16 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage XIV bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, par. 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van bijlage XIV bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
Art. 1-14
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, par. 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden
Art. 15-16
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 17-19
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van bijlage XIV bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
Artikel 1. Artikel 1 van bijlage XIV bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2016, wordt vervangen door wat volgt :
"In deze bijlage wordt verstaan onder
1° gesco : de gesubsidieerde contractueel, tewerkgesteld krachtens een overeenkomst als vermeld in artikel 1, 12°, 14°, 15° en 36°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen;
2° werkingsjaar :
in hoofdstuk I/1 : de referentieperiode, vermeld in artikel 1, 3°, van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, par. 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden.
In hoofdstuk II en II/1 : het kalenderjaar."
Art.2. In artikel 1/1 van dezelfde bijlage, vernummerd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2016, wordt de zinsnede ", die beheerd worden door een initiatiefnemer als vermeld in artikel 50 van het woonzorgdecreet van 13 maart 2009" opgeheven.
Art.3. In artikel 2 van dezelfde bijlage, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2010, wordt de zinsnede "artikel 1" vervangen door de zinsnede "artikel 1/1".
Art.4. Artikel 3 van dezelfde bijlage, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2010, wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 3. Een erkend woonzorgcentrum ontvangt 2,2318 % boven op het bedrag, vastgesteld met toepassing van van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, par. 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden, als tegemoetkoming voor de animatiewerking.".
Art.5. Artikel 4 van dezelfde bijlage wordt vervangen door wat volgt : "De initiatiefnemer van het woonzorgcentrum, vermeld in artikel 1, bezorgt aan het agentschap de bewijsvoering met betrekking tot de subsidiëringsvoorwaarden vermeld in artikel 2, 2° tot en met 4°. De minister bepaalt de vorm, inhoud en organisatie van die bewijsvoering."
Art.6. In artikel 5 van dezelfde bijlage wordt de zinsnede "artikel 1" vervangen door de zinsnede "artikel 1/1".
Art.7. Artikel 6 van dezelfde bijlage wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 6. § 1. Aan de woonzorgcentra, vermeld in artikel 5, wordt jaarlijks een aanvullende subsidie-enveloppe toegekend in de vorm van een DAC-supplement.
Als jaarlijkse basis voor dat DAC-supplement gelden het subsidiebedrag en het aantal voltijdsequivalenten, tewerkgesteld met een gewezen DAC-statuut, per woonzorgcentrum, zoals vastgelegd voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 30 juni 2016, te herrekenen naar een volledig subsidiejaar.
De subsidiebedragen per woonzorgcentrum worden proportioneel verminderd bij definitieve vermindering van de arbeidsduur als vermeld in artikel 10, § 1.
De middelen die vrijkomen als gevolg van een vermindering als vermeld in het derde lid, worden ingezet voor de financiering van de zware zorg in de woonzorgcentra en de centra voor kortverblijf in het kader van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden.
§ 2. De administrateur-generaal bepaalt jaarlijks het aantal voltijdsequivalenten aan personeelsleden, tewerkgesteld met een gewezen DAC-statuut, dat in aanmerking komt voor de subsidiëring, vermeld in paragraaf 1, en het maximale subsidiebedrag per woonzorgcentrum.".
Art.8. In artikel 8 van dezelfde bijlage, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2016, wordt de zinsnede "artikelen 3 en 6" vervangen door de zinsnede "artikel 6".
Art.9. In artikel 9 van dezelfde bijlage, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2012 en 8 januari 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "artikelen 4, 7" vervangen door de zinsnede "artikel 7";
2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt :
" § 2. Als blijkt dat het woonzorgcentrum, in afwijking van artikel 2, 2°, gedurende het werkingsjaar in kwestie niet volledig voldoet aan de geldende personeelsnorm wat animatie betreft, kan de tegemoetkoming voor de animatiewerking, vermeld in artikel 3, proportioneel worden herrekend en kan het teveel aan tegemoetkoming, uitbetaald met toepassing van artikel 3, worden teruggevorderd.";
3° in paragraaf 3 worden de woorden "het woonzorgcentrum" vervangen door de zinsnede "de ouderenvoorziening, vermeld in artikel 5 en 7/1,";
4° paragraaf 4 wordt opgeheven;
5° in paragraaf 5 worden de woorden "het woonzorgcentrum" vervangen door de zinsnede "de ouderenvoorziening, vermeld in artikel 5 en 7/1,";
6° paragraaf 6 wordt vervangen door wat volgt :
" § 6. In afwijking van artikel 14 van het besluit volgt de subsidiëring, vermeld in artikel 3, de indexregeling, zoals van toepassing op de tegemoetkomingen, vermeld in het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden.
In afwijking van artikel 14 van het besluit zijn de bedragen, vermeld in artikel 6, § 1, tweede lid, en artikel 7/2, § 1, tweede lid, van dit besluit, uitgedrukt tegen 100% op basis van de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2016.".
Art.10. In artikel 10, § 1, van dezelfde bijlage wordt de zinsnede "artikel 6, § 1, 1°, " vervangen door de zinsnede "artikel 6".
Art.11. In artikel 11 van dezelfde bijlage worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het getal "2776" wordt opgeheven;
2° de zinsnede "artikel 6, § 1, 1° en 2°, en § 2, en artikel 7" wordt vervangen door de zinsnede "artikel 6, 7, 8, 9 en 10, § 1 en § 2".
Art.12. Artikel 12 van dezelfde bijlage wordt opgeheven.
Art.13. Aan artikel 13 van dezelfde bijlage wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
"De subsidiedossiers met betrekking tot de werkingsjaren 2010 tot en met 2015 en het eerste semester van 2016 worden verder afgehandeld volgens de bepalingen van dit besluit, zoals van toepassing tot en met 30 juni 2016.".
Art.14. Aan dezelfde bijlage gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 2 april 2010, 5 oktober 2012 en 8 januari 2016 wordt een artikel 13/1 toegevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 13/1. In afwijking van artikel 6, § 1, tweede lid, is voor de periode van 1 juli 2016 tot en met 31 december 2016 geen herrekening voor een volledig subsidiejaar vereist.".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, par. 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden
Art.15. In artikel 8, § 2, b), 9°, van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 5 december 2012, worden de woorden "de personeelsleden die gefinancierd worden" vervangen door de zinsnede "de personeelsleden om te voldoen aan de erkenningsvoorwaarde, vermeld in artikel 38, eerste lid, 4°, van bijlage XII bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers".
Art.16. In artikel 36/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 mei 2015 tot wijziging van artikel 36 van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, par. 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen het tweede lid en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
"De volledige tegemoetkoming vanaf 1 juli 2016 wordt vermenigvuldigd met een coëfficiënt 1,020812 en de partiële tegemoetkoming vanaf 1 juli 2016 wordt vermenigvuldigd met een coëfficiënt 1,022318." ;
2° in het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, worden tussen het woord "volledige" en het woord "tegemoetkoming" de woorden "of partiële" ingevoegd.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.17. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2016.
Art.18. Dit besluit heft het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 tot stopzetting van de subsidiëring van de animatiewerking in de woonzorgcentra en de centra voor kortverblijf en tot wijziging van bijlage XIV bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers op.
Art. 19. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.