Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

2 JUNI 2016. - Ministerieel besluit tot oprichting van een Vaste Commissie Tarieven en Prestaties in de schoot van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Aangepast informaticasysteem
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Oprichting van een Vaste Commissie Tarieven en Prestaties
Art. 2-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Aangepast informaticasysteem
Artikel 1. De externe dienst voor preventie en bescherming op het werk zorgt ervoor dat hij, overeenkomstig het kwaliteitssysteem bedoeld in artikel 7, § 3, eerste lid van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, beschikt over een informaticasysteem dat toelaat te werken met preventie-eenheden.
  In toepassing van artikel 15, eerste lid, 2°, van het in het eerste lid bedoelde koninklijk besluit, gaat het adviescomité na of aan deze voorwaarde is voldaan en of het systeem wordt gebruikt overeenkomstig de principes van afdeling II/1 van dit koninklijk besluit.

HOOFDSTUK II. - Oprichting van een Vaste Commissie Tarieven en Prestaties
Art.2. Een "Vaste Commissie Tarieven en Prestaties van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk" wordt opgericht binnen de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

Art.3. De in artikel 2 bedoelde Vaste Commissie wordt belast met de monitoring van de concrete toepassing door de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk en de aangesloten werkgevers van afdeling II/1 "Verplichte forfaitaire minimumbijdragen uit hoofde van de prestaties van de externe diensten" van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, in het bijzonder wat betreft de tarieven en prestaties, met het oog op de evaluatie van de bepalingen in deze afdeling.

Art.4. De monitoring van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk heeft inzonderheid betrekking op :
  a) de dienstverlening van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk ten aanzien van de werkgevers bedoeld in artikel 13/3, § 1 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk;
  b) de dienstverlening van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk ten aanzien van de werkgevers bedoeld in artikel 13/3, § 2 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, inzonderheid wat betreft de toepassing van het systeem van de preventie-eenheden;
  c) de indeling in tariefgroepen, het proratasysteem, evenals het respecteren van de minimumtarieven;
  d) de prestaties die bijkomend worden gefactureerd;
  e) de kwaliteit van het geheel van de prestaties uitgevoerd door de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk.

Art. 5. De "Vaste Commissie Tarieven en Prestaties van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk" is samengesteld uit :
  1° de leden van het uitvoerend Bureau van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk die zich kunnen laten bijstaan of vertegenwoordigen;
  2° een vertegenwoordiger, voorgedragen door de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden (ACLVB);
  3° een vertegenwoordiger, voorgedragen door de "Union des Classes Moyennes (UCM)";
  4° een vertegenwoordiger, voorgedragen door de Unie van Socialprofitondernemingen (UNISOC);
  5° maximum twee werkgeversvertegenwoordigers van de overheidssector;
  6° maximum vier vertegenwoordigers van de Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (Co-Prev);
  7° de directeur-generaal van de Algemene Directie van het Toezicht op het welzijn op het werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, die zich kan laten bijstaan of vertegenwoordigen door maximum vier medewerkers;
  8° de directeur-generaal van de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, die zich kan laten bijstaan of vertegenwoordigen door maximaal vier medewerkers.
  9° een vertegenwoordiger van de Beleidscel van de Minister van Werk.
  De in het eerste lid bedoelde Commissie dient in elk geval paritair samengesteld te zijn wat de vertegenwoordiging van werkgevers en werknemers betreft.