Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 JULI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van sommige bepalingen van de Titels XI en XIV van Boek V, tweede deel van het Waals regelgevend wetboek van sociale actie en gezondheid, betreffende de residentiële en dagopvangdiensten voor gehandicapte personen



Inhoudstafel:


Art. 1-18
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

Art.2. Artikel 1250 van het Waals reglementair wetboek van sociale Actie en gezondheid, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 3 december 2015, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 1250. Voor 2016 wordt de in artikel 1255, § 1, 2°, bedoelde aanpassingscoëfficiënt vastgelegd op honderd percent. ".

Art.3. In artikel 1252, § 1, van hetzelfde Wetboek worden het woord " school " onder punt 4° en punt 5° geschrapt.

Art.4. In hetzelfde Wetboek wordt artikel 1252, § 2, opgeheven.

Art.5. In hetzelfde Wetboek wordt artikel 1394/6 vervangen als volgt :
  " Art. 1394/6. In afwijking van artikel 1251 wordt de jaarlijkse toelage 2016 van de residentiële diensten voor jongeren aangewend voor personeelslasten naar rato van minimum tachtig percent en van minimum vier percent voor persoonsgebonden kosten.
  De perken waarbinnen de lasten in aanmerking mogen worden genomen, worden nader bepaald in de bijlagen 99 en 102. ".

Art.6. Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 1394/7, luidend als volgt :
  " Art. 1394/7. In afwijking van artikel 1253 wordt de jaarlijkse forfaitaire toelage 2016 voor de residentiële diensten voor jongeren vastgelegd op het bedrag van de toelagen ontvangen in 2014. Onder toelagen ontvangen in 2014 wordt verstaan de jaarlijkse forfaitaire toelage verhoogd met de toelagen bedoeld in de artikelen 1262 en 1263 en met de toeslag voor geldelijke anciënniteit die in mindering van de reële kost van de anciënniteit wordt gebracht.
  De jaarlijkse forfaitaire toelag wordt vermenigvuldigd met één komma nul nul achtentwintig ter compensatie van het verlies geleden door de diensten bedoeld in het eerste lid als gevolg van de afschaffing van de toelage bedoeld in artikel 1264.
  Voor dezelfde diensten, beheerd door een private inrichtende macht, wordt die jaarlijkse forfaitaire toelage met één koma nul honderd en twaalf vermenigvuldigd ter financiering van de maatregel bedoeld in artikel 1270, a). ".

Art.7. Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 1394/8, luidend als volgt :
  " Art. 1394/8. In afwijking van artikel 1257 resulteert de toeslag wegens geldelijke anciënniteit voor het jaar 2016 van de residentiële diensten voor jongeren uit de vermenigvuldiging van de jaarlijkse forfaitaire toelage bedoeld in artikel 1394/7 met het evolutiepercentage voor de anciënniteit bedoeld in bijlage 114/5. ".

Art.8. Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 1394/9, luidend als volgt :
  " Art. 1394/9. In afwijking van artikel 1261, tweede lid, wordt de toelage betreffende de nominatieve tenlasteneming van gehandicapte personen die als prioritair aangegeven worden op basis van de artikelen 1296 en 1297 in 2016, op 45.000 euro per tenlasteneming vastgelegd voor de residentiële diensten voor jongeren. ".

Art.9. Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 1394/10, luidend als volgt :
  " Art. 1394/10. In 2016 zijn de artikelen 1262, 1263 en 1264 niet van toepassing op de residentiële diensten voor jongeren. ".

Art.10. Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 1394/11, luidend als volgt :
  " Art. 1394/11. In afwijking van artikel 1270, tweede lid, worden de modaliteiten tot berekening van de toelage bedoeld in artikel 1270, eerste lid, a), in 2016 voor de residentiële diensten voor jongeren vervangen door de berekeningsmodaliteiten bedoeld in artikel 1394/7, derde lid. ".

Art.11. Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 1394/12, luidend als volgt :
  " Art. 1394/12. § 1er. In 2016 is artikel 1271 niet van toepassing op de residentiële diensten.
  § 2. Voor het jaar 2016 wordt het bedrag " 315.873,02 euro " bedoeld in artikel 1271, § 5, vervangen door het bedrag " 166.708,79 euro ". "

Art.12. Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 1394/13, luidend als volgt :
  " Art. 1394/13. In afwijking van artikel 1277, § 1, mogen de residentiële diensten voor jongeren in 2016 van de gehandicapte persoon of van diens wettelijke vertegenwoordiger een bijdrage van hoogstens 18 euro per dag aanwezigheid eisen.
  De dienst mag afwijken van de maatregel bedoeld in het eerste lid voor zover het voor betrokken maand opgeëiste bedrag niet hoger is dan twee derde van de gezinsuitkeringen van de jongere. ".

Art.13. Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 1394/14, luidend als volgt :
  " Art. 1394/14. In afwijking van artikel 1286 is de bijdrage die in 2016 door de residentiële dienst voor jongeren wordt geëist niet het voorwerp van een terugvordering door het 'AWIPH'. ".

Art.14. Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 1394/15, luidend als volgt :
  " Art. 1394/15. In afwijking van punt 1), 1°, van bijlage 99, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014, wordt de lastenverminderingscoëfficiënt die op de residentiële diensten voor jongeren wordt toegepast voor het jaar 2016 vastgelegd op de lastenverminderingscoëfficiënt die voor het jaar 2015 is berekend voor die diensten. ".

Art.15. In hetzelfde Wetboek wordt bijlage 100, zoals gewijzigd, vervangen door bijlage 1 bij dit besluit.

Art.16. In hetzelfde Wetboek wordt bijlage 114/5, zoals gewijzigd, vervangen door bijlage 2 bij dit besluit.

Art.17. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2016.

Art.18. De Minister die bevoegd is voor het gehandicaptenbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Bijlage 100 bij het Waals reglementair wetboek van sociale Actie en gezondheid
  Bijlage 100 bedoeld in artikel 1252 van het Waals reglementair wetboek van sociale actie en gezondheid
  Artikel 1. Lijst van de subsidies per tenlasteneming
  a) Door een private inrichtende macht beheerde diensten met een GB < of = 60
  Residentiële dienst voor volwassenen



  
+ 75 50 tot 75 25 tot 50 - 25
A 43.616,81 € 42.730,44 € 42.282,87 € 37.833,49 €
B 45.851,19 € 44.916,56 € 44.451,43 € 39.787,04 €
C 55.778,15 € 54.553,91 € 53.943,98 € 47.831,57 €
Artikel 1261 55.778,15 € 55.778,15 € 55.778,15 € 55.778,15 €
Residentiële nachtdienst voor volwassenen


A 19.860,09 €
B 20.514,10 €
C en artikel 1261 21.254,60 €
D 29.010,90 €
Dienst gesuperviseerde woningen


Begeleiding 14.359,53 €
b) Door een private inrichtende macht beheerde diensten met een GB> zestig
  Residentiële dienst voor volwassenen



  
+ 75 50 tot 75 25 tot 50 - 25
A 41.929,59 € 41.043,22 € 40.595,65 € 36.146,27 €
B 44.163,97 € 43.229,34 € 42.764,21 € 38.099,82 €
C 54.090,93 € 52.866,69 € 52.256,76 € 46.144,35 €
Residentiële nachtdienst voor volwassenen


A 18.172,87 €
B 18.826,88 €
C 19.567,38 €
D 27.323,68 €
Dienst gesuperviseerde woningen


Begeleiding 14.359,53 €
c) Door een openbare inrichtende macht beheerde diensten met een GB < = 60
  Residentiële dienst voor volwassenen



  
+ 75 50 tot 75 25 tot 50 - 25
A 41.050,31 € 40.231,01 € 39.817,30 € 35.704,58 €
B 43.117,09 € 42.253,17 € 41.823,24 € 37.511,78 €
C 52.375,96 € 51.244,35 € 50.680,58 € 45.030,65 €
Residentiële nachtdienst voor volwassenen


A 19.056,34 €
B 19.660,66 €
C 20.344,89 €
D 27.511,85 €
Dienst gesuperviseerde woningen


Begeleiding 13.476,96 €
d) Door een openbare inrichtende macht beheerde diensten met een GB > zestig
  Residentiële dienst voor volwassenen



  
+ 75 50 tot 75 25 tot 50 - 25
A 39.402,37 € 38.583,07 € 38.169,36 € 34.056,64 €
B 41.469,15 € 40.605,23 € 40.175,30 € 35.863,84 €
C 50.728,02 € 49.596,41 € 49.032,64 € 43.382,72 €
Residentiële nachtdienst voor volwassenen


A 17.408,40 €
B 18.012,72 €
C 18.696,95 €
D 25.863,91 €
Dienst gesuperviseerde woningen


Begeleiding 13.476,96 €
Art. 2. De in § 1 van deze bijlage bedoelde toelagen per tenlasteneming werden berekend door optelling van de volgende bedragen :
  a) Voor de andere diensten dan de diensten voor gesuperviseerde woningen
  Bedrag nr. 1 (een gemiddelde van de werkingslasten) :
  3.178,79 euro in een residentiële dienst <= zestig tenlastenemingen
  3.162,10 euro in een residentiële dienst > zestig tenlastenemingen
  Bedrag nr. 2 (een gemiddelde van de lasten van het niet-educatieve personeel) :
  Voor de diensten beheerd door een privé inrichtende macht
  8.449,35 euro in een residentiële dienst <= zestig tenlastenemingen
  6.778,82 euro in een residentiële dienst > zestig tenlastenemingen
  Deze bedragen worden verkregen door de in bijlage 109 opgenomen subsidiëringscoëfficiënten te vermenigvuldigen met de volgende gemiddelde schalen, rekening houdend met een gemiddelde geldelijke anciënniteit van tien jaar :
  27.342,86 € voor het administratieve personeel
  33.960,97 € voor de boekhouders
  25.646,14 € voor de arbeiders
  35.780,69 € voor de maatschappelijke assistenten
  41.989,61 € voor de directeurs in de diensten waarvan de GB <= 60 is
  51.090,61 € voor de directeurs in de diensten waarvan de GB > zestig is.
  De som van de resultaten wordt vermeerderd met een forfaitair percentage van bijkomende en wettelijke werkgeverslasten, namelijk :
  55,66 % in residentiële diensten
  Voor de diensten beheerd door een openbare inrichtende macht
  8.271,08 euro in een residentiële dienst <= zestig tenlastenemingen
  6.639,83 euro in een residentiële dienst > zestig tenlastenemingen
  Deze bedragen worden verkregen door de in bijlage 109 opgenomen subsidiëringscoëfficiënten te vermenigvuldigen met de volgende gemiddelde schalen, rekening houdend met een gemiddelde geldelijke anciënniteit van tien jaar :
  26.877,84 € voor het administratieve personeel
  33.090,46 € voor de boekhouders
  25.086,80 € voor de arbeiders
  35.393,74 € voor de maatschappelijke assistenten
  40.680,61 € voor de directeurs in de diensten waarvan de GB <= zestig is
  49.830,61 € voor de directeurs in de diensten waarvan de GB > zestig is.
  De som van de resultaten wordt vermeerderd met een forfaitair percentage van bijkomende en wettelijke werkgeverslasten, namelijk :
  55,66 % in residentiële diensten
  Bedrag nr. 3 (een gemiddelde van de lasten van het educatieve personeel) :
  Voor de diensten beheerd door een privé inrichtende macht
  Naargelang van het soort tenlasteneming worden de onder punt a) van bijlage 110 bedoelde subsidiëringscoëfficiëntenvermenigvuldigd met de volgende schalen, rekening houdend met een gemiddelde geldelijke anciënniteit van tien jaar :
  37.487,14 € voor de psychologen, paramedici en bijzonder personeel
  35.432,82 € voor de opvoeders Cl1, 2A en hoofdopvoeders
  26.688,28 € voor de opvoeders Kl 2B, Cl 3, kinderverzorgsters en daarmee gelijkgestelden
  40.027,29 € voor de opvoeders-groepsleiders
  De bedragen worden aangepast aan de effectieve gemiddelde geldelijke anciënniteit in geval van toekenning van een toeslag voor anciënniteit, zoals bedoeld in artikel 1257 van dit besluit.
  De som van de resultaten wordt vermeerderd met een forfaitair percentage van bijkomende en wettelijke werkgeverslasten, namelijk :
  59,36 % in residentiële diensten
  Voor de diensten beheerd door een openbare inrichtende macht
  Naargelang van het soort tenlasteneming worden de onder punt a) van bijlage 110 bedoelde subsidiëringscoëfficiëntenvermenigvuldigd met de volgende schalen, rekening houdend met een gemiddelde geldelijke anciënniteit van tien jaar :
  37.099,60 € voor de psychologen, paramedici en bijzonder personeel
  34.482,23 € voor de opvoeders Cl1, 2A en hoofdopvoeders
  26.251,07 € voor de opvoeders Kl 2B, Cl 3, kinderverzorgsters en daarmee gelijkgestelden
  39.073,13 € voor de opvoeders-groepsleiders
  De bedragen worden aangepast aan de effectieve gemiddelde geldelijke anciënniteit in geval van toekenning van een toeslag voor anciënniteit, zoals bedoeld in artikel 1257 van dit besluit.
  De som van de resultaten wordt vermeerderd met een forfaitair percentage van bijkomende en wettelijke werkgeverslasten, namelijk :
  51,09 % in residentiële diensten
  Voor de gezamenlijke diensten
  Vervolgens wordt het volgende coëfficiënt toegepast binnen de perken van de begrotingsmiddelen :
  100 % in residentiële nachtdiensten voor volwassenen
  82 % in residentiële diensten voor volwassenen
  Anderzijds wordt de impliciete verdeling van de begeleiding onder de opvoeders van " categorie I " en " categorie II " waarin voorzien wordt door de coëfficiënten onder punt a) van bijlage 110 jaarlijks bijgestuurd door het Agentschap
  Deze verdeling geeft een overzicht van het gedurende het referentiejaar vastgelegde gemiddelde per instellingscategorie :


78,80 percent EDUC. I / 21,20 percent EDUC. II in residentiële diensten voor volwassenen
82,67 percent OPVOED I / 17,33 percent EDUC. II in residentiële nachtdiensten voor volwassenen
b) Voor de diensten voor gesuperviseerde woningen
  Bedrag nr. 1 (een gemiddelde van de werkingslasten) :
  414,90 euro
  Bedrag nr. 2 (een gemiddelde van de lasten van het niet-educatieve en educatieve personeel) :
  De in punt b) van bijlage 110 bedoelde subsidiëringscoëfficiënten worden vermenigvuldigd met de volgende schalen, rekening houdend met een gemiddelde geldelijke anciënniteit van tien jaar :
  35.780,69 euro voor privé-instellingen
  35.393,74 euro voor openbare instellingen
  De bedragen worden aangepast aan de reële gemiddelde geldelijke anciënniteit in geval van toekenning van een toeslag voor anciënniteit, zoals bedoeld in artikel 1257 van dit besluit.
  De som van de resultaten wordt vermeerderd met een forfaitair percentage van bijkomende en wettelijke werkgeverslasten, namelijk :
  55,89 % voor privé-instellingen
  47,62 % voor openbare instellingen

Art. N2. Bijlage 2. - Bijlage 114/5 bij het Waals reglementair wetboek van sociale Actie en gezondheid
  Bijlage 114/5 bedoeld in de artikelen 1314/79, § 4, en 1314/81 van het Waals reglementair wetboek van sociale actie en gezondheid
  EVOLUTIEROOSTER VAN DE ANCIENNITEIT
  a) Dagonthaaldiensten voor volwassenen


Geldelijke anciënniteit % evolutie
0 0
1 0
2 0
3 0
4 0
5 0
6 0
7 0
8 0
9 0
10 0
11 2,16 %
12 2,41 %
13 4,58 %
14 4,82 %
15 6,99 %
16 9,39 %
17 11,55 %
18 11,80 %
19 13,97 %
20 14,21 %
21 16,38 %
22 16,63 %
23 18,80 %
24 19,04 %
25 20,94 %
26 21,19 %
27 23,04 %
28 23,29 %
29 23,55 %
30 23,55 %
31 23,57 %
b) Gespecialiseerde opvangdiensten voor jongeren :


Geldelijke anciënniteit % evolutie
0 0
1 0
2 0
3 0
4 0
5 0
6 0
7 0
8 0
9 0
10 0
11 2,19 %
12 2,43 %
13 4,62 %
14 4,87 %
15 7,05 %
16 9,48 %
17 11,66 %
18 11,91 %
19 14,10 %
20 14,35 %
21 16,53 %
22 16,78 %
23 18,97 %
24 19,22 %
25 21,01 %
26 21,26 %
27 23,02 %
28 23,26 %
29 23,53 %
30 23,53 %
31 23,54 %
c) Residentiële diensten voor jongeren


Geldelijke anciënniteit % evolutie
0 0
1 0
2 0
3 0
4 0
5 0
6 0
7 0
8 0
9 0
10 0
11 2,23 %
12 2,45 %
13 4,68 %
14 4,91 %
15 7,13 %
16 9,39 %
17 11,62 %
18 11,85 %
19 14,07 %
20 14,30 %
21 16,53 %
22 16,76 %
23 18,99 %
24 19,21 %
25 21,25 %
26 21,48 %
27 23,50 %
28 23,73 %
29 23,97 %
30 23,97 %
31 23,98 %