16 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van [titel II, hoofdstuk 4, van het bestuursdecreet van 7 december 2018, betreffende het hergebruik van overheidsinformatie en tot bepaling van de kosteloze uitwisseling van bestuursdocumenten tussen instanties, vermeld in artikel III.72 van het bestuursdecreet van 7 december 2018] (Opschrift gewijzigd door BVR2019-05-10/12, art. 158, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-11-2016 en tekstbijwerking tot 19-10-2023)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - De berekening van de vergoeding
Art. 2
Art. 2 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 3-6
HOOFDSTUK 3. - De modellicenties
Art. 7-8
Art. 8 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 9
HOOFDSTUK 4. - [1 Overzichtslijsten en portaalsites]1
Art. 10-11
Art. 11 TOEKOMSTIG RECHT
HOOFDSTUK 5. - Evaluatie
Art. 12
Art. 12 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 13
Art. 13 TOEKOMSTIG RECHT
HOOFDSTUK 6. - Uitwisseling van bestuursdocumenten tussen instanties onderling
Art. 14-15
Art. 15 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 16-17
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingsbepalingen
Art. 18-22
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Art. 23-27
BIJLAGEN.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
1° [1 stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid: het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid, vermeld in [2 artikel III.74 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]2;]1
2° [2 ...]2
3° [3 Digitaal Vlaanderen : het agentschap, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 houdende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Digitaal Vlaanderen en de vaststelling van de werking, het beheer en de boekhouding van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen;]3
4° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de informatiemaatschappij, het structureren, opslaan, uitwisselen en ontsluiten van informatie en de infolijn.
----------
(1)<BVR 2017-06-02/16, art. 22, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >
(2)<BVR 2019-05-10/12, art. 159, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(3)<BVR 2021-05-07/09, art. 46, 004; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
HOOFDSTUK 2. - De berekening van de vergoeding
Art.2.Als ingevolge [1 artikel II.59, eerste lid, van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1 een vergoeding wordt gevraagd voor fysieke terbeschikkingstelling van bestuursdocumenten voor hergebruik, daarin inbegrepen de terbeschikkingstelling van elektronische bestuursdocumenten op een materiële drager, blijft die vergoeding beperkt tot een of meer van de volgende marginale kosten :
1° de infrastructuur : de kosten van de ontwikkeling, het softwareonderhoud, het hardwareonderhoud en de connectiviteit, beperkt tot wat noodzakelijk is om de bestuursdocumenten voor het hergebruik beschikbaar te stellen;
2° kopiëren : de kosten van de productie en de terbeschikkingstelling van een extra exemplaar van de bestuursdocumenten, inclusief de kosten van de materiële drager;
3° de behandeling : het verpakkingsmateriaal en de voorbereiding van de terbeschikkingstelling;
4° het overleg : de telefoongesprekken en de uitwisseling van e-mails met de verzoekers van het hergebruik en de kosten van de klantendienst;
5° de levering : de portkosten voor het versturen van bestuursdocumenten met de normale post of met een koerier;
6° de speciale verzoeken : de kosten van het op verzoek voorbereiden en formatteren van bestuursdocumenten.
Bij het bepalen van de wijze van fysieke terbeschikkingstelling is de verstrekkende instantie ertoe gehouden om te kiezen voor de terbeschikkingstelling die de kosten voor de hergebruiker zo laag mogelijk houden.
In geval van terbeschikkingstelling van bestuursdocumenten voor hergebruik in een onlineomgeving wordt geen vergoeding gevraagd. In afwijking daarvan kan een vergoeding als vermeld in het eerste lid worden gevraagd als de instantie vooraf een gemotiveerde melding aan het coördinatiecomité heeft bezorgd, waarin ook een verantwoording is opgenomen van de marginale kosten die worden aangerekend.
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 160, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art. 2 TOEKOMSTIG RECHT. Als ingevolge [2 artikel II.59, eerste lid, van het bestuursdecreet van 7 december 2018]2 een vergoeding wordt gevraagd voor fysieke terbeschikkingstelling van bestuursdocumenten voor hergebruik, daarin inbegrepen de terbeschikkingstelling van elektronische bestuursdocumenten op een materiële drager, blijft die vergoeding beperkt tot een of meer van de volgende marginale kosten :
1° de infrastructuur : de kosten van de ontwikkeling, het softwareonderhoud, het hardwareonderhoud en de connectiviteit, beperkt tot wat noodzakelijk is om de bestuursdocumenten voor het hergebruik beschikbaar te stellen;
2° kopiëren : de kosten van de productie en de terbeschikkingstelling van een extra exemplaar van de bestuursdocumenten, inclusief de kosten van de materiële drager;
3° de behandeling : het verpakkingsmateriaal en de voorbereiding van de terbeschikkingstelling;
4° het overleg : de telefoongesprekken en de uitwisseling van e-mails met de verzoekers van het hergebruik en de kosten van de klantendienst;
5° de levering : de portkosten voor het versturen van bestuursdocumenten met de normale post of met een koerier;
6° de speciale verzoeken : de kosten van het op verzoek voorbereiden en formatteren van bestuursdocumenten.
Bij het bepalen van de wijze van fysieke terbeschikkingstelling is de verstrekkende instantie ertoe gehouden om te kiezen voor de terbeschikkingstelling die de kosten voor de hergebruiker zo laag mogelijk houden.
In geval van terbeschikkingstelling van bestuursdocumenten voor hergebruik in een onlineomgeving wordt geen vergoeding gevraagd. In afwijking daarvan kan een vergoeding als vermeld in het eerste lid worden gevraagd als de instantie vooraf een gemotiveerde melding aan het [1 stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]1 heeft bezorgd, waarin ook een verantwoording is opgenomen van de marginale kosten die worden aangerekend. ----------
(1)<BVR 2017-06-02/16, art. 23, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >
(2)<BVR 2019-05-10/12, art. 160, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.3.De totale vergoeding, vermeld in [1 artikel II.59, derde lid, van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1, wordt berekend op basis van de volgende criteria :
1° de kosten vallen onder een of meer van de volgende categorieën :
a) kosten in verband met het creëren van bestuursdocumenten :
1) het produceren : het genereren van bestuursdocumenten en metagegevens, de kwaliteitscontrole en het omzetten van de bestuursdocumenten naar een digitaal formaat;
2) het verzamelen : het vergaren en het sorteren van bestuursdocumenten;
3) het anonimiseren : de verwijdering, de afscherming en de verarming van bestuursdocumenten of delen van bestuursdocumenten;
b) kosten in verband met het verspreiden van bestuursdocumenten :
1) de infrastructuur : de ontwikkeling, het softwareonderhoud, het hardwareonderhoud en de media;
2) het kopiëren : de kosten van de productie en de terbeschikkingstelling van een extra exemplaar van de bestuursdocumenten, inclusief de kosten van de materiële drager;
3) de behandeling : het verpakkingsmateriaal en de voorbereiding van de terbeschikkingstelling;
4) het overleg : de telefoongesprekken en de uitwisseling van e-mails met verzoekers van het hergebruik en de kosten van de klantendienst;
5) de levering : de portkosten voor het versturen van bestuursdocumenten met de normale post of met een koerier;
c) overheadkosten als die kosten een aantoonbaar rechtstreeks verband houden met de categorieën, vermeld in punt a) en b);
2° de kosten worden berekend door de totale kostprijs van een kwantificeerbare reeks bestuursdocumenten als referentie te gebruiken en op basis daarvan de kostprijs van een extra exemplaar van de bestuursdocumenten af te leiden;
3° de kosten zijn gezuiverd van inkomsten die de instantie tijdens de productie of de verzameling heeft gegenereerd, voor zover die inkomsten bekend zijn bij de instantie;
4° de kosten en eventuele inkomsten worden elk jaar beoordeeld en de vergoeding wordt aangepast aan de potentiële vraag, op basis van een redelijkerwijs verantwoordbare raming van de instantie;
5° de kosten mogen door de instantie worden vermeerderd met een redelijk rendement op de investering conform artikel 5, eerste lid.
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 161, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.4.In het geval, vermeld in [1 artikel II.59, vierde lid, van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1, kunnen, met behoud van de toepassing van de categorieën, vermeld in artikel 3, 1°, ook de volgende categorieën van kosten in aanmerking komen :
1° kosten voor het archiefbeheer : de kosten voor het bewaren van bestuursdocumenten;
2° kosten in verband met de rechtenvereffening : de tijd en de mankracht die wordt ingezet voor het identificeren van derden bij wie rechten berusten en het verkrijgen van de toestemming van die rechthebbenden.
Die kosten mogen door de instantie worden vermeerderd met een redelijk rendement op de investering [2 als vermeld in artikel II.59, vijfde lid, 1А, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018]2.
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(2)<BVR 2023-09-08/09, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 29-10-2023>
Art.5.<Opgeheven bij BVR 2023-09-08/09, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 29-10-2023>
Art.6.De minister kan, als dat nodig is, de berekening van de vergoeding, vermeld in artikel 2, 3 en 4 [1 ...]1 verder verduidelijken.
----------
(1)<BVR 2023-09-08/09, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 29-10-2023>
HOOFDSTUK 3. - De modellicenties
Art.7.In geval van hergebruik als vermeld in [1 artikel II.55, derde lid, van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1, hanteert de instantie een van de volgende modellicenties :
1° de CC0-verklaring, opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd;
2° de modellicentie voor gratis hergebruik, opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd;
3° de modellicentie voor hergebruik tegen vergoeding, opgenomen in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.
[2 2А /1 de Creative Commons - Naamsvermelding 4.0. Internationaal licentie, vermeld in artikel 4, lid 3, van de uitvoeringsverordening (EU) 2023/138 van de Commissie van 21 december 2022 tot vaststelling van een lijst met specifieke hoogwaardige datasets en de regelingen voor publicatie en hergebruik van die gegevens.]2
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(2)<BVR 2023-09-08/09, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 29-10-2023>
Art.8. In afwijking van artikel 7 kan de instantie een andere licentie dan de modellicenties, vermeld in 7, hanteren als de instantie daarover vooraf een gemotiveerde melding aan het coördinatiecomité bezorgt.
Art. 8 TOEKOMSTIG RECHT.<Opgeheven bij BVR 2017-06-02/16, art. 24, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >
Art.9. De modellicenties worden samen met een toelichting op de website van de Vlaamse overheid gepubliceerd. De minister kan de modellicenties, vermeld in artikel 7 en 8, wijzigen op voorwaarde dat de minister de voorgenomen wijziging vooraf aan de Vlaamse Regering meedeelt en die wijzigingen vervolgens op de voornoemde website wordt gepubliceerd. De wijziging van de modellicenties heeft geen impact op het bestaan, de rechtsgeldigheid of de gevolgen van licenties die een instantie al vóór de wijziging heeft toegestaan.
Na een wijziging van de modellicenties kunnen bestaande licentienemers de instanties verzoeken om een nieuwe licentie te ontvangen voor dezelfde bestuursdocumenten waarvoor ze al over een licentie beschikken, conform de gewijzigde modellen. De instanties zullen dat verzoek behandelen als een volledig nieuw verzoek, op dezelfde wijze en volgens dezelfde criteria als voor een nieuwe aanvrager.
HOOFDSTUK 4. - [1 Overzichtslijsten en portaalsites]1
----------
(1)
Art.10.[3 De overzichtslijsten, vermeld in artikel II.62, eerste lid, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, worden gepubliceerd in het centrale register van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel III.82, Ї 2, van het voormelde decreet. Het voormelde centrale register is raadpleegbaar via een portaalsite en wordt beheerd door het agentschap Facilitair Bedrijf, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "agentschap Facilitair Bedrijf".
Ї 2. Digitaal Vlaanderen beheert conform artikel II.62, derde lid, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 щщn enkel toegangspunt voor de geleidelijke beschikbaarstelling van geschikte datasets die in het bezit zijn van instanties, vermeld in artikel II.53, Ї 1, van het voormelde decreet, voor de bestuursdocumenten die voor hergebruik in aanmerking komen. De voormelde datasets zijn raadpleegbaar aan de hand van een portaalsite.
De portaalsite, vermeld in het eerste lid, staat ook ter beschikking van de andere instanties die geschikte datasets over bestuursdocumenten die voor hergebruik in aanmerking komen, beschikbaar willen stellen]3
(3)<BVR 2023-09-08/09, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 29-10-2023>
Art.11.[2 ...]2
(2)<BVR 2023-09-08/09, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 29-10-2023>
Art. 11 TOEKOMSTIG RECHT. De prioriteiten met betrekking tot de belangrijkste bestuursdocumenten, vermeld in [2 artikel II.62 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]2, zijn bestuursdocumenten die betrekking hebben op geografie, milieu, mobiliteit, economie en statistiek. De minister kan, na advies van het [1 stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]1, de prioriteitenlijst van de belangrijkste documenten aanpassen. ----------
(1)<BVR 2017-06-02/16, art. 25, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >
(2)<BVR 2019-05-10/12, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 5. - Evaluatie
Art.12.[2 ...]2
(2)<BVR 2023-09-08/09, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 29-10-2023>
Art. 12 TOEKOMSTIG RECHT. Het [1stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid ]1 evalueert [2 driejaarlijks]2 de beschikbaarheid van overheidsinformatie voor hergebruik, de voorwaarden waaronder die informatie beschikbaar wordt gesteld, de praktijk op het vlak van rechtsmiddelen en in het bijzonder de toepassing van [2 artikel II.59 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]2 met betrekking tot vergoedingen die de marginale kosten overstijgen. Dat evaluatieverslag wordt aan de Vlaamse Regering bezorgd. ----------
(1)<BVR 2017-06-02/16, art. 25, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >
(2)<BVR 2019-05-10/12, art. 167, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.13.Het coördinatiecomité evalueert [1 driejaarlijks]1 in welke mate de instanties gebruikmaken van de portaalsite, vermeld in artikel 10, en met betrekking tot welke belangrijkste documenten als vermeld in artikel 11, de overzichtslijsten met de relevante metadata op de portaalsite worden gepubliceerd.
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 168, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art. 13 TOEKOMSTIG RECHT. Het [1 stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]1 evalueert [2 driejaarlijks]2 in welke mate de instanties gebruikmaken van de portaalsite, vermeld in artikel 10, en met betrekking tot welke belangrijkste documenten als vermeld in artikel 11, de overzichtslijsten met de relevante metadata op de portaalsite worden gepubliceerd. ----------
(1)<BVR 2017-06-02/16, art. 25, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >
(2)<BVR 2019-05-10/12, art. 168, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 6. - Uitwisseling van bestuursdocumenten tussen instanties onderling
Art.14.Uiterlijk binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek tot levering van bestuursdocumenten, vermeld in [1 artikel III.72 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1, bezorgt de instantie die de gevraagde bestuursdocumenten in kwestie bezit, de gevraagde bestuursdocumenten aan de vragende instantie.
Als de bestuursdocumenten niet binnen de leveringstermijn, vermeld in het eerste lid, kunnen worden bezorgd, wordt de vragende instantie daarvan op de hoogte gebracht en wordt de reden van de vertraging meegedeeld. Een andere leveringstermijn wordt in dat geval in onderlinge overeenkomst bepaald.
In afwijking van het eerste lid, wordt in nood- of crisissituaties onmiddellijk toegang verleend tot de gevraagde bestuursdocumenten.
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 169, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.15.De instantie die de bestuursdocumenten heeft ontvangen, is verplicht :
1° adequate en afdoende technologische en organisatorische maatregelen te treffen om onrechtmatige toegang tot of onrechtmatig gebruik van de bestuursdocumenten te voorkomen;
2° een bronvermelding op te nemen zoals bepaald door de bezorgende instantie, als die daarom verzoekt;
3° in geval van publieke kennisgeving eventuele bijkomende voorwaarden met beperkte en technische draagwijdte na te leven zoals bepaald door de bezorgende instantie in overleg met het coördinatiecomité.
Art. 15 TOEKOMSTIG RECHT. De instantie die de bestuursdocumenten heeft ontvangen, is verplicht :
1° adequate en afdoende technologische en organisatorische maatregelen te treffen om onrechtmatige toegang tot of onrechtmatig gebruik van de bestuursdocumenten te voorkomen;
2° een bronvermelding op te nemen zoals bepaald door de bezorgende instantie, als die daarom verzoekt;
3° in geval van publieke kennisgeving eventuele bijkomende voorwaarden met beperkte en technische draagwijdte na te leven zoals bepaald door de bezorgende instantie in overleg met het [1 stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]1/fut}
----------
(1)<BVR 2017-06-02/16, art. 25, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >
Art.16. Als een instantie de uitvoering van haar publieke taak geheel of gedeeltelijk opdraagt aan een opdrachtnemer, mag die opdrachtnemer toegang krijgen tot de bestuursdocumenten en kan die opdrachtnemer die bestuursdocumenten gebruiken voor de uitvoering van de publieke taak die hem is toevertrouwd. De bepalingen voor de toegang en het gebruik zijn ook van toepassing op de opdrachtnemer.
De instantie, vermeld in het eerste lid, neemt alle adequate en afdoende maatregelen opdat de opdrachtnemer alleen toegang heeft tot de bestuursdocumenten voor de vervulling van de publieke taak, om te voorkomen dat die documenten worden gebruikt buiten de grenzen van de publieke taak die hem is toevertrouwd.
Bij de aanvang van de opdracht brengt de instantie, vermeld in het eerste lid, de opdrachtnemer op de hoogte van de voorwaarden voor de toegang en het gebruik.
Art.17. In afwijking van de bepalingen van dit hoofdstuk, is op de uitwisseling van bestuursdocumenten uit geografische gegevensbronnen door de deelnemers aan GDI-Vlaanderen, het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot bepaling van de nadere regels voor de toegang tot en het gebruik door de deelnemers aan GDI-Vlaanderen van de geografische gegevensbronnen en geografische diensten toegevoegd aan de GDI van toepassing.
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingsbepalingen
Art.18. In artikel 2, § 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie wordt tussen het woord "economische" en het woord "of" de zinsnede ", technische" ingevoegd.
Art.19. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt :
" § 2. De leden van de afdeling hergebruik van overheidsinformatie, onder wie de voorzitter, worden aangewezen door de Vlaamse minister, bevoegd voor de informatiemaatschappij, het structureren, opslaan, uitwisselen en ontsluiten van informatie en de infolijn, op voordracht van het coördinatiecomité, vermeld in artikel 20 van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator, en na mededeling aan de Vlaamse Regering.";
2° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "- voor wat betreft de leden van de afdeling openbaarheid - of de Vlaamse Regering - voor wat betreft de aangeduide leden van de afdeling hergebruik van overheidsinformatie -" opgeheven.
Art.20. In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "- voor wat betreft de leden van de afdeling openbaarheid - of de Vlaamse Regering - voor wat betreft de aangeduide leden van de afdeling hergebruik van overheidsinformatie -" telkens opgeheven.
Art.21. In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "beide afdelingen van de beroepsinstantie" vervangen door de woorden "de afdeling openbaarheid van bestuur";
2° tussen het eerste en het tweede lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt :
"Het secretariaat van de afdeling hergebruik is gevestigd bij Informatie Vlaanderen.
In het tweede lid wordt verstaan onder Informatie Vlaanderen : het agentschap, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 houdende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Informatie Vlaanderen, de bepaling van diverse maatregelen voor de ontbinding zonder vereffening van het AGIV, de regeling van de overdracht van de activiteiten en het vermogen van het AGIV aan het agentschap Informatie Vlaanderen en de vaststelling van de werking, het beheer en de boekhouding van het Eigen Vermogen Informatie Vlaanderen.".
Art.22. In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 houdende diverse bepalingen over de toegang en het gebruik, de erkenning als authentieke geografische gegevensbron en de bijhouding van het Grootschalig Referentie Bestand (GRB) worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de zinsnede "conform het decreet van 12 juni 2015" wordt vervangen door de zinsnede "conform het decreet van 27 april 2007";
2° de woorden "gelden de toegangs- en gebruiksvoorwaarden, vermeld in de licentie, die is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd" worden vervangen door de woorden "wordt de modellicentie voor gratis hergebruik, vermeld in artikel 7, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 2016 tot uitvoering van het decreet van 27 april 2007 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie en tot bepaling van de kosteloze uitwisseling van bestuursdocumenten tussen instanties, vermeld in artikel 7/1 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, gehanteerd".
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Art.23. De volgende regelingen worden opgeheven :
1° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie bij de diverse departementen binnen de Vlaamse ministeries en bij de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid;
2° het ministerieel besluit van 8 oktober 2007 met betrekking tot vastlegging van de modellicentie inzake hergebruik van overheidsinformatie.
Art.24. De inwerkingtreding van dit besluit heeft geen impact op het bestaan, de rechtsgeldigheid of de gevolgen van licentieovereenkomsten die werden gesloten voor de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.25. Als een instantie een vergoeding vraagt voor de terbeschikkingstelling van bestuursdocumenten in het kader van een licentieovereenkomst die werd gesloten vóór de inwerkingtreding van dit besluit, onderzoekt de instantie of die vergoeding voldoet aan de bepalingen, vermeld in hoofdstuk 2, en wordt de vergoeding in voorkomend geval aangepast.
Art.26. Na de inwerkingtreding van dit besluit kunnen bestaande licentienemers de instanties verzoeken om een nieuwe licentie te ontvangen voor dezelfde bestuursdocumenten waarvoor ze al over een licentie beschikken, conform de bepalingen van dit besluit en de nieuwe modellicenties. De instanties zullen dat verzoek behandelen als een volledig nieuw verzoek, op dezelfde wijze en volgens dezelfde criteria als voor een nieuwe aanvrager.
Art.27. De Vlaamse minister, bevoegd voor de informatiemaatschappij, het structureren, opslaan, uitwisselen en ontsluiten van informatie en de infolijn, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N. Bijlage 1 tot en met 3.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 18-11-2016, p. 77122)
Gewijzigd bij :
<BVR 2019-05-10/12, art. 170, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
<BVR 2019-05-10/12, art. 171, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
<BVR 2019-05-10/12, art. 172, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>