13 MEI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeenten in het kader van de vluchtelingenproblematiek(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-06-2016 en tekstbijwerking tot 08-02-2017)
Art. 1-4
Artikel 1.§ 1. Er wordt een budget van [1 22,554 miljoen euro]1 ter beschikking gesteld op PJO-1P0C2AA-WT van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2016 in het kader van de vluchtelingenproblematiek.
De subsidies worden toegekend aan de gemeenten die op basis van de criteria, vermeld in artikel 2, § 2, in aanmerking komen voor een subsidie.
De subsidies kunnen alleen aangewend worden om de behoeften ingevolge de verhoogde instroom van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden op te vangen. Ze kunnen niet aangewend worden voor acties die indruisen tegen het beleid van de Vlaamse overheid. Opdrachten die behoren tot de bevoegdheden van de federale overheid komen niet in aanmerking voor financiering.
Gemeenten kunnen hun bijkomende kosten in het kader van de vluchtelingenproblematiek in rekening brengen vanaf 1 januari 2016.
§ 2. Gemeenten kunnen de subsidies, vermeld in paragraaf 1, aanwenden voor een aanpak op maat binnen de volgende prioriteiten:
1° opnemen van de lokale regie;
2° versterken van het bestaande aanbod.
Gemeenten met uitzondering van Antwerpen en Gent, werken daarvoor samen met het Agentschap Integratie en Inburgering, vermeld in artikel 17, § 2, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.
----------
(1)<BVR 2016-12-23/63, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 18-02-2017>
Art.2.§ 1. [1 Het bedrag van 22,554 miljoen euro wordt toegekend aan gemeenten conform de criteria, vermeld in het tweede lid. De subsidies worden toegekend in twee schijven, een schijf van 10 miljoen euro (schijf 1) en een schijf van 12,554 miljoen euro (schijf 2).]1
§ 2. De subsidies, vermeld in paragraaf 1, worden verdeeld op basis van de volgende criteria:
1° 70% voor de instroom in gemeente van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die doelgroep van inburgering worden in de betreffende periode. Voor de eerste schijf wordt de periode van 1 november 2015 tot en met 31 mei 2016 genomen. Voor de tweede schijf wordt de periode van 1 april 2016 tot en met 31 oktober 2016 genomen;
2° 20% voor het aantal personen van buitenlandse herkomst in 2014 op het grondgebied van gemeente. Onder personen van buitenlandse herkomst wordt hier verstaan: personen die legaal in België verblijven en die bij hun geboorte niet de Belgische nationaliteit bezaten of de nationaliteit van een van de lidstaten van de EU, aangevuld met de landen van de EER en met Zwitserland en van wie minstens één van de ouders bij geboorte niet de Belgische nationaliteit bezaten, of de nationaliteit van een van de lidstaten van de EU, aangevuld met de landen van de EER en met Zwitserland;
3° 10% voor sociale maatstaven als vermeld in artikel 6, § 1, 5°, van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds:
a) 0,66% voor het aantal personen met een voorkeursregeling in de ziekteverzekering in 2013, exclusief leefloners;
b) 2,67% voor het aantal kortgeschoolde werkzoekenden met een werkloosheidsuitkeringsaanvraag in 2014;
c) 2% voor het gemiddelde aantal geboorten in een kansarm gezin over drie jaar, met name 2012, 2013 en 2014;
d) 2% voor het aantal sociale huurappartementen in 2014;
e) 2,67% voor het gemiddelde aantal personen dat recht heeft op een leefloon over drie jaar, met name 2012, 2013 en 2014.
De ondergrens om in aanmerking te komen voor subsidie, is dat er minstens tien personen zijn in de instroom van asielzoekers, erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die doelgroep van inburgering worden in de betreffende periode. Voor de eerste schijf wordt de periode van 1 november 2015 tot en met 31 mei 2016 genomen. Voor de tweede schijf wordt de periode van 1 april 2016 tot en met 31 oktober 2016 genomen.
§ 3. Gemeenten rapporteren over de uitvoering van het project in de jaarrekeningen 2016, 2017 en 2018. Daarin geeft gemeente aan welke activiteiten en prestaties zijn verricht en welke effecten zijn bereikt.
Met behoud van de toepassing van artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof wordt de subsidie geheel of gedeeltelijk teruggevorderd als uit de rapportering, vermeld in het eerste lid, blijkt dat de subsidie niet of niet volledig werd aangewend voor het doel waarvoor ze is verleend.
----------
(1)<BVR 2016-12-23/63, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 18-02-2017>
Art.3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het beleid inzake onthaal en integratie van inwijkelingen, kent individuele subsidies toe aan de gemeenten die in aanmerking komen voor een subsidie conform artikel 2.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor het beleid inzake onthaal en integratie van inwijkelingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.