4 MAART 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering inzake financiën en begroting
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak
Art. 1-7
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de begroting en de boekhouding van de Vlaamse Rechtspersonen
Art. 8
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 9-10
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak
Artikel 1. Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak wordt een tweede en derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Artikel 3, artikel 7, artikel 9 tot en met 14, artikel 15, § 1, 3°, en artikel 25 zijn ook van toepassing op de Vlaamse rechtspersonen, vermeld in artikel 4, § 1, 2° van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, met dien verstande dat in afwijking van artikel 25, vierde lid, de Inspecteur van Financiën niet op eigen initiatief bijzondere audits kan uitvoeren bij deze rechtspersonen maar deze zijn op aanvraag van de functioneel bevoegde minister samen met de minister van Financiën en Begroting of de Vlaamse Regering"
"Het tweede lid is niet van toepassing op de Vlaamse Openbare instellingen van het type B, als vermeld in artikel 4, § 1, 2°, d) van hetzelfde decreet en de Eigen vermogens, als vermeld in artikel 4, § 1, 2°, f) van hetzelfde decreet."
Art.2. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 10 december 2010 en 9 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
" § 1. Ten aanzien van elk voorstel dat ter beslissing aan de Vlaamse Regering wordt voorgelegd en waardoor ofwel de ontvangsten ofwel de uitgaven beïnvloed kunnen worden, moet de functioneel bevoegde minister het gemotiveerde begrotingsakkoord inwinnen van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting. Die beslist over het gevraagde begrotingsakkoord binnen een termijn van twaalf werkdagen na de ontvangst van de aanvraag tot het verlenen van het begrotingsakkoord. De aanvraag moet het advies van de bevoegde inspecteur van Financiën bevatten en, in voorkomend geval, een repliek op dat advies.";
2° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt:
" § 3. De aanvraag tot het verlenen van het begrotingsakkoord is onontvankelijk als de budgettaire gevolgen voor het lopende begrotingsjaar en de daaropvolgende jaren niet op een transparante wijze, inclusief de berekening van de ESR-impact van de voorgestelde maatregelen, zijn weergegeven.".
Art.3. In artikel 7, vierde lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010, wordt de zinsnede "artikel 24" vervangen door de zinsnede "artikel 10bis".
Art.4. In artikel 8, derde lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "artikel 24" vervangen door de zinsnede "artikel 23".
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 10bis ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 10bis. Als de Inspectie van Financiën van mening is dat niet of niet in voldoende mate voldaan is aan een of meer van de aspecten, vermeld in artikel 10, eerste lid, kan hij een ongunstig advies uitbrengen. In dat geval moet het ongunstige advies gemotiveerd worden en stelt de inspecteur van Financiën in zijn advies vast dat de voorgestelde uitgave niet verricht mag worden, onverminderd artikel 6 en 7.".
Art.6. In artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 december 2010, 1 juni 2012, 15 maart 2013 en 9 mei 2014, wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
"3° ontwerpen van reorganisatie- en personeelsplannen en ontwerpen van ondernemingsplannen;".
Art.7. Artikel 24 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 en 9 mei 2014, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de begroting en de boekhouding van de Vlaamse Rechtspersonen
Art.8. In artikel 9/1, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de begroting en de boekhouding van de Vlaamse Rechtspersonen, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen de zinsnede "artikel 1" en de woorden "van het besluit" wordt de zinsnede ", eerste lid" ingevoegd;
2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Noch het advies van de Inspectie van Financiën, noch het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, is vereist in geval van herverdeling van vereffeningskredieten binnen hetzelfde programma van de begroting van de Vlaamse Rechtspersoon met een opvolging volgens gesplitste kredieten in de begroting, tenzij het herverdelingen met betrekking tot kredietverleningen, deelnemingen, de aflossing van overheidsschuld, het over te dragen saldo en de spijziging van het reservefonds betreft.".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2016.
Art. 10. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.