18 FEBRUARI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de vormen van het beroep inzake de opening, de wijziging of de afschaffing van een gemeenteweg(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-02-2016 en tekstbijwerking tot 31-03-2020)
Art. 1
Art. 1 Duitstalige gemeenschap
Art. 2
Art. 2 Duitstalige gemeenschap
Art. 3
Art. 3 Duitstalige gemeenschap
Art. 4
Art. 4 Duitstalige gemeenschap
Art. 5-9
Artikel 1. Op straffe van niet-ontvankelijkheid worden de beroepen bedoeld in artikel 18 van het decreet van 6 februari 2014 betreffende de gemeentewegen, hierna het decreet, en de beslissingen bedoeld in artikel 17 van het decreet gericht aan het adres van het Operationeel directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst, hierna het DGO4, waar het kantoor van de directeur-generaal gevestigd is.
Art.1_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. Op straffe van niet-ontvankelijkheid worden de beroepen bedoeld in artikel 18 van het decreet van 6 februari 2014 betreffende de gemeentewegen, hierna het decreet, en de beslissingen bedoeld in artikel 17 van het decreet gericht aan het adres van [1 de Regering]1.
----------
(1)<BDG 2020-02-19/10, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 19-02-2020>
Art.2. § 1. De aanvrager, auteur van het beroep, vermeldt :
1° de datum waarop hij in kennis gesteld werd van de gemeentelijke beslissing of van het gebrek aan gemeentelijke beslissing;
2° bij gebrek aan een dergelijke kennisgeving of aan gemeentelijke beslissing binnen een termijn van dertig dagen, met ingang op de datum van ontvangst van de herinneringsbrief bedoeld in artikel 16 van het decreet, de vervaldatum van de termijn waarin de gemeente haar beslissing moest nemen.
§ 2. De aanvrager, auteur van het beroep, voegt bij zijn beroep :
1° hetzij een afschrift van het dossier inzake de aanvraag tot wegopening bedoeld in artikel 11 van het decreet;
2° hetzij een afschrift van het dossier inzake de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, tot bebouwingsvergunning of tot stedenbouwkundige vergunning voor gegroepeerde bouwerken, met inbegrip van de stukken betreffende de wegopening;
3° hetzij een afschrift van het dossier inzake de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning bedoeld in artikel 96 van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, met inbegrip van de stukken betreffende de wegopening;
4° in voorkomend geval, een afschrift van de kennisgeving door de gemeente van de beslissing of van het gebrek aan beslissing die/dat het voorwerp van het beroep uitmaakt;
5° desgevallend, een afschrift van de herinneringsbrief bedoeld in artikel 16 van het decreet.
De plannen van de te openen, te wijzigen of af te schaffen wegen worden in drie exemplaren gestuurd, plus één exemplaar per gemeente op het grondgebied waarvan de handelingen en werken voor een deel of voor het geheel overwogen worden.
§ 3. Een belanghebbende derde, auteur van het beroep, voegt bij zijn beroep :
- de gemeentelijke beslissing als ze bestaat of de agenda van de gemeenteraad waarop de beslissing is genomen;
- de datum waarop hij de kennisgeving van de beslissing of het gebrek aan beslissing van de gemeente ontvangen heeft.
Art.2_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. § 1. De aanvrager, auteur van het beroep, vermeldt : 1° de datum waarop hij in kennis gesteld werd van de gemeentelijke beslissing of van het gebrek aan gemeentelijke beslissing; 2° bij gebrek aan een dergelijke kennisgeving of aan gemeentelijke beslissing binnen een termijn van dertig dagen, met ingang op de datum van ontvangst van de herinneringsbrief bedoeld in artikel 16 van het decreet, de vervaldatum van de termijn waarin de gemeente haar beslissing moest nemen. § 2. De aanvrager, auteur van het beroep, voegt bij zijn beroep : 1° hetzij een afschrift van het dossier inzake de aanvraag tot wegopening bedoeld in artikel 11 van het decreet; 2° hetzij een afschrift van het dossier inzake de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, tot bebouwingsvergunning of tot stedenbouwkundige vergunning voor gegroepeerde bouwerken, met inbegrip van de stukken betreffende de wegopening; 3° hetzij een afschrift van het dossier inzake de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning bedoeld [1 in artikel 31 van het Samenwerkingsakkoord van 14 november 2019 tussen het Waals Gewest en de Duitstalige Gemeenschap over de uitoefening van de bevoegdheden inzake ruimtelijke ordening en bepaalde aanverwante materies]1, met inbegrip van de stukken betreffende de wegopening; [1 3.1 of een afschrift van het dossier inzake de aanvraag voor een geïntegreerde vergunning vermeld in artikel 53 van datzelfde samenwerkingsakkoord, met inbegrip van de stukken betreffende de wegopening;]1 4° in voorkomend geval, een afschrift van de kennisgeving door de gemeente van de beslissing of van het gebrek aan beslissing die/dat het voorwerp van het beroep uitmaakt; 5° desgevallend, een afschrift van de herinneringsbrief bedoeld in artikel 16 van het decreet. De plannen van de te openen, te wijzigen of af te schaffen wegen worden in drie exemplaren gestuurd, plus één exemplaar per gemeente op het grondgebied waarvan de handelingen en werken voor een deel of voor het geheel overwogen worden. § 3. Een belanghebbende derde, auteur van het beroep, voegt bij zijn beroep : - de gemeentelijke beslissing als ze bestaat of de agenda van de gemeenteraad waarop de beslissing is genomen; - de datum waarop hij de kennisgeving van de beslissing of het gebrek aan beslissing van de gemeente ontvangen heeft.
----------
(1)<BDG 2020-02-19/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 19-02-2020>
Art.3. § 1. Binnen tien dagen, met ingang op de datum van ontvangst van het beroep, stuurt het DGO4 een overzicht van de ontbrekende stukken en data aan de auteur van het beroep.
§ 2. Binnen de termijn bedoeld in paragraaf 1 richt het DGO4 aan de auteur van het beroep een bericht van ontvangst met melding van de termijn waarin de ministeriële beslissing betekend zal worden en de gevolgen van het gebrek aan kennisgeving binnen die termijn.
§ 3. Binnen de termijn bedoeld in paragraaf 1 :
1° verzoekt het DGO4 de gemeente erom hem een afschrift van het dossier van het onderzoek van de aanvraag tot wegopening toe te sturen en richt het haar een afschrift van het beroep en van het bericht van ontvangst bedoeld in paragraaf 2;
2° richt het desgevallend een afschrift van het beroep en van het bericht van ontvangst bedoeld in paragraaf 2 aan de autoriteit die zich moet uitspreken over de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, bebouwingsvergunning of stedenbouwkundige vergunning voor gegroepeerde bouwwerken, of aan de autoriteit bedoeld in artikel 96 van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning.
§ 4. In afwijking van paragraaf 3, als het beroep door een belanghebbende derde wordt ingediend, :
1° verzoekt het DGO4 de gemeente erom hem een afschrift van het aanvraagdossier en van het onderzoeksdossier toe te sturen en richt het haar een afschrift van het beroep en van het bericht van ontvangst bedoeld in paragraaf 2;
2° richt het een afschrift van het beroep en van het bericht van ontvangst bedoeld in paragraaf 2 aan de aanvrager en, desgevallend, aan de autoriteit die zich moet uitspreken over de vergunningsaanvraag.
Art.3_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. § 1. Binnen tien dagen, met ingang op de datum van ontvangst van het beroep, stuurt [1 het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening, hierna "het departement" genoemd,]1 een overzicht van de ontbrekende stukken en data aan de auteur van het beroep. § 2. Binnen de termijn bedoeld in paragraaf 1 richt [1 het departement]1 aan de auteur van het beroep een bericht van ontvangst met melding van de termijn waarin de ministeriële beslissing betekend zal worden en de gevolgen van het gebrek aan kennisgeving binnen die termijn. § 3. Binnen de termijn bedoeld in paragraaf 1 : 1° verzoekt [1 het departement]1 de gemeente erom hem een afschrift van het dossier van het onderzoek van de aanvraag tot wegopening toe te sturen en richt het haar een afschrift van het beroep en van het bericht van ontvangst bedoeld in paragraaf 2; 2° richt het desgevallend een afschrift van het beroep en van het bericht van ontvangst bedoeld in paragraaf 2 aan de autoriteit die zich moet uitspreken over de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, bebouwingsvergunning of stedenbouwkundige vergunning voor gegroepeerde bouwwerken, of aan de autoriteit bedoeld [1 in de artikelen 31 of 53 van het Samenwerkingsakkoord van 14 november 2019 tussen het Waals Gewest en de Duitstalige Gemeenschap over de uitoefening van de bevoegdheden inzake ruimtelijke ordening en bepaalde aanverwante materies]1. § 4. In afwijking van paragraaf 3, als het beroep door een belanghebbende derde wordt ingediend, : 1° verzoekt [1 het departement]1 de gemeente erom hem een afschrift van het aanvraagdossier en van het onderzoeksdossier toe te sturen en richt het haar een afschrift van het beroep en van het bericht van ontvangst bedoeld in paragraaf 2; 2° richt het een afschrift van het beroep en van het bericht van ontvangst bedoeld in paragraaf 2 aan de aanvrager en, desgevallend, aan de autoriteit die zich moet uitspreken over de vergunningsaanvraag.
----------
(1)<BDG 2020-02-19/10, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 19-02-2020>
Art.4. De directeur-generaal van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu oefent voor rekening van het Gewest het in artikel 46, eerste lid, 1°, van het decreet bedoelde voorkeursrecht uit.
Hij geeft het gemeentecollege overeenkomstig artikel 47 van het decreet keenis van zijn voornemen binnen zestig kalenderdagen, met ingang op de eerste dag na ontvangst door het DG04 van de beslissing bedoeld in artikel 17 van het decreet. Bij gebreke daarvan ziet het Gewest af van zijn recht op inschrijving.
Art.4_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. [1 De Minister van Ruimtelijke Ordening oefent voor rekening van de Duitstalige Gemeenschap]1 het in artikel 46, eerste lid, 1°, van het decreet bedoelde voorkeursrecht uit. Hij geeft het gemeentecollege overeenkomstig artikel 47 van het decreet [1 kennis]1 van zijn voornemen binnen zestig kalenderdagen, met ingang op de eerste dag na ontvangst [1 door het departement]1 van de beslissing bedoeld in artikel 17 van het decreet. Bij gebreke daarvan [1 ziet de Duitstalige Gemeenschap af van haar recht]1 op inschrijving.
----------
(1)<BDG 2020-02-19/10, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 19-02-2020>
Art.5. De beslissingsbevoegdheid bedoeld in artikel 19, eerste lid, van het decreet wordt overgedragen aan de Minister van Ruimtelijke Ordening.
Art.6. Het besluit van de Waalse Regering van 3 februari 2011 tot bepaling van de vormen betreffende de aanvraag en de indiening van een beroep inzake de opening, de wijziging of de afschaffing van een gemeenteweg wordt opgeheven.
Art.7. Dit besluit is van toepassing op de beroepen waarvan de verzenddatum na de inwerkingtreding ervan valt.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat op de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 9. De Minister voor Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van voorliggend besluit.