van de pachtwet, kan de maximale pachtprijs in dezelfde verhouding als voorheen verhoogd worden.
§ 2. Buiten de gevallen om, bedoeld in paragraaf 1, kan de maximale pachtprijs in volgende gevallen en verhoudingen verhoogd worden:
1° twintig percent zowel voor het land als voor de gebouwen wanneer de pachtovereenkomst in een derde negenjarige periode treedt;
2° dertig percent zowel voor het land als voor de gebouwen wanneer de pachtovereenkomst in een vierde negenjarige periode treedt.
§ 3. De maximale pachtprijs kan met vijftig percent verhoogd worden voor het land, en met vijfentwintig percent voor de gebouwen als de pachtovereenkomst een loopbaanpacht is overeenkomstig artikel 8, § 3, afdeling 3 ("Regels betreffende de pacht in het bijzonder") van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-05-02/90, art. 48, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.4.De verpachter of de pachter kan om de herziening van de pachtprijs van een lopende pachtovereenkomst verzoeken op de basis, vastgesteld in artikel 1 van dit decreet en [1 in de artikelen 1 en 3/1]1.
Wanneer de pachter om de herziening van de pachtprijs van een lopende pachtovereenkomst verzoekt waarvan het bedrag het toegelaten maximum overschrijdt, is de pacht niet nietig, maar de pachtprijs wordt teruggebracht tot het bedrag vastgesteld overeenkomstig [1 de artikelen 1 en 3/1]1.
Het verzoek van de pachter tot herziening van de pachtprijs heeft enkel uitwerking voor de pachtprijzen die vervallen na de datum van kennisgeving, per aangetekend schrijven, van de aanpassing van de pachtprijs.
Voor zover ze het wettelijk percentage overschrijden, worden de pachtprijzen op diens verzoek aan de pachter terugbetaald. Die terugbetaling is evenwel enkel van toepassing op de vervallen pachtprijzen die betaald zijn in de vijf laatste jaren voorafgaand aan bedoeld verzoek. De vordering van de pachter tot terugbetaling van die sommen verjaart na één jaar te rekenen van de dag waarop hij het gehuurde goed verlaat.
----------
(1)<DWG 2019-05-02/90, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.4/1. [1 De bepalingen van dit decreet zijn van toepassing op:
1° de retributies verschuldigd wegens concessies, gegeven door de overheid en met als doel het genot of de exploitatie van een landeigendom;
2° de retributies geïnd voor het ter beschikking stellen van de gemeentegoederen zoals opgenomen in artikel 542 van het Burgerlijk Wetboek, daaronder inbegrepen de gerooide gemeentearealen als ze het genot of de exploitatie van een landeigendom tot doel hebben.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-05-02/90, art. 50, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.4/2. [1 Dit decreet is ondanks alle andersluidende bepalingen van de artikelen 3, 17, 18 en 19 van afdeling 3 ("Regels betreffende de pacht in het bijzonder") van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-05-02/90, art. 51, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.5. Artikel 1 van de wet van 4 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen, gewijzigd bij de wet van 7 november 1988, wordt opgeheven.
Art.6. Artikel 2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 november 1988, wordt opgeheven.
Art.7. Artikel 3 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 10 maart 1983 en 7 november 1988, wordt opgeheven.
Art.8. In artikel 4 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 november 1988, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, lid 1, worden de woorden " overeenkomstig artikel 2 " vervangen door de woorden " overeenkomstig artikel 1, § 1, van het decreet van 20 oktober 2016 tot beperking van de pachtprijzen ";
2° in paragraaf 1, lid 1, worden de woorden " overeenkomstig artikel 3 " vervangen door de woorden " overeenkomstig artikel 1, § 1,van het decreet van 20 oktober 2016 tot beperking van de pachtprijzen ";
3° in paragraaf 1, lid 4, worden de woorden " overeenkomstig de artikelen 2 en 3 " vervangen door de woorden " op grond van artikel 1, § 1, van het decreet van 20 oktober 2016 tot beperking van de pachtprijzen ";
4° in paragraaf 2 worden de woorden " overeenkomstig artikel 2 " vervangen door de woorden " overeenkomstig artikel 1, § 1, lid 1, van het decreet van 20 oktober 2016 tot beperking van de pachtprijzen ";
5° in paragraaf 2 worden de woorden " overeenkomstig artikel 3 " vervangen door de woorden " overeenkomstig artikel 1, § 1, lid 2, van het decreet van 20 oktober 2016 tot beperking van de pachtprijzen ".
Art.9. Artikel 4 bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 7 november 1988, wordt opgeheven.
Art.10. Artikel 5 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 november 1988, wordt opgeheven.
Art.11. In artikel 6 van dezelfde wet worden de woorden " van deze wet " vervangen door de woorden " van het decreet van 20 oktober 2016 tot beperking van de pachtprijzen en artikel 4 van deze wet ".
Art.12. In artikel 7 van dezelfde wet worden de woorden " van deze wet " vervangen door de woorden " van het decreet van 20 oktober 2016 tot beperking van de pachtprijzen en artikel 4 van deze wet ".
Art. 13. De wet van 4 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen blijft van toepassing voor de pachtprijzen die vervallen voor de bekendmaking bedoeld in artikel 3.