Details





Titel:

8 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een verplichting tot uitvoering van energie-audits overeenkomstig het decreet van 9 december 1993 betreffende de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-10-2016 en tekstbijwerking tot 08-06-2021)



Inhoudstafel:


Art. 1-11
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2021202745 



Artikels:

Artikel 1. Artikel 8, 4 tot 7, van Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van de Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG wordt omgezet bij dit besluit.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het decreet van 9 december 1993 : het decreet van 9 december 1993 betreffende de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën;
  2° een grote onderneming : een onderneming in de zin van artikel 1, 5°, van het decreet van 9 december 1993 in de zin van de begripsomschrijving van artikel 2, 24, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
  3° eindenergie : energie gefactureerd aan een onderneming door een leverancier en de energie geproduceerd door een onderneming voor eigen gebruik;
  4° de Minister : de Minister die voor Energie bevoegd is.

Art.3. Minstens om de vier jaar moeten de grote ondernemingen:
  1° een evenredige, representatieve en rendabele energie-audit uitvoeren;
  2° een energie-auditverslag in overeenstemming met bijlage 1 overmaken;
  3° de energie-audit tijdens tien jaar behouden.
  Bij bijzondere of buitengewone omstandigheden kan de Minister, of zijn afgevaardigde, een verlenging van de termijn toekennen als :
  1° de aanvraag schriftelijk wordt gedaan en speciaal gemotiveerd is;
  2° de aanvraag tot verlenging van de termijn binnen de aanvankelijke termijn van vier jaar ingediend is;
  3° de verlenging voor maximum vier jaar wordt toegekend.
  Vanaf de ontvangst van de aanvraag tot verlenging, geeft de Minister, of zijn afgevaardigde, de aanvrager kennis van:
  1° een bericht van ontvangst binnen tien dagen;
  2° zijn gemotiveerde beslissing binnen zestig dagen.

Art.4. Het evenredige karakter van de energie-audit moet worden verstaan in de zin van artikel 3 als het eindenergieverbruik van de activiteiten van de grote onderneming in het Waalse Gewest minstens twintig procent van het Belgische eindenergieverbruik van de grote onderneming bedraagt. In voorkomend geval wordt een energie-audit niet vereist in het Waalse Gewest.
  Het representatieve karakter van de energie-audit moet worden verstaan in de zin van artikel 3 als de audit betrekking heeft op minstens tachtig procent van het eindenergieverbuik van de onderneming in het Waalse Gewest.
  Het rendabele karakter van de energie-audit moet worden verstaan in de zin van artikel 3 indien de kosten van de energie-audit en van de in de energie-audit geïdentificeerde investeringen, waarvan de gewone terugverdientijd inzake investeringen korter dan of gelijk aan vijf jaar is, kleiner zijn dan of gelijk zijn aan het desbetreffend bespaard bedrag tijdens vijf jaar. Als een gebrek aan rendabiliteit wordt vastgesteld bij een energie-audit, wordt de grote onderneming dan vrijgesteld van de verplichting tot energie-audit voor de volgende vervaldag.

Art.5. § 1. De energie-audit voldoet aan de voorschriften van de globale energie-audit bedoeld in de hoofstukken I en II en in bijlage 2 bij het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2014 tot toekenning van toelagen aan de ondernemingen en aan de representatieve instellingen van ondernemingen ter verbetering van de energetische efficiëntie en ter bevordering van een rationeler gebruik van de energie in de privé-sector (AMURE), hierna " het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2014 " genoemd.
  De controle- en strafregeling van de energieauditeurs opgenomen in de hoofdstukken III en IV van het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2014 is van toepassing op de opdrachten die ze vervullen ter uitvoering van dit besluit.
  § 2. In afwijking van paragraaf 1 kan de energie-audit, als hij enkel betrekking heeft op gebouwen en hun uitrusting, ook worden uitgevoerd met inachtneming van de voorschriften van de energie-audit bedoeld in artikel 1, § 2, 9°, en in bijlage 2 van het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie en een rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) beogen, hierna " het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 " genoemd.
  De controle- en strafregeling van de energieauditeurs opgenomen in hoofdstuk VI van het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 is van toepassing op de opdrachten die ze vervullen ter uitvoering van dit besluit.

Art.6.§ 1. Een grote onderneming die een energie- of een milieubeheersysteem toepast dat door een onafhankelijk orgaan volgens de relevante Europese of internationale normen is gecertificeerd, wordt geacht te voldoen aan de verplichting tot uitvoering van energie-audits, als :
  1° het energie- of een milieubeheersysteem in een energie-audit voorziet die met bijlage 1 van het decreet van 9 december 1993 overeenstemt;
  2° het eindenergieverbruik van de geauditeerde activiteiten in het kader van het beheersysteem minstens [1 tachtig procent]1 van het eindenergieverbruik van de onderneming in het Waalse Gewest bedraagt;
  3° de grote onderneming sinds vier maanden over een geldig certificaat beschikt;
  4° de grote onderneming houdt gedurende tien jaar de beschikbare gegevens van de laatste uitgevoerde audit ter beschikking van de Minister of zijn afgevaardigde;
  5° de onderneming levert het bewijs van de naleving van de voorwaarden bedoeld in de punten 1°, 2°, 3° en 4°, door om de vier jaar een formulier dat overeenstemt met bijlage 2 over te maken aan de Minister of zijn afgevaardigde.
  § 2. Een grote onderneming die partij is bij een milieu-overeenkomst in de zin van artikel D.82 van het Milieuwetboek betreffende de vermindering van de specifieke broeikasgasemissies en de verbetering van de energie-efficiëntie wordt geacht te voldoen aan de verplichting tot uitvoering van energie-audits van artikel 3, als:
  1° het eindenergieverbruik van de geauditeerde activiteiten in het kader van een milieu-overeenkomst in de zin van artikel D.82 van het Milieuwetboek betreffende de vermindering van de specifieke broeikasgasemissies en de verbetering van de energie-efficiëntie minstens [1 tachtig procent]1 van het eindenergieverbruik van de onderneming in het Waalse Gewest bedraagt;
  2° de grote onderneming gedurende tien jaar de beschikbare gegevens van de laatste uitgevoerde audit ter beschikking houdt van de Minister of zijn afgevaardigde;
  3° de grote onderneming sinds meer dan vier jaar niet uit de milieu-overeenkomst is getreden;
  4° de onderneming het bewijs levert van de naleving van de voorwaarden bedoeld in de punten 1°, 2° en 3°, door om de vier jaar een formulier dat overeenstemt met bijlage 3 over te maken aan de Minister of zijn afgevaardigde.
  ----------
  (1)<BWG 2021-05-27/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 18-06-2021>

Art.7. De niet-mededeling van het energie-auditverslag dat overeenstemt met bijlage 1 of van het formulier dat overeenstemt met bijlage 2 of 3 op de vervaldatum wordt gestraft met een administratieve boete van 250 euro per begonnen week vertraging. Vanaf één jaar vertraging wordt de onderneming gestraft met een boete van 20.000 euro.
  De mededeling van het auditverslag dat overeenstemt met bijlage 1 of van het formulier dat overeenstemt met bijlage 2 of 3 met onjuiste gegevens wordt gestraft met een administratieve boete van 250 euro. De onderneming wordt dan verzocht de overtreding te herstellen door de onjuiste gegevens binnen de maand te verbeteren. Na deze termijn wordt de onderneming gestraft met een boete van 250 euro per begonnen week vertraging tot de verbetering van de onjuiste gegevens. Vanaf één jaar vertraging wordt de onderneming gestraft met een boete van 20.000 euro.
  De niet-mededeling, op gewoon verzoek, van het energie-auditverslag aan de ambtenaren en aangewezen personeelsleden krachtens artikel 15 van het decreet van 9 december 1993 wordt gestraft met een administratieve boete van 25.000 euro.
  Deze bedragen worden vermenigvuldigd met twee als de onderneming reeds veroordeeld is krachtens dit artikel binnen de tien jaar voorafgaand aan de vaststelling van de overtreding.

Art.8. De ambtenaren en personeelsleden bedoeld in artikel 15 van het decreet van 9 december 1993 zijn de ambtenaren en personeelsleden van niveau A en B van de Directie Bevordering Duurzame Energie van het Departement Energie en Duurzame Gebouwen van het Operationeel directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst, aangesteld voor de controle van de naleving van de toepassing van dit besluit.

Art.9. De gestrafte onderneming met een administratieve boete bedoeld bij artikel 7 kan een met redenen omkleed beroep per schrijven indienen bij de Regering, binnen dertig dagen na ontvangst van de beslissing van de Regering.
  Binnen tien dagen na ontvangst van het beroep, maakt de Regering de gestrafte onderneming die het beroep heeft ingediend, een ontvangstbewijs over, waarbij de datum van het verhoor wordt bepaald.
  Er wordt een adviescommissie opgericht, met zetel te Namen. Naast de voorzitter, die de Regering vertegenwoordigt, bestaat de adviescommissie uit twee leden voorgedragen door de Minister en uit twee leden voorgedragen door de " Conseil économique et social de Wallonie " (Sociaal-economische raad van Wallonië). De adviescommissie beraadslaagt op geldige wijze als de voorzitter en minstens twee andere leden aanwezig zijn.
  De adviescommissie verzoekt binnen vijfenvijftig dagen te rekenen vanaf de ontvangst van het beroep, de gestrafte onderneming die het beroep heeft ingediend alsook de Directie Bevordering Duurzame Energie van het Departement Energie en Duurzame Gebouwen van het Operationeel directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie om op de hoorzitting te verschijnen.
  Binnen zestig dagen te rekenen vanaf de ontvangst van het beroep, maakt de adviescommissie haar advies over aan de Regering. Bij gebreke daarvan, wordt er geen rekening mee gehouden.
  Binnen vijfenzeventig dagen na ontvangst van het beroep, maakt de Regering haar beslissing bekend bij aangetekend schrijven aan de gestrafte onderneming die het beroep heeft ingediend.
  Bij gebreke daarvan, kan de gestrafte onderneming die het beroep heeft ingediend, aan de Regering een herinneringsschrijven richten bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs.
  Bij gebreke aan zending van de beslissing van de Regering binnen dertig dagen te rekenen vanaf de ontvangst door de Regering van de zending die de herinnering inhoudt, wordt de beslissing waartegen een beroep is ingediend, bevestigd.

Art.10. Elke grote onderneming maakt een energie-audit over dat overeenstemt met bijlage 1 of een formulier dat overeenstemt met bijlage 2 of bijlage 3, voor het eerst uiterlijk 5 december 2016. Het energie-auditverslag of het formulier betreft een audit opgesteld vier jaar vóór die datum of een geldig certificaat sinds minder dan vier jaar vóór die datum of een milieu-overeenkomst die op deze datum geldig is.
  In afwijking van het eerste lid, maakt de grote onderneming, die de Minister of aan zijn afgevaardigde uiterlijk 5 december 2016 een bestelbon verstrekt van een energie-audit dat overeenstemt met dit besluit, vergezeld van een voorschotfactuur, het energie-auditverslag dat overeenstemt met bijlage 1 of met een formulier dat overeenstemt met bijlage 2 of met bijlage 3 voor het eerst uiterlijk 5 december 2017 over.

Art.11. De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Minimale inhoud van het energie-verslag
  Het auditverslag bedoeld in artikel 3, 2°, bevat minstens de volgende gegevens :
  1. Administratieve gegevens met betrekking tot de onderneming :
  a) Gegevens van de onderneming die aan de verplichting onderworpen is
  2. Administratieve gegevens met betrekking tot de energie-audit
  a) Gegevens van de auditeur :
  b) Gegevens van de geauditeerde technische eenheden
  c) In aanmerking genomen tussenliggend jaar voor de audit
  3. Criteria inzake representativiteit en evenredigheid van de energie-audit :
  a) Eindenergieverbruik van het Belgische tussenliggend jaar (1)
  b) Eindenergieverbruik van het Waalse tussenliggend jaar (2)
  c) Eindenergieverbruik van Waalse elektriciteit
  d) Eindenergieverbruik van het Waalse geauditeerde tussenliggend jaar (3)
  e) Criterium inzake evenredigheid : (2)/(1) >of= 20 %
  f) Criterium inzake representativiteit : (3)/(2) >of= 80 %
  4. Criterium inzake de rentabiliteit van de energie-audit :
  a) Potentieel aan finale energie-besparing van de verbeteringspistes waarvoor de technologie beschikbaar is, waarvan de haalbaarheid vaststaat en waarvan de gewone terugverdientijd inzake investeringen korter is dan 5 jaar
  b) Kostprijs van de audit (1)
  c) Kostprijs van de investeringen van de verbeteringspistes die in de audit geïdentificeerd worden waarvoor de technologie beschikbaar is, de haalbaarheid vaststaat en waarvan de gewone terugverdientijd inzake investeringen korter is dan 5 jaar (2)
  d) Gespaard bedrag uit de verwezenlijking van de verbeteringspistes die in de audit geïdentificeerd worden waarvoor de technologie beschikbaar is, de haalbaarheid vaststaat en waarvan de gewone terugverdientijd inzake investeringen korter is dan 5 jaar, tijdens 5 jaar (3)
  e) Rentabiliteit = (1) + (2)   De Minister kan de minimale inhoud van het energie-auditverslag wijzigen of aanvullen.  Art. N2. Bijlage 2. - Minimale inhoud van het formulier voor de grote ondernemingen die een energie- of een milieubeheersysteem toepassen  Het formulier bedoeld in artikel 6, 1, 5°, bevat minstens de volgende gegevens :  1. Administratieve gegevens met betrekking tot de onderneming :  a) Gegevens van de onderneming :  2. Administratieve gegevens met betrekking tot de energie-audit :  a) Gegevens van de energieauditeur  b) Gegevens van de geauditeerde technische eenheden  c) In aanmerking genomen overgangsjaar voor de audit  3. Administratieve gegevens met betrekking tot het beheersysteem :  a) Gegevens van het onafhankelijk orgaan dat het beheersysteem van de onderneming heeft toegepast  b) Datum waarop het certificaat wordt verkregen  c) Datum van de laatste controle in de onderneming  4. Criteria inzake representativiteit en evenredigheid van de energie-audit :  a) Eindenergieverbruik van het Belgische tussenliggend jaar (1)  b) Eindenergieverbruik van het Waalse tussenliggend jaar (2)  c) Eindenergieverbruik van Waalse elektriciteit  d) Eindenergieverbruik van het Waalse geauditeerde tussenliggend jaar (3)  e) Criteria inzake evenredigheid : (2)/(1) >of= 20 %  f) Criterium inzake representativiteit : (3)/(2) >of= 60 %  5. Criterium inzake de rentabiliteit van de energie-audit :  a) Potentieel aan finale energie-besparing van de verbeteringspistes die in de audit geïdentificeerd worden waarvoor de technologie beschikbaar is, waarvan de haalbaarheid vaststaat is en waarvan de gewone terugverdientijd inzake investeringen korter is dan 5 jaar  b) Kostprijs van de audit (1)  c) Kostprijs van de investeringen van de verbeteringspistes die in de audit geïdentificeerd worden waarvoor de technologie beschikbaar is, de haalbaarheid vaststaat is en waarvan de gewone terugverdientijd inzake investeringen korter is dan 5 jaar (2)  d) Gespaard bedrag uit de verwezenlijking van de verbeteringspistes die in de audit geïdentificeerd worden waarvoor de technologie beschikbaar is, de haalbaarheid vaststaat is en waarvan de gewone terugverdientijd inzake investeringen korter is dan 5 jaar, tijdens 5 jaar (3)  e) Rentabiliteit = (1) + (2)   De Minister kan de minimale inhoud van het formulier wijzigen of aanvullen.  Art. N3. Bijlage 3. - Minimale inhoud van het formulier voor de grote ondernemingen die partij zijn bij een milieu-overeenkomst  Het formulier bedoeld in artikel 6, § 2, 3°, bevat minstens de volgende gegevens :  1. Administratieve gegevens met betrekking tot de onderneming :  a) Gegevens van de onderneming  2. Administratieve gegevens met betrekking tot de energie-audit :  a) Gegevens van de energieauditeur  b) Gegevens van de geauditeerde technische eenheden  c) In aanmerking genomen overgangsjaar voor de audit  3. Gegevens met betrekking tot de milieu-overeenkomst :  a) Inwerkingtreding als sectorovereenkomst  b) Datum van uittreden uit de sectorovereenkomst (in voorkomend geval)  4. Criteria inzake representativiteit en evenredigheid van de energie-audit :  a) Eindenergieverbruik van het Belgische tussenliggend jaar (1)  b) Eindenergieverbruik van het Waalse tussenliggend jaar (2)  c) Eindenergieverbruik van Waalse elektriciteit  d) Eindenergieverbruik van het Waalse geauditeerde tussenliggend jaar (3)  e) Criteria inzake evenredigheid : (2)/(1) >of= 20 %  f) Criterium inzake representativiteit : (3)/(2) >of= 60 %  5. Criterium inzake de rentabiliteit van de energie-audit :  a) Potentieel aan finale energie-besparing van de verbeteringspistes die in de audit geïdentificeerd worden waarvoor de technologie beschikbaar is, waarvan de haalbaarheid vaststaat is en waarvan de gewone terugverdientijd inzake investeringen korter is dan 5 jaar  b) Kostprijs van de audit (1)  c) Kostprijs van de investeringen van de verbeteringspistes die in de audit geïdentificeerd worden waarvoor de technologie beschikbaar is, de haalbaarheid vaststaat is en waarvan de gewone terugverdientijd inzake investeringen korter is dan 5 jaar (2)  d) Gespaard bedrag uit de verwezenlijking van de verbeteringspistes die in de audit geïdentificeerd worden waarvoor de technologie beschikbaar is, de haalbaarheid vaststaat is en waarvan de gewone terugverdientijd inzake investeringen korter is dan 5 jaar, tijdens 5 jaar (3)  e) Rentabiliteit = (1) + (2)   De Minister kan de minimale inhoud van het formulier wijzigen of aanvullen.