15 APRIL 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2002 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool en het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 betreffende de loopbaanonderbreking van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, medische bijstand en palliatieve zorgen
Art. 1-7
Artikel 1. Aan artikel 12, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool wordt de volgende zin toegevoegd:
"De bepalingen, vermeld in artikel 2 en artikel 10, tweede lid, zijn niet van toepassing op de volledige loopbaanonderbreking voor palliatieve verzorging.".
Art.2. Aan artikel 13, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd:
"De bepalingen, vermeld in artikel 2 en artikel 10, tweede lid, zijn niet van toepassing op de volledige loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof.".
Art.3. Aan artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd:
"De bepalingen, vermeld in artikel 2 en artikel 10, tweede lid, zijn niet van toepassing op de volledige loopbaanonderbreking voor de verzorging van een ziek gezinslid of ziek familielid.".
Art.4. In artikel 33 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 betreffende de loopbaanonderbreking van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "voor ouderschapsverlof" geschrapt;
2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"De volledige loopbaanonderbreking voor ouderschapverlof omvat al de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde ambten die het personeelslid uitoefent in het onderwijs en in de centra voor leerlingenbegeleiding.";
3° in het tweede lid worden de woorden "voor ouderschapsverlof" geschrapt;
4° na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"De gedeeltelijke loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof moet gebeuren overeenkomstig de voorwaarden vermeld in artikel 5, 2°, artikel 6, 4°, artikel 7, 2° en 3° en artikel 8, 4° en 5°. ".
Art.5. Artikel 33 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 betreffende de loopbaanonderbreking van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding wordt vervangen als volgt:
"Art. 33. De volledige loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, voor medische bijstand of voor palliatieve zorgen omvat al de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde ambten die het personeelslid uitoefent in het onderwijs en in de centra voor leerlingenbegeleiding.
De gedeeltelijke loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, voor medische bijstand of voor palliatieve zorgen moet gebeuren overeenkomstig de voorwaarden vermeld in artikel 5, 2°, artikel 6, 4°, artikel 7, 2° en 3° en artikel 8, 4° en 5°. ".
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 2 september 2016, met uitzondering van de artikelen 2 en 4, die in werking treden op 1 september 2016.
Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.