Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 APRIL 2016. - Koninklijk besluit houdende nadere regels betreffende de uitoefening van het mandaat van lid van de raad van bestuur, voorzitter en directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999000512 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Als er aan het mandaat van directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle een einde komt door pensionering, overlijden, burgerlijke onbekwaamheid of afzetting overeenkomstig artikel 41 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, stelt de raad van bestuur binnen de kortst mogelijke termijn en ten laatste op zijn eerstvolgende vergadering, een directeur-generaal ad interim aan om de continuïteit te verzekeren.

Art.2. De directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle blijft bij het verstrijken van de aanstellingstermijn zijn functie uitoefenen tot hij vervangen is of opnieuw is aangesteld.

Art.3. Als er aan het mandaat van voorzitter van de raad van bestuur van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle een einde komt wegens ontslag, overlijden, burgerlijke onbekwaamheid, het bereiken van de leeftijdsgrens van 70 jaar of een onverenigbaarheid voorzien in artikel 38 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, neemt het oudste lid van de raad van bestuur dat behoort tot de andere taalrol dan de directeur-generaal, het voorzitterschap ad interim waar.

Art.4. De voorzitter en de leden van de raad van bestuur van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle blijven hun mandaat verder uitoefenen bij het verstrijken van hun aanstellingstermijn tot zij vervangen zijn of opnieuw zijn aangesteld.

Art.5. Het koninklijk besluit van 4 juni 1999 houdende nadere regels betreffende de uitoefening van het mandaat van lid van de raad van bestuur, voorzitter en directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, gewijzigd bij de wet van 30 maart 2011, wordt opgeheven.

Art. 6. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.