Details





Titel:

1 JUNI 2016. - Ministerieel besluit houdende bepalingen in het kader van de tariefregulering van de integrale drinkwaterfactuur(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-06-2016 en tekstbijwerking tot 09-08-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-5
BIJLAGE.
Art. N, N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° besluit van 5 februari 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 houdende tariefregulering van de integrale waterfactuur;
  2° rapporteringssjabloon: de sjabloon, vermeld in artikel 4 van het besluit van 5 februari 2016.

Art.2.§ 1. De consultatie, vermeld in artikel 4, § 1, tweede lid, 5°, van het besluit van 5 februari 2016, wordt door de exploitant conform paragraaf 2 tot en met 5 georganiseerd.
  § 2. De exploitant stelt een consultatiedocument ter beschikking van zijn abonnees. Het consultatiedocument bevat:
  1° een korte toelichting bij het doel van de consultatie;
  2° de aanvangsdatum en de einddatum van de consultatie;
  3° de contactgegevens van de exploitant voor vragen over de consultatie;
  4° een toegankelijke toelichtingsnota over het tariefplan dat de exploitant wil indienen bij de [2 Vlaamse Nutsregulator]2. De toelichtingsnota bevat minstens het voorgestelde tariefpad en de maximumtarieven, een beschrijvende motivering van de evolutie van het voorgestelde tariefpad en een impactberekening voor een aantal typeabonnees;
  5° de termijn waarin opmerkingen over de voorgelegde documenten ingediend kunnen worden en de wijze waarop dat kan gebeuren.
  De typeabonnees, vermeld in het eerste lid, 4°, worden in overleg met de sector door de [2 Vlaamse Nutsregulator]2 vastgelegd.
  [1 De exploitant houdt de rapporteringssjabloon tijdens de consulatie ter inzage van zijn abonnees en bezorgt de sjabloon op eenvoudig schriftelijk verzoek aan de abonnee. De sjabloon wordt ter beschikking gesteld onder de vorm van elektronische rekenbladen. De exploitant motiveert bij de sjabloon welke informatie niet publiek wordt gemaakt.]1
  [1 ...]1
  § 3. Het consultatiedocument wordt gepubliceerd op de website van de exploitant, met minstens een melding van de consultatie en een koppeling naar het consultatiedocument op de homepagina. De consultatie wordt daarnaast duidelijk aangekondigd via een of meer papieren dragers die alle abonnees van de exploitant kunnen bereiken. De exploitant kan de consultatie of het consultatiedocument in het bijzonder specifiek onder de aandacht brengen van zijn abonnees, via post, e-mail, informatiemomenten of andere kanalen.
  De consultatietermijn bedraagt minstens dertig kalenderdagen. [1 Als de exploitant tijdens de consultatietermijn het tariefplan, dat de exploitant wil indienen bij de WaterRegulator, wil aanpassen met impact op het voorgestelde tariefpad of de Td of maximumtarieven die eruit voortvloeien, wordt dat aangepaste tariefplan opnieuw voor een termijn van minstens dertig dagen gepubliceerd op de wijze, vermeld in het eerste lid, zodat het geconsulteerd kan worden voor het ingediend wordt bij de WaterRegulator. De abonnees die al tijdens een consultatietermijn voor dit tariefplan, opmerkingen hebben geformuleerd, worden in elk geval op de hoogte gebracht van de consultatie van het aangepaste tariefplan.]1
  Opmerkingen over de ter beschikking gestelde documenten worden schriftelijk en op naam ingediend. De indiener krijgt een ontvangstbevestiging van de exploitant. De exploitant behandelt alleen niet-anonieme vragen en opmerkingen van zijn abonnees.
  § 4. De indiener van een of meer opmerkingen ontvangt van de exploitant een reactie op elk van zijn opmerkingen, waarbij de exploitant vermeldt of hij, al dan niet of gedeeltelijk, akkoord gaat met de opmerking en op welke manier hij daarmee rekening heeft gehouden bij de opmaak van het tariefplan dat hij heeft ingediend bij de WaterRegulator.
  § 5. Na afloop van de consultatietermijn maakt de exploitant een consultatieverslag op voor de [2 Vlaamse Nutsregulator]2. Het consultatieverslag bevat:
  1° het aantal indieners van opmerkingen;
  2° het aantal ontvangen opmerkingen;
  3° een thematisch geaggregeerd overzicht van de gemaakte opmerkingen bij het consultatiedocument;
  4° de reactie van de exploitant op de gemaakte opmerkingen. In die reactie vermeldt de exploitant of hij, al dan niet of gedeeltelijk, akkoord gaat met de opmerking en op welke manier hij daarmee rekening heeft gehouden bij de opmaak van het tariefplan dat hij [1 indient]1 bij de WaterRegulator;
  5° een verklaring van de exploitant waaruit blijkt dat hij de consultatie conform dit artikel heeft uitgevoerd.
  [1 De exploitant publiceert het consultatieverslag, vermeld in het eerste lid, op zijn website. De exploitant brengt daarvan minstens de abonnees die gedurende de consultatietermijn opmerkingen hebben ingediend, persoonlijk op de hoogte.]1
  [1 § 6. Het tariefpad, onderbouwd door het tariefplan dat de exploitant conform artikel 5 van het besluit van 5 februari 2016 indient bij de WaterRegulator, kan alleen afwijken van het tariefpad dat ter consultatie is voorgelegd, ten gevolge van wijzigingen op basis van de opmerkingen van zijn abonnees tijdens de consultatietermijn.]1
  ----------
  (1)<MB 2018-12-10/04, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 23-02-2019>
  (2)<MB 2024-07-15/03, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2025>

Art.3.§ 1. Voor de verantwoording van T, voor de uittekening van het tariefpad, voor de bepaling van Td en voor de omzetting naar de maximumtarieven wordt gebruik gemaakt van de rapporteringssjabloon, opgenomen in de bijlage [1 1]1 die bij dit besluit is gevoegd. De rapporteringssjabloon kan alleen gewijzigd worden na overleg met de exploitanten.
  § 2. Het consultatieverslag, vermeld in artikel 2, § 5, geldt als resultaat van de consultatie over het tariefplan bij de abonnees, vermeld in artikel 4, § 1, tweede lid, 5°, van het besluit van 5 februari 2016.
  § 3. Bij de rapporteringssjabloon voegt de exploitant een verslag van een bedrijfsrevisor die erkend is door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, over de rapporteringssjabloon die de exploitant ingevuld heeft voor de reeds afgesloten boekjaren. [1 In dat verslag attesteert de bedrijfsrevisor voor de nog niet geattesteerde financiële gegevens van de boekjaren die al afgesloten zijn, het getrouwe beeld van de rapporteringstabellen in de rapporteringssjabloon.]1 [1 Bij het verslag voegt de bedrijfsrevisor een afschrift van de geattesteerde gegevens.]1 Het verslag geldt als het conformiteitsattest van een revisor, vermeld in artikel 4, § 1, tweede lid, 7°, van het besluit van 5 februari 2016.
  § 4. De stukken, vermeld in paragraaf 1 tot en met 3, maken integraal deel uit van het tariefplan dat de exploitanten moeten indienen.
  ----------
  (1)<MB 2018-12-10/04, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 23-02-2019>

Art.4.[1 De exploitanten dienen het tariefplan elektronisch in bij de [2 Vlaamse Nutsregulator]2. Ze ondertekenen het tariefplan digitaal.]1
   De [2 Vlaamse Nutsregulator]2 legt de nadere indieningsmodaliteiten voor de indiening van het tariefplan voor de exploitanten vast in een handleiding.
  ----------
  (1)<MB 2018-12-10/04, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 23-02-2019>
  (2)<MB 2024-07-15/03, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2025>

Art.5.[1 § 1. De jaarlijkse opvolgingsrapportering bestaat uit:
   1° een geactualiseerde versie van de relevante delen van de rapporteringssjabloon en de rollende forecast;
   2° de materialiteitstoets;
   3° de beschrijving van de uitvoering van kostenbesparingen en productiviteitsverhogingen die bewezen worden met de gegevens, vermeld in punt 1°.
   § 2. Voor de jaarlijkse rapportering van de geactualiseerde versie van de relevante delen van de rapporteringssjabloon, de rollende forecast en de materialiteitstoets wordt de opvolgingssjabloon gebruikt, opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. De opvolgingssjabloon kan alleen gewijzigd worden na overleg met de exploitanten.
   De materialiteitstoets bestaat uit de verhouding tussen de effectief gerealiseerde Tko van een jaar en de Tko die opgenomen is in het definitieve tariefpad voor datzelfde jaar voor elk van de afgesloten boekjaren van de tarifaire periode waarop het definitieve tariefpad betrekking heeft.
   Bij de opvolgingssjabloon voegt de exploitant een verslag van een bedrijfsrevisor die erkend is door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, over de opvolgingssjabloon die de exploitant ingevuld heeft voor de boekjaren die al afgesloten zijn. In dat verslag attesteert de bedrijfsrevisor voor de nog niet geattesteerde financiële gegevens van de boekjaren die al afgesloten zijn, het getrouwe beeld van de rapporteringstabellen in de opvolgingssjabloon. Bij het verslag voegt de bedrijfsrevisor een afschrift van de geattesteerde gegevens.
   § 3. De [2 Vlaamse Nutsregulator]2 legt de nadere indieningsmodaliteiten voor de indiening van de opvolgingsrapportering voor de exploitanten vast in een handleiding.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2018-12-10/04, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 23-02-2019>
  (2)<MB 2024-07-15/03, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2025>

BIJLAGE.
Art. N. Rapporteringssjabloon als vermeld in artikel 3, § 1
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 10-06-2016, p. 35390)

  Gewijzigd door:

  <MB 2018-12-10/04, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 23-02-2019>


Art. N2.[1 Annexe 2]1

   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 13-02-2019, p. 13235)
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2018-12-10/04, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 23-02-2019>