28 OKTOBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de oprichting van een raadgevend comité bij het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-12-2016 en tekstbijwerking tot 01-08-2019)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Oprichting
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Samenstelling
Art. 3-12
HOOFDSTUK 4. - Werking
Art. 13
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 14
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:
1° agentschap MDK: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Maritieme Dienstverlening en Kust, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust;
2° raadgevend comité: een raadgevend comité als vermeld in [1 artikel III.1, vierde lid, van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1;
3° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer.
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 174, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 2. - Oprichting
Art.2. Bij het agentschap MDK wordt een raadgevend comité opgericht.
Met het oog op een doelmatige, doeltreffende en klantgerichte maritieme dienstverlening vanuit het agentschap MDK heeft het raadgevend comité met betrekking tot deze maritieme dienstverlening de volgende taken:
1° adviezen te verlenen en voorstellen te formuleren aan het hoofd van het agentschap MDK over de te volgen strategie van het agentschap MDK bij de opmaak en uitvoering van strategische plannen;
2° adviezen te verlenen en voorstellen te formuleren aan het hoofd van het agentschap MDK over de optimalisatie van de dienstverlening van het agentschap;
3° adviezen te verlenen en voorstellen te formuleren aan het hoofd van het agentschap MDK over de operationalisering van de beleidsmaatregelen;
4° op eigen initiatief beleidsgerichte input en suggesties vanuit de eigen expertise van de leden van het raadgevend comité te bezorgen aan het hoofd van het agentschap MDK;
5° bij te dragen tot en te waken over de transparantie en de kwaliteit van de dienstverlening van het agentschap MDK en daarover feedback te geven aan het hoofd van het agentschap MDK.
Het raadgevend comité heeft een adviserende bevoegdheid en geen beslissingsbevoegdheid. Het raadgevend comité kan bij de uitoefening van haar taken echter wel de rol opnemen van een advies- en klankbordgroep. Het raadgevend comité kan geenszins in de plaats treden van het gestructureerd sociaal overleg.
HOOFDSTUK 3. - Samenstelling
Art.3. Het raadgevend comité van het agentschap MDK bestaat uit dertien leden:
1° één vertegenwoordiger en een plaatsvervanger voorgedragen door van elk van de Vlaamse havens, met uitzondering van de haven van Antwerpen waar twee vertegenwoordigers en twee plaatsvervangers zullen worden voorgedragen;
2° één vertegenwoordiger en een plaatsvervanger voorgedragen door elk van de overkoepelende havenorganisaties: Vereniging van Gentse Havengebonden ondernemingen (VegHO); Association Port of Zeebrugge Interests (APZI); Oostendse havengemeenschap (OHG) en Alfaport;
3° één vertegenwoordiger en een plaatsvervanger van de Nationale Federatie der Verenigingen van Scheepsagenten en - makelaars van België (NAVES);
4° de Vlaamse havencommissaris;
5° twee onafhankelijke deskundigen voorgedragen door de minister.
Art.4. De minister nodigt de organisaties, vermeld in artikel 3,1° tot en met 3°, uit om kandidaten en plaatsvervangers voor te dragen voor het raadgevend comité.
Art.5. De leden van het raadgevend comité en de plaatsvervangers worden door de minister benoemd voor een periode van vier jaar.
Art.6. Ten hoogste twee derde van de leden van het raadgevend comité is van hetzelfde geslacht.
Art.7. De minister wijst onder de leden van het raadgevend comité, vermeld in artikel 3, een voorzitter aan.
Art.8. De leden van het raadgevend comité en hun plaatsvervangers kunnen door de minister vroegtijdig worden ontslagen, op hun eigen verzoek of op verzoek van de organisaties, vermeld in artikel 3, die de leden hebben voorgedragen, of om ernstige redenen.
Het lid dat vroegtijdig ophoudt zijn mandaat uit te oefenen, wordt vervangen door zijn plaatsvervanger totdat in de effectieve vervanging van het lid is voorzien door de minister voor de resterende duurtijd van het mandaat, dan wel totdat de duurtijd van het mandaat van het lid dat werd vervangen, is verstreken.
Art.9. De leden en hun eventuele plaatsvervangers van het raadgevend comité ontvangen voor hun werkzaamheden geen presentiegeld.
Art.10. De voorzitter van het raadgevend comité krijgt een vaste vergoeding van 1500 euro per jaar. De vergoeding wordt per jaar uitbetaald. De vergoeding volgt de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld. Ze is gekoppeld aan het spilindexcijfer 121.42 (basis januari 2014).
Art.11. Aan de voorzitter en de leden van het raadgevend comité wordt geen vergoeding toegekend voor reiskosten die verbonden zijn aan de uitoefening van hun werkzaamheden.
Art.12.Het lidmaatschap van het raadgevend comité is onverenigbaar met elk van de volgende mandaten of ambten:
1° lid van het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Vlaams Parlement of de Brusselse Hoofdstedelijke Raad;
2° het ambt van federaal minister, minister van een deelstatelijke regering of staatssecretaris;
3° lid van een kabinet;
4° het ambt van personeelslid van een departement of een agentschap, dat ressorteert onder de minister;
5° het ambt van personeelslid van het Vlaams Parlement of van de bij het Vlaams Parlement opgerichte diensten;
6° het ambt van personeelslid van een strategische adviesraad als vermeld in [1 artikel III.93 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1.
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 175, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 4. - Werking
Art.13. Het raadgevend comité stelt binnen drie maanden na de samenstelling een huishoudelijk reglement op, volgens het model dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
Het huishoudelijk reglement, vermeld in het eerste lid, wordt ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.14. De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. MODEL VAN HUISHOUDELIJK REGLEMENT
1° Begrippenkader:
Definities
2° Praktische werking :
a) Voorzitterschap: taken en bevoegdheden
b) Leden: omschrijving van de rechten
c) Secretariaat
d) Regels voor bijeenroeping en agenda van de vergadering
e) Aard en frequentie van de vergaderingen
f) Omschrijving van rechtsgeldig quotum
g) Procedure van de besluitvorming
h) Organisatie van de besprekingen en de besluitvorming
3° Deontologie:
a) Formeel engagement van de leden en plaatsvervangers
b) Organisatie van de aanwezigheden en afwezigheden
c) Bekendmaking van de besluitvorming
d) Klachtenbehandeling
4° Informatie- en rapporteringsopdracht van het raadgevend comité :
a) Organisatie van de verslaggeving
b) Organisatie van de archivering
c) Informeringsplicht
5° Aard van de opdrachten van het raadgevend comité:
a) adviezen verlenen en voorstellen formuleren aan het hoofd van het agentschap MDK over de te volgen strategie van het agentschap MDK bij de opmaak en uitvoering van strategische plannen;
b) adviezen verlenen en voorstellen formuleren aan het hoofd van het agentschap MDK over de optimalisatie van de dienstverlening van het agentschap;
c) adviezen verlenen en voorstellen formuleren aan het hoofd van het agentschap MDK over de operationalisering van de beleidsmaatregelen;
d) op eigen initiatief beleidsgerichte input en suggesties vanuit de eigen expertise van de leden van het raadgevend comité over maken aan het hoofd van het agentschap MDK;
e) bijdragen tot en waken over de transparantie in en de kwaliteit van de dienstverlening van het agentschap MDK en hierover feedback te geven aan het hoofd van het agentschap MDK.