Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 FEBRUARI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van artikel 2, 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2012 tot bepaling van de regierol van gemeenten op het vlak van de lokale sociale economie, vermeld in artikel 15 van het decreet van 17 februari 2012 betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2012036185 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Aan artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2012 tot bepaling van de regierol van gemeenten op het vlak van de lokale sociale economie, vermeld in artikel 15 van het decreet van 17 februari 2012 betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "3° de OCMW-verenigingen: de verenigingen, bepaald in Titel VIII, Hoofdstuk I, van het decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008.".

Art.2. In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
  "De Vlaamse beleidsprioriteit inzake sociale economie is het vervullen van een regierol door de lokale besturen om de uitbouw van de lokale sociale economie te stimuleren. Om in aanmerking te komen voor een subsidie geven de begunstigden in hun strategische meerjarenplanning voor de volledige looptijd ervan aan via welke acties ze de uitbouw van de lokale sociale economie en het maatschappelijk verantwoord ondernemen stimuleren en de samenwerking met en tussen de sociale economie bevorderen. Daarvoor formuleren ze in hun meerjarenplanning duidelijke acties waaronder jaarlijks minimaal een actie die de netwerking op het grondgebied bevordert en een actie die bijdraagt aan de ontwikkeling van de lokale sociale economie. Vanaf het boekjaar 2017 bevat de strategische meerjarenplanning ook een actie ter bevordering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen en wijzen de begunstigden in hun werkingsgebied een regieondersteuner aan.".

Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door:
  " § 1. Binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde begroting wordt de subsidie toegekend op basis van de hiernavolgende verdelingscriteria:
  1° het aantal inwoners per begunstigde, volgens de volgende verdeelsleutel:
  1) 25.000 euro voor de centrumsteden tot 80.000 inwoners of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en OCMW-verenigingen met 60.000 tot 80.000 inwoners;
  2) 50.000 euro voor de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en OCMW-verenigingen met 80.000 tot 150.000 inwoners.
  3) 75.000 euro voor de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en OCMW-verenigingen met 150.000 tot 220.000 inwoners;
  4) 100.000 euro voor de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en OCMW-verenigingen met 220.000 tot 290.000 inwoners;
  5) 125.000 euro voor de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en OCMW-verenigingen met 290.000 tot 360.000 inwoners;
  6) 150.000 euro voor de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en OCMW-verenigingen met 360.000 tot 430.000 inwoners;
  7) 175.000 euro voor de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en OCMW-verenigingen met 430.000 tot 500.000 inwoners;
  8) 200.000 euro voor de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en OCMW-verenigingen met meer dan 500.000 inwoners.
  2° een intergemeentelijk samenwerkingsverband of OCMW vereniging met een centrumstad krijgt maximaal 50.000 euro meer dan het subsidiebedrag voor de centrumstad zelf;
  3° een intergemeentelijk samenwerkingsverband of OCMW-vereniging zonder centrumstad krijgt maximaal 50.000 euro.
  § 2. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 geldt de volgende volgorde van verdeling wanneer de beschikbare kredieten worden overschreden:
  1° de verdeling geschiedt over de centrumsteden, al dan niet in een intergemeentelijk samenwerkingsverband of OCMW-vereniging;
  2° de verdeling geschiedt vervolgens over de begunstigden met de hoogste werkloosheidsgraad.".

Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.